![]() |
BRONNENBUNDELS |
Rhonda Zwillinger Zwillinger combineert in haar werk de zogenaamde hoge en lage kunst,
de verheven uiting met edelkitsch. Gewone, alledaagse objecten worden
door haar op zo'n manier onder handen genomen dat hun identiteitsloze,
massaproduktie-karakter verdwijnt en er een felgekleurd, vrolijk makend
individueel kunstwerk overblijft. Kraaltjes, knikkers, spiegeltjes, glas,
pailletten en andere, slechts op het oog 'rijke' materialen, verfraaien
haar objecten op 'horror vacui'-achtige wijze: in alle hoeken en gaten
duiken de frutsels in knallende kleurcombinaties op, zodat het aanvankelijk
gewone, verwaarloosbare object een overdonderende présence krijgt. |
Uit: IJsbrand van Veelen, Rhonda Zwillinger in het Kruithuis in: Museumjournaal 1989 nr 2/3 | |
Rhonda Zwillinger, Evening in Paris, 1986 |
|
|
De 'poor man's materials' waarmee Zwillinger werkt, wekken gedachten op aan primitieve culturen die hun produkten met glimmende en glanzende bric à brac versieren, niet eens zozeer om de economische waarde van die produkten te vergroten, maar veel eerder om ze een spirituele meerwaarde te geven. (...) Zwillinger kreeg haar opleiding in de jaren zeventig en haar werk is altijd gebaseerd geweest op feministische uitgangspunten, op rolpatronen, op de mythes rond de vrouw in de samenleving: het opsieren van haar objecten, de exuberante aankleding van bijvoorbeeld haar high heeled shoes (bij uitstek erotische symbolen en door Zwillinger niet voor niets Foot Fetishes' genoemd) kunnen tot op zekere hoogte als een commentaar op het kop-houden-en-mooi-wezen-gedrag worden beschouwd. (...) |
||
De uitstalkast die Zwillinger voor de parfumerie-afdeling van de Bijenkorf
maakte in het kader van 'Century '87' kreeg zodoende de licht ironische
en betekenisvolle naam 'Powder and Paint make up for what ain't: de mens
is nu eenmaal slaaf van zijn illusies. (...) |