Anton Mauve (1838-1888)

Een groepje ruiters daalt stapvoets van de duinen af naar het Scheveningse strand. In 1991 is dit schilderij door de restauratoren van het Rijksmuseum schoongemaakt. Toen bleek pas hoe helder dit zomerse tafereeltje eigenlijk was. De felle schaduwplekken op het witte, mulle zand maken de kracht van de zon bijna voelbaar. De paardenhuiden glimmen. Na de restauratie kwamen ook de paardevijgen weer tevoorschijn, die ooit weggeschilderd waren.  

Opdracht 7 CKV

Het gevoel van diepte dat Mauve weet op te roepen is groots. Via de karresporen in het zand wordt de blik van de toeschouwer snel de diepte in geleid. Donker steekt daar nog een ruiter af tegen het zand. Aan de voet van het duin staan badkoetsjes: Scheveningen is in 1876, het jaar waarin dit schilderij gemaakt is, in opkomst als badplaats. Heel in de verte zijn, aan de rand van het water, nog enkele piepkleine figuurtjes te ontwaren.

Anton Mauve portretteert met dit schilderij een stukje van de mondaine, elegante wereld van zijn tijd. Dat was voor deze schilder uitzonderlijk. Meestal probeerde hij de natuur te treffen in haar meest pure en verstilde vorm. Hij schilderde heide, bos, strand en duinen vooral met het doel de speling van het licht weer te geven. Schapen en koeien, die zijn schilderijen vaak bevolken, moesten het natuurlijke benadrukken; de invloed van de mens op de natuur speelde in zijn werk niet of nauwelijks een rol.