VROUW:
Hallo - hallo - hallo - Nee,
mevrouw, dit is een gemeenschappelijke lijn, hangt u op - Hallo -
u spreekt met een andere gebruiker - Oh! - Hallo - Maar mevrouw,
hangt U zelf op - Hallo? juffrouw - hallo - Laat ons met rust -
welnee, dit is dokter Schmit niet - Nul acht, niet nul zeven -
Hallo - Dat is belachelijk - Ik word gebeld; ik weet het niet -
Hallo - Maar mevrouw, wat wilt u dat ik doe? U bent erg
onvriendelijk - Hoezo, mijn schuld - Helemaal niet - helemaal niet
- Hallo, hallo juffrouw - Ik word gebeld en ik kan niet spreken.
Er zijn andere mensen op mijn
lijn. Zegt u aan die dame dat ze weggaat. Hallo, ben jij het? Ben
jij het? Ja - ik versta je slecht - je bent ver weg, ver weg -
Hallo - het is afschuwelijk er zijn vreemde mensen op de lijn. Bel
me nog eens. Hallo, bel-me-nog-eens. Ik zeg, bel me terug - Maar
mevrouw gaat u dan toch weg, ik zeg u
toch dat ik dokter Schrnit niet ben -
Hallo -Ah! Eindelijk - Jij - Ja -
Heel goed - Hallo! - Ja - Het is een kwelling je te horen door al
die mensen heen - Ja - Ja - Nee - Het is een bof - Ik kom net tien
minuten geleden thuis - Had je nog niet eerder gebeld? Ah! - Nee,
nee - Ik heb in de stad gegeten - bij Marthe - het zal kwart over
elf zijn - Ben je thuis? Kijk dan op de elektrische klok - Dat
dacht ik ook - Ja, ja lieveling - Gisteravond? Gisteravond ben ik
direct naar bed gegaan en omdat ik niet slapen kon heb ik een
tablet genomen - Nee - één maar - om negen uur - Ik had een
beetje hoofdpijn maar ik ben flink geweest.
Marthe is geweest. Ze heeft bij me
geluncht. Ik heb boodschappen gedaan. Ik ben weer thuisgekomen. Ik
heb alle brieven in de gele tas gepakt. Ik heb - Wat? - Heel sterk
- Ik zweer je - Ik heb moed, veel moed - Daarna? Daarna heb ik me
verkleed. Marthe is me komen halen en dus - Ik kom net terug van
haar huis. Ze is fantastisch geweest - Heel, heel lief,
fantastisch - Zo lijkt ze, maar zo is ze niet. Je had gelijk zoals
altijd - Mijn roze japon, met het bont - Mijn zwarte hoed - Ja, ik
heb mijn hoed nog op mijn hoofd - Nee, nee, ik rook niet. Ik heb
maar drie sigaretten gerookt - Jawel, dat is waar - Jawel, jawel -
Je bent lief - En jij? kom je thuis? Je bent thuis gebleven - Welk
proces? - Ach, ja - Maak je niet te moe - Hallo! hallo! Breekt u
ons niet af, hallo!
Hallo! lieveling - Hallo! - Als ze
ons verbreken bel me dan meteen terug
- natuurlijk - Hallo! Nee - ik ben hier - De tas? - Jouw brieven
en die van mij. Je kunt ze laten ophalen wanneer je wilt - Een
beetje hard - Ik begrijp het - Oh! lieveling, maak geen excuses,
het is heel normaal en ik ben het die dom doet - Je bent lief - Je
bent lief - Ik ook niet, ik dacht ook niet dat ik me zo goed zou
houden - Er valt niets te bewonderen. Ik gedraag me als een soort
slaapwandelaar. Ik kleed me uit, ik ga uit, ik kom thuis,
machinaal. Misschien ben ik morgen minder flink - Jij? Nee, schat
-
Maar, lieveling, ik heb je geen
schijn van verwijt te maken -
Ik - Ik - Laat - Hoe? - heel normaal - Juist niet - Het - We
hadden altijd afgesproken dat we open kaart zouden spelen en ik
zou het misdadig hebben gevonden als je me niets had laten weten
tot op het laatste ogenblik. Dat zou een te harde klap zijn
geweest, terwijl nu, ik heb de tijd gehad er aan te wennen, te
begrijpen - Komedie? - Wie? - Dat ik komedie speel tegen jou?! -
Je kent me toch, ik ben niet in staat zo ver te gaan - Helemaal
niet - helemaal niet - Dat zou je horen
- Ik zeg, dat zou je horen. Heb ik de stem van iemand die iets
verbergt? - Nee, ik ben vastbesloten moed te houden en dat zal ik
ook - Geef toe - dat was niet hetzelfde - dat kan wel, maar je
kunt je angsten hebben, je ongeluk zien aankomen, je valt toch als
de klap komt - overdrijf niet -
ik heb toch in ieder geval de tijd
gehad er aan te wennen. Jij was
altijd zo vol zorg om me te sussen, veilig te laten slapen
- Onze liefde was in strijd met al te veel dingen. We hadden óf
weerstand moeten bieden, nee zeggen tegen vijf jaren van geluk,
óf de risico's aanvaarden.
Ik heb nooit gedacht dat het leven
zou schikken. Ik betaal duur voor een
onschatbaar geluk - hallo - onschatbaar - en ik heb er geen spijt
van - ik heb - ik heb nergens spijt van, nergens - Je - je vergist
je - je - je - je vergist je. Ik heb - Hallo! ik heb wat ik
verdien. Ik heb gek willen zijn
voor een waanzinnig geluk - lieveling - luister - hallo! -
lieveling - laat - hallo - laat me uitpraten. Geef jezelf de
schuld niet. Alles is mijn schuld geweest.