|
Jacques Offenbach
de vader van de operette |
De Duitse componist Jacques Offenbach (1819-1880) werd geboren in Keulen. Zijn vader was de cantor van de Joodse gemeente in deze stad. Offenbach studeerde enige tijd cello aan het conservatorium in Parijs. Hij werd cellist bij de "Opéra Comique" en in 1849 kapelmeeser van het "Théâtre Français". | |
|
|
Tijdens de
Wereldtentoonstelling in 1855 opende hij aan de Champs Elysées een
eigen theater, Bouffes-Parisiens. In dit theater produceerde hij veel,
vooral korte stukken. Hij experimenteerde met een nieuwe vorm van
opera, die later operette zou gaan heten. Hiervoor componeerde hij
talrijke operettes en operetteachtige werken, waarin hij de opera, de
mythologie, Wagner, het Parijse leven, het militarisme en de romantiek
parodieerde.
In dit theater kent hij zijn eerste successen met komische opera's of opéras bouffes (eenakters). In drie jaar tijd schrijft hij 24 stukken in deze stijl waaronder "Entrez, Messieurs, Mesdames", "La nuit blanche", "Arlequin barbier" en "Les deux aveugles".
Orphée aux enfers met de bekende cancan |
|
|
De Bouffes-Parisiens traden ook op in
Groot-Brittannië, maar financiële moeilijkheden dwongen Offenbach de
wijk te nemen, eerst naar Brussel, daarna naar Ems. Hier begon hij met
het componeren van de operette Orphée aux enfers (1858; hierin
de bekende cancan), waarvan de opvoering in Parijs de bloeitijd van de
Franse operette inluidde (La belle Hélène, 1864; La vie
parisienne, 1866) Natalie Dessay and Laurent Naouri perform "Il m'a Semble sur mon Epaule (The Fly Duet)" from Offenbach's "Orphée aux Enfers."
|
|
![]() |
Het
uitbreken van de Frans-Duitse Oorlog in 1870 betekende het einde van
Offenbach's populariteit. In 1876 maakte hij nog een concertreis naar
Amerika. Zijn gezondheid verslechterde hierna echter snel. Met veel
moeite kon hij "Les contes d'Hoffmann" nog afmaken, maar
voor het stuk werd opgevoerd, overleed Jacques Offenbach in Parijs in
1880.
Offenbach
is de grootmeester van de Franse operette en heeft op de ontwikkeling
van het genre grote invloed gehad. Na
zijn overlijden werd deze beroemde componist ook wel de 'vader van de
operette' genoemd. Hij was het die de vorm gaf aan de operette die het
nu heeft en het behoort tot 'het licht muzikaal theater'. WERK: (behalve de genoemde): Operettes, komische opera's e.d. (naar eigen opgave 102): L'alcôve (1847); Pépito (1853); Les deux aveugles (1855); La nuit blanche (1855); Le mariage aux lanternes (1857); Croquefer (1857); Mesdames de la Halle (1858); La Chanson de Fortunio (1861); Le soldat magicien (1864); Barbe-bleue (1866); La périchole (1868); Les brigands (1868). – Voorts: salon en dansmuziek; balletten en toneelmuziek; koorwerk en liederen. – Geschriften: Notes d’un musicien en voyage (1877); Offenbach en Amérique (1877). |
|
Vaklokaal CKV-1 digitale school Samenstelling
bronmateriaal uitsluitend en alleen ten behoeve van het nieuwe vak
ckv-1 uit het algemeen deel voor havo en atheneum. Meewerken
aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Is
er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van
uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en
wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van
internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven. |