| |
VISSTILLEVENS in de 17de EEUW | |
Om in de zeventiende eeuw een goede schilder te kunnen zijn moest je verstand hebben van álles. Licht, perspectief, anatomie, mythologie, poëzie, sterrenkunde, geschiedenis. En zelfs van de snotolf, de kwabaal en de brasem. | |
Het
genre visstilleven - waarschijnlijk wist amper de helft van de
kunsthistorische wereld er tot voor kort het fijne van, laat staan het
museumpubliek. Er waren al bloemstillevens,
jachtstillevens, fruitstillevens,
vanitas-stillevens
en ontbijtjes;
nu blijkt er in de 17de eeuw ook een markt geweest te zijn voor
uitgestalde vis.
Van alle schildergenres is het visstilleven het minst opzichtig gebruikt om symbool te staan voor de een of andere moraal. Uit schilderijen van onder andere Frans Snijders, Abraham van Beijeren en Pieter Claesz Heda. blijkt eerder een haast biologische nieuwsgierigheid, een fusie van wetenschap en kunst. | |
Abraham van Beijeren: stilleven met strand (1620) | |
Minutieus werden de
schubben en tentakels, het vocht en het slijm van de dode vissen
geschilderd. In de zeventiende eeuw zullen vissen dan ook, nog meer dan
nu, verwondering hebben opgeroepen. Ze leefden ten slotte in een wereld
die niet geobserveerd kon worden, onderwatercamera's waren er nog niet.
Vissen konden niet 'naar het leven' geschilderd worden.
En met dode (of spartelende) vissen was het nog niet zo makkelijk om een levendige voorstelling te maken. Om platte composities te voorkomen stapelden sommige schilders de slappe vissen op tot een piramide, of hingen ze op aan een touwtje. De vissen uit de Hollandse rivieren en de Noordzee zijn bovendien nogal somber van kleur. Daarom werd de visvangst door veel schilders flink gemanipuleerd. Zo ligt er tussen menige uitstalling van rauwe, net gevangen vis een versgekookte kreeft, als lekker felrood accent. Toch is het opvallend dat er weinig aanwijzingen zijn voor symbolische betekenis in de stillevens. In de andere schildergenres en in de zeventiende eeuwse literatuur werden vis en visvangst namelijk wél dankbaar gebruikt als beeldspraak voor liefde en geloof. Er werd wat aan de haak geslagen in de gedichten van Vondel en Cats in de stillevens. | |
|
Clara Peeters (1611) Visstilleven met een kandelaar |
De allegorische
of religieuze verwijzingen (bijvoorbeeld met een
afbeelding van de wonderbare visvangst door de apostelen, symbool voor het
vissen naar zielen in de zee van zonde) zijn allemaal erg marginaal. Hier
en daar kan een vis als fallisch symbool gezien worden, en als de bezoeker
heel graag wil, kan bij bij de enkele vlieg die op een vis
geschilderd is 'ijdelheid, vergankelijkheid!' roepen. Maar het is
allerminst zeker of de schilderijen als vanitas-stillevens bedoeld
zijn.
Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van bevo. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Geraadpleegde lit: Visstilleves als fusie tussen wetenschap en kunst. Wieteke van Zeil. De Volkskrant van 27-02-2004 Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.
|