Edgar Degas
Na Degas' overlijden in 1917 werden in zijn atelier rond 150 half vergane beeldjes van was, plasticine en diverse andere materialen teruggevonden. Het ging om staande figuren van vaak nauwelijks een halve meter hoog: renpaarden, badende vrouwen en vooral veel danseressen. Slechts 73 konden worden gerestaureerd en vervolgens in kleine oplagen van meestal 22 exemplaren in brons gegoten.
Dat Degas zich met plastiek ging bezig houden, heeft slechts oppervlakkig te maken met het feit dat zijn gezichtsvermogen steeds meer achteruitging. Beeldhouwen maakte het mogelijk om de tot stilstand gekomen bewegingen van de danseressen, de subtiele balans die hij ook in zijn schilderkunst probeerde te fixeren, driedimensionaal vorm te geven. Met hun wankele evenwicht tussen weidse beweging en tot het uiterste gedreven statica zijn Degas' Danseresjes gedurfde constructies. En dat was hij zich bewust. Zoals hij tegen Georges Jeanniot zei: 'U zult niet willen geloven hoeveel dat bouwwerk daar gekost heeft aan pijn en moeite; vooral het evenwicht is zo moeilijk tot stand te brengen.'

Edgar Degas, Danseres (Grote arabesk), 1882/1895 brons.

Edgar Degas, Danseresje van veertien, 1880/1881 gepatineerd brons en textiel.

Het één meter hoge beeldje van de 14- jarige danseres Marie van Goethem, een leerlinge van de dansschool van de Opéra in Parijs, was een steen des aanstoots. Degas maakte heel veel voorstudies voor dit plastiek. Hij tekende zijn model in de meest uiteenlopende aanzichten - van achteren, van opzij, van voren - meestal met de been- en armhouding heel sprekend: de rug recht, de schouders naar achteren, het rechterbeen voor een pendu naar voren gestrekt en de armen achter de rug zo gedraaid dat de handen zijn samengevouwen. Het danseresje houdt haar hoofd een beetje achterover, de kin in de lucht.

Degas voorzag de beschilderde wasfiguur van een wrong haar met een grote zijden strik, een lijfje en een balletrokje, beenwarmers en balletschoenen. In een speciale glazen kast presenteerde hij zijn werkstuk op de zesde impressionistische expositie in 1881. De critici waren met ontzetting geslagen.

Een 'bloem van vroegrijpe verdorvenheid', werd er gezegd, 'dierlijke schaamteloosheid' en 'het ziekelijke gezicht van het amper volgroeide meisje, een straatmeid, is onvergetelijk.'

Degas' ongehoorde realisme was een schok voor zijn tijdgenoten, en dat hij het gangbare schoonheidsideaal links liet liggen. Bij een veiling In 1996 bracht een bronzen afgietsel van het Danseresje van veertien een bedrag op van 10,8 miljoen dollarl

Edgar Degas, Naaktstudie voor 'Danseresje van veertien',1879/1880 brons.

Het Danseresje van veertien staat maar liefst twee keer in het Musée d'Orsay. In deze versie heeft Degas haar nog geen kleding gegeven. Het origineel bevindt zich met de oorspronkelijke versies van veel andere plastieken van de kunstenaar in de verzameling van Paul Mellon in Upperville, Virginia. Er is nooit aan getwijfeld dat deze oorspronkelijk uit rode was geboetseerde naaktstudie, evenals een groot aantal teke- ningen ontstaan is als voorbereiding van het in 1881 voor het eerst gepresenteerde Danseresje van veertien. De lichaamshouding van het jonge meisje is identiek in beide versies, er is alleen verschil in het formaat van de beide statuetten - de naaktstudie is ongeveer een kwart kleiner dan de geklede eindversie - en in de minder gedetailleerde uitwerking van de ongeklede variant. in de voorstudie oogt het meisje nog jonger en jongens- achtiger dan in het uiteindelijke beeld.

 

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-3 uit het profiel cultuur en maatschappij voor havo en atheneum.  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Geraadpleegde en bewerkte bron oa: Musee d'Orsay. Keulen 2000.

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven.

12/18/2002 update