![]() |
BRONNENBUNDELS |
Rob Scholte
In zijn schilderijen maakt Rob Scholte veel gebruik van beeldcitaten: alle soorten plaatjes, beeldmerken, kunstwerken enzovoort. Volgens hem is alles al een keer gedaan, dus heeft het niet zoveel zin om als kunstenaar nog te proberen nieuwe beelden te verzinnen. Wel bedenkt hij nieuwe ordeningen, brengt hij onverwachte verbanden aan en goochelt hij met betekenissen. Dat is bijvoorbeeld hei geval in het schilderij 'Nachtlicht; waar de grap van het zwarte licht' aanleiding werd tot een zaak voor advocaten. Ik schuw het gebruik van clichés beslist niet. Ik hanteer ze graag, niet op een platte manier, want mijn schilderijen bevestigen die cliché's niet, maar ik gebruik ze om ze in te zetten. Ik bedoel, ik hoef niet voor de zoveelste keer te zeggen 'ik hou van jou', maar daar wil ik het wel over hebben. Laten zien dat het in bepaalde situaties een werkelijk pure, doorleefde betekenis heeft. Het cliché en de oorspronkelijkheid liggen heel dicht tegen elkaar aan. Het zijn geen tegenpolen, ze gaan in elkaar over. Door mijn schilderijen een bepaalde algemeenheid te geven, probeer ik iets tot uitdrukking te brengen dat op het scherp van de snede balanceert. Het kan doorzakken naar clichématigheid, maar het kan tegelijkertijd juist blijven bestaan. Een van de basisprincipes van mijn werk is dat het naar de mensen toe moet komen. Ik wil dat het beeld een soort anker in de werkelijkheid heeft. De beelden moeten zich vasthechten aan dingen die iedereen weet. Het moet over algemene gevoelens gaan, die zo groot zijn dat ze onbenoembaar zijn, of zo eenvoudig, dat ze moeilijk worden. Die paradoxale situaties interesseren mij. En dat zijn niet noodzakelijkerwijs onderwerpen die ik zelf bedacht heb. In die zin hecht ik niet zo aan mijn eigen stempel. Mijn stijl is bijvoorbeeld heel houterig, ongemakkelijk, stroef, op het lelijke af. Bij voorkeur niet schilderkunstig. De nadruk zou dan vallen op iets waar ik de nadruk helemaal niet op wil leggen. Er komt dan een aspect bij dat voor mij slechts bijzaak is. Het gaat in mijn ogen niet om puur schilderkunstige ideeën. Daarom heb ik ook zoveel moeite met de theorie (...) dat het schilderij een plat vlak is. Dat is zo'n waarheid als een koe, zo'n dogma. Natuurlijk is een schilderij een plat vlak. Als je dat weet begint het pas, maar het schijnt voor veel mensen het eindpunt te zijn. Daarmee bevestig je alleen wat er al sinds de grotten van Lascaux over het schilderij te zeggen valt. Voor mij ga je dan terug naar af. Het zijn dingen die puur schilderkunstig hun waarde hebben, maar ze hebben geen enkele betekenis buiten dat platte vlak. Ze bevestigen de machteloosheid van de kunst en hebben alleen waarde voor wat medeschilders die met hetzelfde probleem bezig zijn. |
Uit: Arjen Kok, Rob Scholte, Een anker in de werkelijkheid. in: Metropolis M 9985/1 | |
|
|
|
Dat is de pervertering van het beeld. Voor mij komt dat hele platte vlak
idee voornamelijk neer op het toevoegen van voorwerpen aan een wereld
waar op zich al genoeg voorwerpen zijn. Elk van mijn werken probeert met
deze idee-fixe opnieuw af te rekenen. Interessanter is wat er nog meer
te zeggen valt met behulp van het platte vlak dan dat alleen. Ik geloof dat deze ideeën, mits goed ingezet, hun waarde opnieuw
kunnen hebben. Er is nog zoveel te onderzoeken en niet gedaan. Ik vind
dat Braque en Picasso de mogelijkheden van het Kubisme nooit tot in haar
uiterste consequentie hebben onderzocht. Zij hebben de vormprincipes van
het Kubisme nooit verbonden met de inhoud. Nooit werd de betekenis vanuit
verschillende gezichtspunten bekeken. In die zin wil ik het Kubisme gebruiken,
om op die manier meer betekenislagen in één schilderij te
verwerken. Het gaat mij daarbij niet om een vrije associatie. Ik geloof
niet in persoonsgebonden kunst. Ik geloof dat privé-mythes de overdracht
van betekenis in de weg staan. Het gaat om het bereiken van een zekere
algemene geldigheid. |
||
Rob Scholte, Nostalgia, 1988 |
|
|
De kunstenaar bedoelt altijd meer
dan het publiek begrijpt, het publiek begrijpt altijd meer dan de kunstenaar
bedoelt. Ik wil nooit meer bedoelen dan er te zien is. Dit zeg ik niet cynisch.
Het is het meest optimistische standpunt dat ik me voor kan stellen. Het
heeft te maken met entertainment en het scheppen van illusies. Niet alleen
met het scheppen maar ook met het afbreken ervan. De illusie is een heel
bruikbare oplossing om te kunnen goochelen met betekenissen binnen een schilderij.
Entertainment is een heel belangrijk principe. Uiteindelijk doen we allemaal
een kunstje. Maar het gaat er wel om dat het met zoveel finesse, humor en
raffinement gebeurt dat het momenten van inzicht te weeg brengt.
In deze catalogus heeft Rob Scholte zelf allerlei citaten uit besprekingen van zijn werk en documenten, die op zijn werk betrekking hebben, bij elkaar gebracht in een eigen 'bronnenbundel'. Hier volgen enkele voorbeelden uit de bloemlezing bij het werk 'Nachtlicht'. Rob Perré, Het cliché betrapt op zijn clichématigheid.
In 'Nachtlicht' staat het logo van Philips centraal. Dat bezit zo'n grote mate van algemene geldigheid, dat zelfs de naamsvermelding erin overbodig zou zijn. Die naam is merkwaardigerwijze nog steeds gekoppeld aan het betekeniscliché: gloeilampenfabriek uit het zuiden des lands. Dat gaat voorbij aan de expansieve ontwikkeling van een bedrijf, dat al vele jaren vestigingen over de hele wereld heeft en dat zich ook al lang niet meer beperkt tot het maken van gloeilampen. Scholte speelt met dit cliché, door het een andere inhoud te geven, waardoor de kijker zich bewust wordt van het inhoudsloze ervan. Hij plaatst het logo op een wat truttig, burgerlijk jaren vijftig interieur, dat wordt overschaduwd door een blauwe gloed. Die is afkomstig van een midden in het logo prijkende lichte lamp met een zwarte, brandende peer. Philips niet meer als brenger van het licht, maar als veroorzaker van een spookachtige duisternis. Scholte heeft niet alleen een cliché betrapt op zijn clichématigheid, hij zal ook niet voor niets zijn keuze op dit cliché hebben laten vallen. Impliciet spreekt hij een oordeel uit over de 'gloeilampenfabriek uit het zuiden des lands' (het niet noemen van de naam is trouwens ook een cliché). |
Uit: Rob Scholte, How to star. Catalogus Museum Boymans-van Beuningen 1988 |
|
Rob Scholte, Nachtlicht, 1984 |
![]() |
|
Van het schilderij
'Nachtlicht: maakte Art Unlimited een ansichtkaart, die goed verkocht. Philips
had hier echter grote bezwaren tegen en stelde pogingen in het werk deze
kaart uit de handel te nemen. De volgende advocatencorrespondentie gaat
over het al dan niet onrechtmatig clichégebruik.
Mr. M.J.M. van Kaam, Brief aan Mr. PR.M. van der Kroft Geachte Heer Van der Kroft, (...) Met betrekking tot het Philips schildembleem beschikt
Philips ondermeer over twee rechtsgeldige merkinschrijvingen in de Benelux.
(...) Genoemde merkinschrijvingen omvatten beide onder andere klasse 16
waartoe ook de onderhavige ansichtkaarten behoren. |
|
|
|
Mr. PR.M, van der Kroft,
Brief aan Mr. M.J.M. van Kaam, 23.10.1987
(...) Vanzelfsprekend heeft mijn cliënte er begrip
voor, dat Philips in principe steeds optreedt tegen ieder gebruik dat
zij ervaart als merkbreuk. De vraag, die ons verdeeld houdt is of dat
in casu terecht geschiedt. (...) Mr.PR.M. van der Kroft, Brief aan Art Unlimited, 23.10.1987 (...) Ik hoop de discussie enigszins te kunnen rekken, totdat jouw oplage is uitverkocht. Kan je mij aangeven hoelang dit nog duurt? Daarna zullen wij mr. Van Kaam plechtig beloven geen herdrukken meer te maken, tegenover de toezegging dat de kunstenaar het werk vrijelijk mag exposeren en opnemen in tentoonstellingscatalogi. |