Special Effects of f/x    Film

Hiermee bedoelen we alles wat niet echt (nep) is in een film. In een moderne film word je als kijker dan ook flink voor de gek gehouden.

Aan het werk voor de film Titanic

Hoe echt special-effects kunnen overkomen, bewijzen vooral de krantenartikelen die werden geschreven over de film Saving Private Ryan, die gaat over de landing van de geallieerden in Normandië op 6 juni 1944. 'D-Day zoals het werkelijk was', kopte een krant. Blijkbaar komt de film zo over dat het lijkt alsof er een complete cameraploeg aanwezig was tijdens de gruwelen op de Normandische stranden. De Stichting Veteranenplatform ging na het zien van deze film zelfs zo ver dat ze haar leden ging waarschuwen. Zij verwachtte heftige emotionele reacties na het zien van de rolprent. Toch maakten zij zich juist over deze gruwelijke film niet boos, omdat het naar hun mening eindelijk realistisch weergaf hoe afschuwelijk een oorlog is. Natuurlijk is dit vooral te danken aan de thematische aanpak zonder romantiek, van regisseur Steven Spielberg. Zonder gebruikmaking van special-effects was het bereikte resultaat echter nooit vergelijkbaar geweest.

Kunst en Nep

"Ik maak regen, sneeuw, wind, hagel, ijs, explosies, vuur, we hangen mensen op en we keren ze binnenste buiten, we laten ze vliegen en we vinden van alles uit".

Aan het woord is Wiesenhaan van Wiesenhaan Special-Effects. Wiesenhaan deed onder andere special-effects voor de film 'Een Brug te ver', die gaat over de Slag om Arnhem. "Bij die film werd gebruik gemaakt van figuranten die al ledematen misten. Dan is het dus betrekkelijk makkelijk na te bootsen." Volgens Wiesenhaan bestaat een film als Saving Private Ryan puur uit special-effects. "Wanneer er iemand wordt neergeschoten, wordt er gebruik gemaakt van kunsthuid en nepbloed dat met een pomp de gewenste richting op spuit." De special effect-man vindt dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen special-effects en computeranimaties. Een computeranimatie is volgens hem puur een product van de digitale mogelijkheden, terwijl er bij de effecten nog heel wat mechanische trucjes met materialen aan te pas komen.

 

Een topper op het gebied van special-effects en computeranimaties was de film Titanic. Het schip werd met allerlei materialen op bijna ware grootte nagebouwd. Delen van het interieur zijn perfect gekopieerd. Het tapijt van de decors kwam uit dezelfde fabriek als de stof die de reder, White Star Line, gebruikte voor het interieur van de Titanic. Tijdens de opnames werd dat interieur ook werkelijk onder water gezet. Sommige acteurs moesten halve dagen in het water staan voor het effect 'special' genoeg was. in tegenstelling tot wat velen denken, zijn de beelden van het wrak zoals het nu op de bodem van de zee ligt wel degelijk afkomstig uit het originele wrak.

"De ondergang die miljoenen mensen gelukkig maakt."

De hele film Titanic hing volgens ingewijden aan elkaar van special-effects en computeranimaties, zo echt dat het publiek de film over het algemeen ervoer alsof ze bij de ramp zelf aanwezig was. Hoe men het voor elkaar heeft gekregen het schip in tweeën te laten breken en het heeft laten zinken zoals het 'moet zijn geweest', is voor leken een raadsel. Wiesenhaan: "Dat is echt getruceerd. Voor de computers hun intrede deden, moest alles echt gebeuren, wat heel veel mechanische inspanning vereiste van de filmmaker. Tegenwoordig kunnen allerlei lastige of gevaarlijke scènes worden overgenomen door special-effects of computeranimaties. Een auto-ongeluk kan heel goed in scène worden gezet, zonder dat de auto beschadigd wordt. Een vonkenmachine en geluidseffecten geven zo'n overtuigend effect dat de kijker niet beter weet of de auto is total loss.'

Velen vragen zich af of het ethisch verantwoord is historische drama's door middel van allerlei digitale trucages levensecht te verfilmen voor commerciële doeleinden. In feite is de producent van een film bezig zichzelf te verrijken met het leed van anderen, vindt men. En dat geldt eigenlijk ook voor de kijker die een avondje uit is. Een journalist van het Duitse blad 'Die Zeit' schreef dan ook over de film Titanic:"De ondergang die miljoenen mensen gelukkig maakt."

Om enige duidelijkheid te scheppen in de wereld van de f/x zetten we een aantal veelgebruikte technieken eens op een rijtje. We beperken ons daarbij tot de meest opvallende en we beginnen met de digitale, de meest moderne.

Computer Generated Imagery

Als eerste is er de zogenaamde Computer Generated Imagery (CGI, oftewel computergegenereerde beelden). Met deze techniek kunnen driedimensionale, door de computer bedachte beelden aan bestaande filmbeelden worden toegevoegd. Deze technologie was te zien in o.a. THE ABYSS, TERMINATOR 2 en recentelijk in JURASSIC PARK. Met name deze laatste film bracht een ware aardverschuiving op het gebied van visuele effecten teweeg. Nooit eerder hadden de technici zulke realistische wezens via de computer tot leven gebracht. Als voorbeeld nemen we de scène waarin Jeff Goldblum wordt achtervolgd door de T-Rex. Allereerst draaide regisseur Steven Spielberg de opname van Goldblum tegen het juiste decor. Met behulp van driedimensionale beelden ontwierpen de technici van ILM een dinosaurus en voegden deze in rasters aan de gemaakte opnamen toe. Hierna werd het beeld van de T-Rex ingescand op hét digitale geraamte en was de scène compleet. Het probleem bij JURASSIC PARK was dat de beelden van de bewegende dino's geheel moesten worden verzonnen. Aan de andere kant zou niemand het doorhebben als deze niet helemaal zouden kloppen; geen mens had immers vergelijkingsmateriaal!

 

Morphing

Als tweede techniek noemen we morphing, de zoveelste computertruc uit de koker van de vermaarde ILM-studio. Deze methode was voor het eerst te zien in WILLOW. Met behulp van morphing kan een beeld (bijvoorbeeld een personage) lang- zamerhand worden getransformeerd in een ander beeld, met een andere vorm en materie. Zie bijvoorbeeld hoe in WILLOW onder andere een geit en een tijger in een vrouw veranderen. Mooiste voorbeeld van morphing is de cyborg in TERMINATOR 2. In deze film zien we hoe de bewuste cyborg van mens in vloeibaar metaal transformeert en weer terug. Hoewel dit al indruk maakte, deed het feit dat de omgeving in het chroom van de cyborg weerspiegelde, f/x-specialisten helemaal verbaasd staan.

 

Digital composing

In de kaskraker FORREST GUMP gebruikte regisseur Robert Zemeckis ook de techniek digital composing. Bij compositing worden beelden met behulp van de computer uit verschillende beelden samengesteld. Op deze wijze kon men zelfs lieutenant Dan (Gary Sinise) zijn benen amputeren. En voor de kijkers die ondertussen al menige traan om deze tragedie hadden vergoten, dit effect werd bereikt doordat Gary Sinise een broek draagt waarvan de onderbenen blauw zijn. De computer gumt het blauwe deel van de broek uit, waardoor een realistisch effect wordt bereikt. Door middel van beeld-compositing worden de elementen die verdwijnen, doordat het filmbeeld als het ware wordt uitgewist, later weer teruggeplaatst.

 

Nog meer trucs uit de filmwereld: 

Mist

De eenvoudigste manier om nevel of mist te maken is met kooldioxyde. Kooldioxyde is een gas, maar het wordt vloeibaar als het onder druk gekoeld wordt. Als de druk wordt verminderd terwijl de temperatuur laag blijft, slaat het neer in de vorm van sneeuwkristallen, die tot droogijs samengeperst kunnen worden. Als deze ijsbrokken uit de vrieskist worden gehaald en in heet water worden gedompeld, ontstaat er mist. Het maken van mist kan beter beter in de hand worden gehouden met een ijsmachine. Dit is een gesloten tank met een opening waaruit de damp golvend naar buiten komt. Door een slang op de opening te monteren kan de mist in een bepaalde richting worden gestuurd. Lichtere, laaghangende mist wordt gemaakt door een niet-giftige olie met een verwarmingselement in een mistmachine te laten verdampen.

Bliksem op het toneel 

Voor bliksem op het toneel wordt in een bak een kleine lading bliksempoeder, dat bestaat uit het licht ontvlarnbare magne- sium, door een elektrische vonk ontstoken. Bij een andere methode wordt gebruik gemaakt van een flitslamp of een koolstofbooglamp. Een bliksemstraal kan nagebootst worden door een dia van een bliksemschicht op het decor te projec- teren. Voor bijna alle bliksem-effecten op het toneel gelden de brandvoorschriften.

Achterprojectie

De reusachtige aap King Kong baant zich een weg naar de open plek in het oerwoud en vindt zijn vrouwelijk slachtoffer vast- gebonden tussen twee stronken. Met één vinger maakt hij het touw los, hij pakt haar op, klemt haar in zijn reusachtige poot en gaat er vandoor. 

In deze scène uit de film King Kong (1933), was het 'monster' in werkelijkheid een 4,60 m groot model. De trucage werd bereikt met een techniek die achterprojectie heet. Hierbij worden films van de aap en van het decor geprojecteerd op de achterkant van een doorzichtig filmdoek, terwijl de actrice vóór het filmdoek speelt.Het grootste probleem bij deze techniek is dat de achterkantbeelden vlakker en vager zijn dan de actie op de voorgrond. Dit komt omdat de hoeveelheid licht die door het filmdoek heen dringt, geringer is dan de belichting op de voorgrond. Rond 1940 kon deze techniek verbeterd worden door de ontwikkeling van een drieledig systeem. Hierbij belicht één projector direct de achterkant van het filmdoek, terwijl aan weerskanten twee andere projecteren er via spiegels identieke beelden overheen projecteren.

 

Voorkantprojectie.

Toen de bescheiden verslaggever Clark Kent in Superman (1978) de Man van Staal werd, vloog hij boven Metropolis door de lucht met behulp van een techniek die voorkantprojectie heet.Dit is het omgekeerde van achterprojectie. Het achtergronddecor wordt nu vanaf de voorkant op een filmdoek achter de acteur geprojecteerd. Hoe kan men nu voorkomen dat de voor de achtergrond bestemde beelden op de acteur zelf verschijnen? Een projector beeldt de achtergrond af op een spiegel, die in een hoek tussen de projector en de camera is opgesteld. De beelden zijn zo vaag dat ze niet op de acteur te zien zijn. Het beeld wordt door een scherm met spiegelglas versterkt en weerkaatst naar de camera. Het licht van het scherm beweegt zich in een rechte lijn voort, zodat de schaduw van de acteur door zijn lichaam verborgen wordt.

 

 

 

 

 

 

 

 

De gefilmde achtergrond- beelden worden via twee spiegels, waarvan één een doorkijkspiegel is, op het filmdoek achter Superman geprojecteerd. Een camera filmt dwars door de spiegel heen en voegt beide beelden samen. Superman blijft onbeweeglijk, de achtergrondfilm beweegt! Foto rechts: het eindresultaat.

Bij de vliegscène in Superman wordt acteur Christopher Reeve ondersteund door een hydraulische arm die door het filmdoek steekt. Net als de schaduw onttrekt zijn lichaam ook deze arm aan het oog van de camera. Met zoomlenzen op de camera en op de projector, wordt de illusie van beweging en diepte geschapen. Stanley Kubrick was een van de eerste cineasten die gebruik maakte van voorkantprojectie.

 

Gestuurde beweging: de camera schept de beweging

De actiebeelden in Star Wars (1977), waarbij snelle ruimteschepen in enorme luchtgevechten waren, werden tot stand gebracht met modellen die niet bewogen. Bij deze techniek, die motion control, 'gestuurde beweging', heet, doen de camera's al het vliegwerk'. Men wilde de tijdrovende en dure methode die in 2001: A Space Odyssee gebruikt was, vermijden. In die film bleven de camera's staan en bewogen de modellen. Voor de scène waarin het ruimteschip Discovery door de ruimte reist, moesten vele opnamen van het model worden gemaakt. Dat was nodig om de bemanningsleden en de sterrenhemel in één filmbeeld op te kunnen nemen. Het model was 16,40 m lang; de camera draaide er telkens in viereneenhalf uur in een 45,70 m wijde boog omheen.

De oplossing bestond eruit dat het modelruimteschip hoog in de lucht op blauwe pijlers werd gezet die tegen de achtergrond van het blauwe filmdoek wegvielen. De camera's werden op een kraan geplaatst en beschreven een cirkel. De arm van de kraan kon draaien en op en neer bewegen. De camera draaide mee en kon vergezichten opnemen en voorwerpen alle kanten op volgen. Elke beweging kon worden herhaald omdat de arm computergestuurd was. Hierdoor kon steeds dezelfde film gebruikt worden om beelden toe te voegen. Zo kwamen laserstralen, oplichtende uitlaatgassen, explosies en achtergrondbeelden met sterren, op de juiste plaats in de film terecht.

Stilstaande beelden: modellen levensecht laten bewegen

De schrijver Sir Arthur Conan Doyle, bedenker van Sherlock Holmes, toonde in 1922 een animatiefilm van een dinosau- rusmodel aan de vereniging van Amerikaanse goochelaars. Conan Doyle vertelde zijn verbaasde publiek niet dat de film was opgenomen met een techniek die al eerder, maar dan minder overtuigend, gebruikt was in andere ,stomme' films. De Amerikaanse special effects-man Willis O'Brien had de techniek verbeterd. De opname kwam uit de film naar Conan Doyle's roman The Lost World, die in 1925 in roulatie was gebracht. Modellen worden tot leven gewekt door losse filmbeelden aan elkaar te plakken en tussen twee opnamen de positie van het model te veranderen. Als de film daarna op normale snelheid wordt afgedraaid, lijkt het model te bewegen.

Nadat alle mogelijkheden met het stilstaande beeld in King Kong waren uitgeprobeerd, werd deze techniek gebruikt om modellen op realistische wijze met menselijke acteurs samen te laten spelen. In deze scène uit Clash of the Titans (1981) zwaait Harry Hamlin, als de held Perseus, met zijn zwaard tegen denkbeeldige tegenstanders. De modelschorpioenen werden in alle standen beeld voor beeld gefotografeerd. De bewegingen werden aangepast aan die van Hamlin, die tegelijk met de achtergrond op de achterkant van het filmdoek werd geprojecteerd.

 

Clash of the Titans - The Stygian Witches

'Matte painting'. decors achter de acties 'plakken'

Elk decor kan met 'matte painting' aan een film worden toegevoegd, of het nu om een stadsgezicht in het oude Rome gaat of om een landschap op een andere planeet. Met deze techniek worden delen van de achtergrond afgedekt en later aan het decor toegevoegd. De voorloper van deze techniek was de glasschildertechniek, die rond 1930 werd uitgevonden. Hierbij werd een decor op een glasplaat geschilderd en voor de camera geplaatst, zodat de actie die gefilmd werd in het decor opging. De 'stomme'-fiimmakers bedachten later een directe camera-afdekking. Bij het maken van de filmopnamen werd een deel van de achtergrond afgedekt door een gedeeltelijk zwart geschilderde glasplaat voor de camera te zetten. Vervolgens werd de film teruggespoeld en overgezet op een andere camera. Deze projecteerde de beelden op een schildersezel en een kunstenaar beschilderde de afgedekte plekken met het gewenste decor. De beschilderde achtergrond en de actie-opname werden samengevoegd met behulp van een 'optische printer', die rond 1930 uitgevonden was. Het is een soort van kopieermachine die in staat is filmbeelden over elkaar heen te laten vallen en samen te voegen met andere filmbeelden, waardoor allerlei speciale effecten bereikt kunnen worden. Zo kunnen beelden geleidelijk in elkaar overlopen, kunnen ze direct worden verwisseld of worden stilgezet en kunnen verschillende losse opnamen worden gecombineerd.

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit levensechte magazijn in Raiders of the Lost Ark werd geschilderd. De echte actie werd toegevoegd in het smalle witte gebied in het midden van het schilderij. Zo was er geen kostbaar decor nodig.

Glasplaat met uitsparing

 

Raiders of the Lost Ark One of the best parts in the movie is the truck chase scene, where Indiana Jones is after the truck carrying the Ark.

(Indiana Jones belongs to Steven Spielberg and George Lucas)
 

Meedraaiende film: fantasie wordt zichtbaar

In de science-fiction film The Incredible Shrinking Man, lijkt acteur Grant Williams dagelijks kleiner te worden. Sommige opnamen werden gemaakt met reusachtige stoelen en tafels, maar soms werd de methode van de meedraaiende film gebruikt, bijvoorbeeld voor de scène waarin Williams wordt nagezeten door een kat die veel en veel groter lijkt te zijn.De techniek is vergelijkbaar met 'matte painting', alleen nu wordt er een 'gat' in het decor gemaakt, zodat de filmopnamen kunnen meedraaien. Het verplaatsbare 'gat' schuift mee met de positie van de bewegende acteurs of voertuigen. De techniek wordt veel gebruikt in Superman-films, vooral als de held grote afstanden vliegt en steeds kleiner wordt.

 

De meest gebruikte methode is die met het 'blauwe filmdoek'. De acteurs, de modellen of andere objecten worden gefilmd met een blauw scherm op de achtergrond. Het kleurennegatief wordt dan op een zwartwit-film afgedrukt, die alleen gevoelig is voor blauw licht. Het resultaat is een film waarbij de achtergrond helder is terwijl de voorgrond als een silhouet wordt afgebeeld. Dit is de meedraaiende film. Door deze in een optische camera mee te laten draaien, kan de ongewenste voorgrond afgedekt worden, terwijl de achtergrond wordt gefilmd.

Dunne blauwe lijn. 

  

De acteurs worden gefilmd en de achtergrond wordt later toegevoegd. Eerst wordt de actie tegen een blauwe achtergrond gefilmd. Zo ontstaat er een meedraaiend 'gat', dat zich verplaatst met de acteurs, zodat ze met de achtergrond samenvallen. Tijdens bet filmen van Raiders of the Lost Ark werden eerst studio-opnamen gemaakt met een blauwe achtergrond. Later werden de buitenscènes toegevoegd.

Bij het afdrukken van de achtergrond wordt het proces vervolgens omgekeerd, terwijl de actie op de voorgrond aan het negatief wordt toegevoegd. De film bevat dan een voor- en een achtergrond, die gecombineerd worden. Soms is een dunne blauwe lijn zichtbaar rondom de acteur of het model, maar tegenwoordig kan men deze lijn, die door het reflecterende licht wordt veroorzaakt, verwijderen.

Een andere methode om een meedraaiende film te maken, is gebruikt door Stanley Kubrick in zijn spectaculaire film 2001: A Space Odyssee. Op een film met op de voorgrond ruimtevaartschepen en op de achtergrond sterren, zouden normaal gesproken de sterren ook op de ruimtevaartschepen te zien zijn. Om dit probleem op te lossen maakte Kubric in de achtergrondfilm gaten in de vorm van ruimteschepen, die zich zo verplaatsten dat ze overeenkwamen met de bewegingen van de verschillende ruimteschepen. De oudste, meest tijdrovende methode om een meedraaiende film te maken, bestond uit het schilderen van silhouetten van ruimteschepen op honderden filmbeelden.

Twee effecten die in FORREST GUMP zijn gebruikt: de blue screen-techniek en compositing. Met behulp van een blauw projectiescherm werd zelfs de indruk gewekt dat Torn Hanks de hand schudde van president Kennedy.Deze scène kwam tot stand dankzij archiefbeelden waarop de president de hand schudt van een vrouwelijke bezoeker van het Witte Huis. Als eerste stap sneden technici Kennedy uit het beeld, hierna werd een nieuwe achtergrond gefilmd met acteurs. Daarna moest Hanks voor een blauw scherm oefenen op welke hoogte hij zijn hand moest uitsteken, anders konden de handen niet precies in elkaar worden geplaatst. Om de scène te completeren werden de verschillende elementen samengevoegd: het beeld van Kennedy, de nieuwe achtergrond en de handenschuddende Torn Hanks. Men stelt het licht wat bij, kleurt de achtergronden in en voilá, zie waar een beetje technische tovenarij al toe kan leiden. Het eindresultaat is vrijwel niet van echt te onderscheiden.

Poppenspel: de geheimen van ET

De laatste jaren creëren steeds meer filmmakers in hun producten angstwekkende wezens met behulp van poppen. Vele ervan zijn zeer geavanceerde staaltjes van techniek. Voor de film Jaws (1975) werden drie 7,60 m lange haaien gebouwd. Eén ervan werd op een soort slede door het water getrokken, onder begeleiding van duikers die de vinnen en de staart aanstuurden. De andere twee modellen bestonden slechts uit de linker- en rechterzijde van een haai, die dan ook van slechts één zijde werden gefilmd. Ze werden voortbewogen op een rails onder water en konden onderduiken en bovenkomen via een niet-zichtbare spil. De meest vertederende 'alien' van allemaal, ET (1982), bestond in feite uit meerdere verschillende ET's: drie werkmodellen op ware grootte, een los hoofd en een losse romp voor close-ups en ten slotte een echte acteur, een verklede dwerg.

 

Miniaturen en modellen: klein is effectief

Miniaturen - vaak eenvoudiger te bouwen, te manipuleren en te filmen dan het echte voorbeeld - variëren van modelauto's en -vliegtuigen tot complete steden en landschappen. Ze zijn overigens niet altijd even klein: de modelschepen uit de succesfilm Tora! Tora! Tora! (1970) waren maar liefst 12 m lang!

Bewegende miniaturen worden meestal met ultrasnelle camera's gefilmd, zodat de beweging bij afspelen op normale snel- heid realistischer oogt. De beweging van modelschepen in watertanks is moeilijk waarheidsgetrouw vast te leggen. Dit geldt ook voor het kielwater van een schip en de golfslag van de oceaan. Vertraging van de filmprojectie geeft de modelschepen een loggere, zwaardere en daarmee realistischer indruk.

'Hangende miniaturen' zijn modellen die dicht bij de camera zijn opgehangen om de illusie te wekken dat ze van grote afstand op ware grootte zijn gefilmd. In de James-Bondfilm The Man With The Golden Gun (1974) was de van een straalmotor voorziene vliegende auto van de schurk een model van ca. 1,50 m lengte, met een spanwijdte van ca. 3 m.Vele 'buiten'-scènes in Close Encounters Of The Third Kind (1977), zoals het landschap in Indiana waarboven gigantische UFO's verschenen, waren opnamen van precies nagebouwde miniaturen. 

05-02-2010 CKV-1

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-1 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum.  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Geraadpleegde literatuur o.a.: Video Jaarboek 96, Hoe werkt dat? Amsterdam zj.

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven: het Nederlandse onderwijs is een kale kip en daar valt dus niets te plukken.