BRONNENBUNDELS
 


Modelleren met licht

Leone Battista Alberti (1404-1472)
is een karakteristieke vertegenwoordiger van de renaissance opvattingen over kunst waarbij een wetenschappelijke en rationele benadering van natuurlijke verschijnselen een uitgangspunt wordt. In zijn boek De Pictura geeft hij veel aandacht aan de observatie van het licht en de toepassing daarvan in de schilderkunst.

Uit: L.B. ALBERTI, De Pictura. Ed. C. Grayson, London 1972
 

8) (...) Bij een bol of hol object kan men, als er maar één lichtbron is, waarnemen dat het oppervlak voor een deel vrij donker is en voor een ander deel lichter, terwijl je, bij dezelfde afstand zonder dat de oorspronkelijke plaatsing gewijzigd is, de delen die eerst licht waren als donkere delen ziet en de delen die eerst in de schaduw waren als lichte delen, als het oppervlak van een àndere zijde licht ontvangt. En als er verscheidene lichten zijn, zullen verschillende plekken van licht en donker hier en daar elkaar afwisselen, afhankelijk van het aantal en de kracht van de lichten. Dit kan experimenteel bevestigd worden.

10) Masaccio, Fresco in de Brancaccikapel, voor 1428. Kop van Petrus, détail van de Cijnspenning
 
9) Op dit punt aangekomen moeten we iets zeggen over licht en kleur. Het is duidelijk dat kleuren variëren in overeenstemming met het licht, daar elke kleur er in de schaduw anders uitziet dan geplaatst onder lichtstralen.
Schaduw maakt een kleur donker en licht maakt de kleur stralend en helder. De wijsgeren zeggen dat niets zichtbaar is zonder licht en kleur. Er bestaat dus een zeer nauw verband tussen kleur en licht binnen de functie van het zien en hoe ver dit gaat, kan waargenomen worden door het feit dat naarmate het licht verdwijnt, de kleuren ook verdwijnen en als het licht terugkeert, de kleuren met de kracht van het licht weerkeren.
(...)

Als schilder is mijn eigen opvatting over kleur dat er uit het mengen van kleuren een bijna oneindige verscheidenheid van andere kleuren ontstaat, maar dat er voor schilders vier ware soorten kleur zijn in overeenstemming met het aantal elementen en dat hieruit vele kleursoorten gevormd worden. Je hebt de vuurkleur, die men rood noemt en de luchtkleur, die blauw of blauwgrijs genoemd wordt en het groen van water en de aarde, die de kleur heeft van as. We zien dat alle andere kleuren, als Jasper en porphyr, gemaakt worden door menging. Zo zijn er dus vier soorten kleur met een ontelbaar aantal variaties naarmate wit en zwart worden toegevoegd. Want we zien hoe de groene bladeren langzamerhand hun groenheid verliezen tot zij wit worden. We zien hetzelfde met de lucht gebeuren, hoe deze, zoals vaak het geval is, rond de horizon met een wit-achtige nevel overdekt wordt en daarna langzamerhand weer zijn ware kleur krijgt. En bij rozen zien wij ook dat sommige een rijke, helder rode kleur hebben, dat andere als de wangen van meisjes zijn en weer andere op bleek ivoor lijken. De kleur van de aarde kent ook zijn soorten, afhankelijk van menging met wit en zwart.

 

10) Het mengen met wit verandert de elementaire kleuren dus niet, maar schept variëteiten in de kleur. Zwart heeft ook een dergelijk vermogen want vele kleurvariëteiten ontstaan door de toevoeging van zwart. Dit blijkt uit het effect van schaduw op de kleur want naarmate de schaduw dieper wordt, neemt de helderheid en de witheid van een kleur af en als het licht toeneemt, wordt de kleur helder en lichter. De schilder kan er dus van overtuigd zijn dat wit en zwart geen echte kleuren zijn maar, zou men kunnen zeggen, zij temperen de kleur want de schilder heeft niets anders dan wit ter beschikking om de helderste lichtgloed weer te geven en slechts zwart voor de donkerste schaduwen. Bovendien zul je geen enkel wit of zwart vinden dat niet behoort tot een of andere kleursoort.

11) Nu zullen wij spreken over de lichteffecten. Sommige komen van sterren, zoals de zon, de maan en de morgenster, andere van lampen en vuur. Er is onderling een groot verschil want het licht van sterren veroorzaakt schaduwen die precies dezelfde afmetingen hebben als de objekten, terwijl schaduwen door een vuur groter zijn dan de objecten. Een schaduw ontstaat wanneer lichtstralen worden onderschept. Stralen, die onderschept worden, worden òf naar elders gereflecteerd òf keren tot zichzelf terug. Zij worden bijvoorbeeld gereflecteerd als zij terugkaatsen vanaf het wateroppervlak naar het plafond; en stralen worden altijd volgens dezelfde hoeken teruggekaatst, zoals wiskundigen bewijzen. Maar dit zijn zaken, die betrekking hebben op een ander aspect van de schilderkunst. Gereflecteerde stralen nemen de kleur aan van het oppervlak vanwaar zij weerkaatst worden. We zien dit gebeuren als de gezichten van mensen, die in een weiland lopen, een zweem van groen lijken te hebben.
(...)
 

 

30) We verdelen de schilderkunst in drie delen en we leren deze indeling van de Natuur zelf. Daar de schilderkunst tot doel heeft dingen, die gezien zijn, weer te geven, moeten wij opletten hoe in feite dingen gezien worden. Allereerst zien wij een ding, als wij er naar kijken, als een object dat een (bepaalde) ruimte inneemt. De schilder zal om deze ruimte heen tekenen en hij zal dit proces van het schetsen van de omtrek, eigenlijk circumscriptie (Latijn = omschrijving), contour noemen. Vervolgens onderscheiden wij, als wij kijken, hoe de verschillende oppervlakken van het desbetreffende object in elkaar zitten; als de kunstenaar deze combinaties van oppervlakken in hun juiste verhouding tekent, noemt hij dit terecht: Compositie. Tenslotte nemen wij door te kijken duidelijker de kleuren van oppervlakken waar: het weergeven van dit aspect in de schilderkunst wordt terecht 'opvangen' van licht genoemd, daar alle variaties ervan door licht veroorzaakt worden.
(...)

14) Masaccio, Fresco in de Brancaccikapel, voor 1428. Adam en Eva uit het paradijs verdreven, détail
  46) Ik zou de schilder, die het effect van elk soort licht en schaduw op alle oppervlakken niet behoorlijk begrijpt, beschouwen als iemand van weinig of geen verdienste. In de schilderkunst zou ik - en zowel vakman als leek zal het met mij eens zijn - die gezichten prijzen, die uit het werk tevoorschijn lijken te komen alsof zij gebeeldhouwd zijn en ik zou die gezichten afkeuren, waaruit geen ander kunstenaarschap blijkt behalve dan misschien uit de tekening. Ik zou graag zien dat een compositie goed getekend en uitmuntend gekleurd is. Daarom moeten schilders, om afkeuring te vermijden en lof te verdienen, allereerst met zorg licht en schaduw bestuderen en opmerken dat de kleur helderder en lichter is op dàt oppervlak waarop de stralen van het licht vallen en dat dezelfde kleur donkerder wordt, waar de kracht van het licht langzamerhand minder wordt. Ook moet opgemerkt worden hoe schaduwen zich altijd bevinden aan de kant, die van het licht afgewend is, zodat er in geen enkel object een oppervlak belicht wordt zonder dat je aan de andere zijden oppervlakken aantreft, die in de schaduw liggen.

Maar met betrekking tot het weergeven van licht met wit en schaduw met zwart, raad ik u aan om speciaal studie te maken van die oppervlakken, die in licht of schaduw gehuld zijn. U kunt heel goed leren van de Natuur en van de objecten zelf. Als u hen door en door begrepen hebt, kunt u de kleur veranderen met een beetje wit, zo spaarzaam mogelijk aangebracht op de juiste plaats binnen de omtrekken van het oppervlak en zo ook wat zwart toevoegen op de tegenoverliggende plek. Door wit en zwart zogezegd in evenwicht te brengen, zal een oppervlak met relief nog sprekender worden. Ga zo door met spaarzame toevoegingen tot u het gevoel hebt het verlangde effect bereikt te hebben. Een spiegel zal een uitstekende hulp zijn om dit te weten te komen. Ik weet niet hoe het komt dat schilderijen, die foutloos zijn, er in de spiegel mooi uitzien; en het is opmerkelijk hoe elke fout in een schilderij er nog onooglijker uitziet in een spiegel. Zo kunt u dus de dingen die aan de Natuur ontleend zijn verbeteren met behulp van een spiegel.

 

15) Andrea Mantegna, Camera degli Sposi, Hertogelijk paleis Mantua

47) Hier wil ik een paar dingen vertellen, die ik van de Natuur geleerd heb. Ik heb opgemerkt dat vlakke oppervlakken over het geheel een uniforme kleur behouden, terwijl bolle en holle oppervlakken verschillen in kleur vertonen, hier lichter, daar donkerder en elders een soort 'tussenkleur'. Deze kleurvariatie in andere dan vlakke oppervlakken, stelt niet zo sterke schilders voor problemen. Maar als de schilder, zoals ik uitgelegd heb, de omtreklijnen van de oppervlakken correct heeft getekend en de begrenzing tussen lichter en donkerder duidelijk heeft geschetst, zal de methode van het aanbrengen van kleur gemakkelijk zijn. Hij zal eerst beginnen de kleur van het oppervlak te wijzigen met het nodige wit of zwart door deze als zachte dauw tot aan de begrenzingslijn aan te brengen. Dan zal hij doorgaan met nog een tipje als het ware aan deze zijde van de lijn en daarna nog één aan deze kant, dan nog één hier weer naast, zodat het deel dat meer licht ontvangt, niet alleen een helderder kleurtint krijgt maar de kleur ook steeds meer oplost als rook op de naast elkaar liggende stukken.

 
 

Maar u moet onthouden dat geen oppervlak zo wit gemaakt moet worden dat u het niet nog veel witter zou kunnen maken. Zelfs als u sneeuwwitte kleding moet weergeven, moet u stoppen vóór u het witste wit hebt bereikt. Want de schilder heeft geen andere middelen dan wit om de felste glimlichten van de meest gepolijste oppervlakken weer te geven en slechts zwart om de diepste schaduwen van de nacht weer te geven. Daarom moeten wij om witte kleren te schilderen één van de vier kleursoorten nemen, die helder en licht is; en net zo moeten wij bij het schilderen van bijvoorbeeld een zwarte jas, het andere uiterste nemen dat niet ver van de diepste schaduw ligt, zoals de kleur van de diepe, donkere zee. Deze compositie van wit en zwart heeft zo'n macht dat deze, indien vakkundig uitgevoerd, in de schilderkunst de glimmende oppervlakken van goud, zilver en glas kan uitdrukken. Bijgevolg moeten die schilders, die onmatig veel wit gebruiken en onachtzaam zijn in het gebruik van zwart, streng veroordeeld worden. Ik zou willen dat wit bij schilders kostbaarder dan edelstenen zou zijn.

Het zou een goede zaak zijn als wit en zwart gemaakt zouden worden van de parels, die Cleopatra oploste in azijn, zodat schilders er zo zuinig mogelijk mee om zouden gaan, want hun werk zou zowel aangenamer zijn als dichter bij de waarheid. Het is niet gemakkelijk uit te drukken hoe terughoudend en voorzichtig men moet zijn in het verdelen van wit in een schilderij. Op dit punt had Zeuxis (een schilder uit de oudheid, vert.) de gewoonte schilders te veroordelen, omdat zij geen idee hadden wat te veel was. Als enige toegefelijkheid voor fouten op z'n plaats is, dan eerder voor degenen, die zwart kwistig gebruiken dan voor degenen, die wit enigszins onmatig toepassen; want wij leren van nature, met de ervaring van het schilderen, werk dat donker en akelig is na verloop van tijd te haten en hoe meer wij leren, hoe meer we onze hand afstemmen op gratie en schoonheid. Wij allen houden van nature van dingen die open en licht zijn. Daarom moeten wij des te sterker de weg versperren waarlangs men gemakkelijker verkeerd kan gaan.

 

16) Andrea Mantegna, Camera degli Sposi, Hertogelijk paleis Mantua
49) Er zijn schilders die een buitensporig gebruik van goud maken omdat zij denken dat het een zekere verhevenheid aan de schilderkunst verleent. Ik zou hen helemaal niet prijzen. Zelfs als ik Vergilius' Dido wilde schilderen met haar gouden pijlkoker, haar haar met goud bijeengehouden, haar kleed bevestigd met een gouden speld, haar strijdwagen met gouden teugels besturend en al het andere, schitterend van goud, zou ik eerder proberen deze rijkdom aan gouden stralen met kleuren weer te geven dan met goud, dat de ogen van de toeschouwers vanuit alle hoeken bijna verblindt. Behalve dat de kunstenaar meer bewondering en lof verdient voor het gebruik van kleuren, is het ook waar dat vele oppervlakken, die als licht en glimmend zouden moeten optreden, er voor de beschouwer donker uitzien als zij in goud op een vlak paneel waren uitgevoerd, terwijl andere, die donker zouden moeten zijn, waarschijnlijk lichter lijken.