DRIP PAINTINGS

Jackson Pollock Phosphorence, detail, 1947 gewone hoogglansverf, aluminiumverf/doek. Andover Mass. Edison Gallery (Beeldrecht Amsterdam 2005)

In de zomer van het jaar 1947 begon Jackson Pollock (1912-1956) met zijn drip paintings, die het hoogtepunt van zijn werk zouden worden. Ook zijn rivaal De Kooning zag de revolutionaire betekenis van deze manier van werken: 'Eens in de zoveel tijd moet een schilder de (bestaande) schilderkunst weer afbreken. Cézanne heeft dat gedaan, daarna Picasso en toen Pollock. Hij joeg alle bestaande ideeën over schilderkunst de vernieling in.'  

Hoewel sommigen Pollocks techniek meer als gieten dan als druppen beschouwden, hield hij zelf vast aan de term dripping. Door een stokje in een verf blik te plaatsen kon hij de stroom van de verf richten; door de hoek ten opzichte van het doek te veranderen bepaalde hij hoe dik of dun de verfstroom was. Hij experimen­teerde met allerlei soorten verf, maar gewone huis, tuin en keukenverf had welzijn voorkeur omdat deze goedkoop en vloeibaar was. Hij onderbrak regelmatig het werk aan een doek om het effect te bekijken. 

Bradley Walker Tomlin, een pionier in all-over schilderen, vroeg Pollock hoe hij er toch voor zorgde dat zijn kleuren niet door elkaar liepen, waarop Pollock nogal nors antwoordde: 'Dat kan ik je niet vertellen'. Zijn intrigerende werkwijze kwam pas echt naar buiten met de films en foto's van Hans Namuth in 1950. De titel Phosphorence lijkt ingegeven door het overvloedige gebruik van aluminium verf, die hij voor een reeks werken met een wirwar van dicht langs elkaar lopende 'lijnen' uit 1947 gebruikte.  

Pollock bleef het belangrijk vinden om in zijn werk enige band met de realiteit te houden. Soms bracht hij afdrukken van zijn eigen hand aan, soms bezaaide hij het oppervlak met sigarettenpeuken, lucifers, knopen, kammen en sleutels. In dit werk monteerde hij op het roodbruine ongekeperde katoenen doek een houten stokpaard dat hij had gevonden. Het is één van zijn meest 'open' werken geworden: slechts wat okerkleurige vormen en enige fijne lijnen in zwart, wit en rood vullen de vorm van het paardenhoofd aan.

Na de filmopnamen van Namuth kreeg Pollock weer een inzinking, waarin hij niet kon werken. Daarna kwam een reeks van 'zwarte' schilderijen, waarin de figuratie weer een grotere rol speelde. in de daarop volgende periode keerde de kleur terug. In dit grote werk Convergence heeft hij over een 'zwart' schilderij beekjes van rode, gele, blauwe en witte verf gegoten. Eigenlijk is dit een terugkeer naar de drippings van 1947‑1950, een herhaling van zichzelf waar hij in feite erg benauwd voor was.  

De angst om zichzelf te herhalen dreef hem ertoe om opnieuw het penseel te hanteren en in krachtige lijnen te werken, waardoor min of meer losse vormen tot stand kwamen. Dit maakte het veel moeilijker om zulke afzonderlijke vormen te integreren tot een geheel.  

Meer afbeeldingen van Jackson Pollock

Praktische Opdrachten (PO):

Opdracht A CKV-1: Maak een keuze uit een van bovenstaande zoekresultaten: beschrijf de inhoud (wat zie je), motiveer je keuze (Max 1 x A4 inclusief de afbeelding)

Opdracht B CKV-1: Maak een keuze uit een van bovenstaande zoekresultaten: in je keuze moet figuratie weer een rol spelen, motiveer je keuze (Max 1 x A4 inclusief de afbeelding)

Vaklokaal CKV-1 digitale school

Samenstelling bronmateriaal uitsluitend en alleen ten behoeve van het nieuwe vak ckv-1 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Tekst en afbeeldingen afkomstig van LOKV tehatex vwo Groots en Meeslepend.  

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.
03/08/2005 last update