Jozef Israëls |
|
Alles wat
met het vissersleven te maken had boeide Jozef
Israëls. Hij schilderde tientallen vissersfiguren, en dan ging het niet om
individuele portretten, maar om algemene, anonieme figuren. De mensen die
Israëls schilderde roepen een sfeer op. Ze verbeelden het eenvoudige,
armoedige vissersbestaan, maar wel met een romantisch tintje. Jozef Israëls raakte in 1855, tijdens een verblijf in
Zandvoort, geboeid door het leven van het vissersvolk. Tien jaar daarvoor
was hij naar Parijs vertrokken. Daar had hij gezien hoe de Franse
schilders het volksleven vastlegden. Ongeromantiseerd werd het harde leven
van alledag door de Fransen uitgebeeld. Israëls maakte zijn scènes over het algemeen ingetogener.
Vissersmeisje op het strand / Vrouw in badpak aan zee Toen Israëls met zijn vrouw Aleida Schaap en hun kinderen, Mathilde en Isaac, naar Den Haag verhuisde legde hij zich een tijdje uitsluitend toe op de vissersfiguren. Hij liet achterin zijn tuin een groot atelier bouwen, waarin een speciaal vissershoekje werd ingericht. Daar liet hij zijn modellen poseren. Op de schilderijen leek het echter alsof hij de mensen in hun eigen, armoedige omgeving vastlegde. Hij schilderde dus een schijnrealiteit. |