Het monument de Dokwerker is ontworpen en gemaakt door de beeldhouwer Mari Andriessen. Hij maakte het beeld in opdracht van het Amsterdamse gemeentebestuur ter nagedachtenis van de Februaristaking 1941. In 1951 kreeg Andriessen het idee om Willem Termetz te vragen om voor zijn beeld te poseren. Termetz was een Haarlemse timmerman en aannemer die Andriessen al geruime tijd voor de oorlog kende. Vermoedelijk zaten ze ook samen in het verzet.
De zware soepele lichaamsbouw van Termetz had waarschijnlijk de uitstraling die Andriessen voor zijn beeld zocht. Termetz stond niet te trappelen om mee te werken aan het project van Andriessen. Niet omdat hij de beeldhouwer niet wilde helpen, maar omdat de Februaristaking voor hem iets heiligs was en hij niet overtuigd was van de noodzaak dat er een beeld van moest worden gemaakt. Uiteindelijk was het Godfried Bomans die hem overhaalde wel te poseren. Na verschillende ontwerpen zou de definitieve versie in een gipsmodel medio 1951 klaar zijn. Het werd een jaar later. De Dokwerker is in een Parijse gieterij gegoten.
Door foto's wordt het beeld in de pers bekend. Op 28 maart 1952 schrijft het Haarlems Dagblad:

Mari Andriessen heeft ter symbolisering van de staking een gewone dokwerker genomen en geenszins een geïdealiseerde arbeider.

Dat is de eerste keer dat het woord 'dokwerker' is genoemd. Het is ook bijna zeker dat het woord van Andriessen zelf afkomstig is. De Dokwerker wordt door iedereen met veel enthousiasme onthaald. Koningin Juliana onthulde het in december 1952 en sindsdien is het beeld de centrale plek van de herdenking. De Dokwerker heeft niet altijd op de plek gestaan waar hij nu staat. In het begin stond hij met zijn armen gestrekt naar het Waterlooplein . In 1970 is het beeld verplaatst richting de synagoge vanwege werkzaamheden aan de metro.

De Dokwerker

Mari Andriessen

De keuze voor het Jonas Daniël Meijerplein heeft te maken met de razzia's van 1941, maar ook met de onzekerheid, vlak na de oorlog, over hoe de jodenbuurt zou worden opgeknapt. En met de plannen om aan het Waterlooplein een nieuw stadhuis te bouwen.


Het monument is niet alleen de centrale plaats van de herdenking van de Februaristaking, het is ook een aantal keren het begin of eindpunt geweest van demonstraties tegen racisme.

 

 

Mari Andriessen heeft in eigen bewoordingen gereageerd op de waardering, die hem deelgenoot is geworden voor het ontwerpen en maken van de Dokwerker. In 1972 zei Andriessen hierover:


"En die Dokwerker, dacht ik dikwijls, ja waarom is dat nou zo'n succes? En ik herinner me dat ik die tijd toen de Dokwerker geplaatst was in café Keijzer naast het Concertgebouw kwam, daar zat Bloem en toen zeg ik tegen Bloem, zeg, ik geloof dat ik enigszins beroemd word. En toen zei hij,nou, beste jongen, je verdient het. Ja, maar hoe komt dat nou? Moet jij mij eens uitleggen waar hem dat nou in zit. En toen zei Bloem na een hele tijd van nadenken: "Kijk , ik geloof dat het daarin zit dat je op een bepaald ogenblik iets zegt, dat op dat bepaalde ogenblik gezegd moet worden. " En ik geloof ook dat dat werkelijk het geheim ervan is, want dat beeld is voor mijn gevoel helemaal niet beter dan een ander beeld, maar daar straalt blijkbaar iets van uit, zeker in die tijd - want dat is nu allemaal weer een beetje vergeten - dat toen op een of andere wijze de mensen aansprak. Want ik herinner me dat ik, niet zo lang nadat het beeld onthuld was, in een cafeetje daar in de buurt met een vriend kwam en toen hadden we het over dat beeld en toen zei die man achter de toonbank: "Heb jij dat beeld gemaakt?" Toen zei ik: "Ja." Hij zei: "Drink eens uit, je kunt net zoveel borreltjes drinken als je wilt." En dat is een veel aardiger succes dan een eigenwijs artikel in een krant. Ik heb het dikwijls gemerkt dat arbeiders en zo van dat beeld houden en daar blijkbaar een soort bevrijding in vinden, dat dat gemaakt is. En waar hem dat nou in zit, ik geloof niet in de esthestische kwaliteiten, maar in iets anders. Ik heb er dikwijls over nagedacht, maar ik kan het niet vinden."