![]() |
BRONNENBUNDELS |
J. B. van Loghem (1881-1940)
bouwde aanvankelijk villa's. Na zijn aansluiting in 1918 bij de Bond van Revolutionair Socialistische lntellectueelen ging hij zich vooral toeleggen op volkswoningen. In 1926 en 1927 verbleef hij in Rusland. In 1932 verscheen zijn boek over de Nieuwe Zakelijkheid in Holland. Van Loghem zag architectuur vooral in relatie met de (socialistische) maatschappij. |
||
Uit: J.B. VAN LOGHEM, Bouwen-Bauen-Batir-Building, Holland, Nieuwe Zakelijkheid Amsterdam, 1932 |
het is geen toeval, dat
bij de nieuwe bouwwerken, voor zoover deze niet van doorzichtig materiaal
zijn opgetrokken, de vaste materialen dikwijls zuiver wit zijn, terwijl
de naadlooze verschijning daarbij past. de witte bepleistering, emailleering of betegeling van bijna alle nieuwe bouwwerken is geen dekmantel voor constructieve of technische onvolkomenheden, het is de vertolking van het verlangen naar zuiverheid en reinheid van uitdrukking, terwijl gespannenheid en strakheid ook hèt beste door de gladde afwerking tot uiting komen. de witheid is ook te verklaren als een middel om de laatste rest van zwaarte, die nog door de constructievorm bewaard is, althans voor oog en gevoel, tot het uiterste te reduceren. waarschijnlijk zal een zuiverder techniek de verschijning der gebouwen nog kunnen verijlen, zoodat het thans nog sterk geprononceerde wit ten deele zal kunnen vervallen. |
|
(...) wanneer meer
en meer in de nieuwe architectuur door de ijlheid en openheid der constructies
gezocht wordt naar een groote ineenvloeiing van interieur en exterieur,
naar een open stad en een open woning, dan ligt het voor de hand, dat de
meubilering der nieuwe gebouwen een geheel ander karakter zal moeten dragen
dan tot heden gebruikelijk. het verlangen naar ruimtewerking, naar openheid,
naar licht en lucht brengt vanzelf het verlangen naar weinig meubelen en
lichte meubelen naar voren. de industrie die thans reeds - hoewel onze woningen
nog allerminst aan die eischen van openheid voldoen - de markt overstroomt
met lichte stalen en houten meubelen, schijnt in haar hervormingsdrang de
tijd vooruit te willen loopen. |
||
(...) nieuwe gebouwen moeten niet altijd anders zijn dan oudere, omdat de architect daaraan zomaar een andere vorm wil geven, maar nieuwe gebouwen zijn anders, omdat tijdgeest en levenshouding zich voortdurend wijzigen, en omdat de techniek zich daaraan aanpast. was een gebouw vroeger een samenstelling van muren met ramen, thans is een gebouw tot iets geheel anders geworden, meestal tot een ijl skelet van ijzer of gewapend beton met lichte vullingen voor afsluiting naar buiten of dunne en zoo mogelijk verplaatsbare wanden binnen, zoodat bij wijziging van de gebruikseischen zonder ingrijpende verbouwingen daaraan kan tegemoet gekomen worden. vóór alles zal de dynamische kracht van den tijd sterk zijn stempel op het nieuwe gebouw drukken. | ||
(... ) wanneer dus
onze op steenklompen gelijkende huizenblokken zullen verdwijnen om plaats
te maken voor zuiver geproportioneerde glazen torens, zoodat de arbeid der
menschen niet langer in donkere of electrisch verlichte ruimten behoeft
plaats te hebben, maar als het ware in de open lucht geschiedt tusschen
planten, boomen of in de wolken - in volkomen stilte - dan zal er toch wel
iets ten goede aan het stadsbeeld en het stadsleven zijn veranderd. denkt men zich boven die glazen torens geruischlooze vliegtuigen, dan zal men pas recht van een werkelijke verovering van de lucht door de mensch kunnen spreken. |
||
69 J.A. Brinkman, Een nieuwe
manier van bouwen vereist nieuwe materialen |
![]() |