BRONNENBUNDELS
 


Rudolf Steiner: het Goetheanum

Rudolf Steiner was geen architect in de gebruikelijke zin van het woord. Voor de bouw van het eerste en tweede Goetheanum werd hij door architecten ter zijde gestaan. Toch vormen deze gebouwen een volledige uitdrukking van zijn ideeën. Ze belichamen eigenlijk de geestelijke werkelijkheid van Steiner. De vernieuwing van de kunsten speelde een belangrijke rol. Het was volgens hem niet van belang om iets wat al bekend was met vertrouwde middelen zichtbaar te maken, maar om de geestelijke ervaring in kunst om te zetten. In zijn architectuur leidt dat tot expressieve organische vormen. Zijn geschreven teksten zijn zweverig en niet altijd gemakkelijk te lezen.

 

Rudolf Steiner met een model van het eerste Goetheanum, 1914

Dornach, 26 juli 1914
En wij leven werkelijk reeds in een tijd waarin beginnen moét - wil niet het medeleven van de mens met de wereld geheel afsterven - dit onderduiken in de geestelijke stromen van de natuurkrachten, dat wil zeggen van de achter de natuur liggende geest-krachten. Wij moeten weer de mogelijkheid veroveren niet slechts de kleuren te aanschouwen en hier of daar als iets uiterlijks aan te brengen, maar wij moeten de mogelijkheid vinden met de kleur te leven, de innerlijke levenskracht van de kleur mee te beleven. Dat kunnen wij niet als wij slechts schilderkunstig bestuderen hoe deze of gene kleur hier of ginder speelt, indien wij de kleur aangapen; dat kunnen wij alleen indien wij wederom onderduiken met de ziel in de wijze waarop rood, waarop blauw bijvoorbeeld uitvloeit; als voor ons het stromen der kleuren rechtstreeks gaat leven.

Dornach, 21 september 1918
Bekijkt u de vormen van ons gebouw: overal wordt het rechte in het gebogene overgeleid, evenwicht gezocht, overal gepoogd het verstarrende weer op te lossen in iets vloeiends, overal rust gebracht in de beweging, overal de rust weer in beweging gebracht. Dat is het volkomen spirituele aan ons gebouw.

Uit: Hagen Bíesantz en Arne Klingborg, Het Goetheanum. De bouwimpuls van Rudolf Steiner. Zeist z. j.

Interieurmodel van het eerste Goetheanum, 1913

Dornach, 31 december 1923
Wil het Goetheanum als betonbouw tot stand komen, dan moet het uit een oorspronkelijke gedachte ontstaan en alles wat er tot nog toe in de betonbouw tot stand is gekomen, is eigenlijk geen grondslag voor hetgeen hier moet ontstaan.
Betonvormen zullen heel anders moeten zijn en er zal ook veel gedaan moeten worden dat het harde betonmateriaal enerzijds werkelijk zo bedwongen wordt dat het menselijk zieleoog het op kunstzinnige wijze kan volgen in zijn vormen; maar aan de andere kant zal het nodig zijn wel schijnbaar decoratief, maar aan het betonmateriaal ontspruitend, kunstzinnig, schilderkunstig, plastisch te vormen om tenslotte het betonmateriaal ook kunstzinnig aan het lichtte doen treden. Nu verzoek ik u deze kerngedachte zodanig te beschouwen, dat hieruit nu werkelijk het Goetheanum zal ontstaan. (... )

Nu moet natuurlijk, aangezien het voor eurythmie (1) en mysteriedrama's (2) gaat om toneelruimten, de hoekige bouw met de ronde bouw gecombineerd worden. Bovendien moet het nieuwe Goetheanum ruimten bevatten voor verschillende activiteiten. Wij zullen ateliers nodig hebben, wij zullen voordrachtszalen nodig hebben. (...) Het nieuwe Goetheanum zou zo gebouwd moeten worden dat het een benedenverdieping of begane grond en een bovenverdieping heeft. De bovenverdieping zou dan in hoofdzaak de grote voordrachtszaal zijn, de gehoor-en de toeschouwerszaal voor de eurythmische en mysteriedrama- en andere uitvoeringen. Op de benedenverdieping zouden zich dan onder deze voordrachtszaal, door wanden afgescheiden, kleinere zalen bevinden, welke ertoe dienen zullen ruimte te bieden aan kunstzinnig en wetenschappelijk werk.

(1) eurythmie: bewegingskunst volgens de ideeën van Rudolf Steiner, waarbij de bewegingen in overeenstemming worden gebracht met de vorming van muzikale tonen
(2) mysteriedrama: toneeluitvoering naar aanleiding van antroposofische ideeën


Model van het tweede Goetheanum, maart 1924



Model van het tweede Goetheanum, maart 1924

 

Dornach, 1 januari 1924
Ik zou willen bereiken dat werkelijk volstrekt zoals het beton zal vereisen, als men naar boven toe een dak uit gebroken vlakken heeft, dat in zijn hellende afplattingen voor het oog een zekere indruk van machtige zwaarte geeft - ik zou willen bereiken dat deze machtige zwaarte voor het oog door het portaal, respectievelijk door de kroonlijsten van de vensters opgevangen wordt en ik zou willen bereiken dat tegelijkertijd ook innerlijk, geestelijk aan het licht komt dat men te maken heeft met iets dat ons als portaal opneemt, of dat als venster licht opneemt om het toe te laten tot de binnenruimte. Ik zou echter tegelijkertijd met deze vorm willen bereiken dat in zekere zin daardoor zichtbaar wordt hoe het Goetheanum een soort bescherming moet zijn voor wie in dit Goetheanum de geest zoekt. (... )

In het juiste evenwicht van draag- en drukkrachten ligt immers in de hoekige bouw datgene waar het op aankomt. Wordt dit nu bij ons overgeleid in een organische bouw, dan zal er in ieder deel bovendien een openbaring zijn van het innerlijk wezen, dat immers zo gegeven is dat nu de zuilen, die bij het oude gebouw van beneden naar boven gingen, zodanig omgevormd moeten worden dat zij als het ware op de benedenverdieping, op de begane grond zich als wortels ontwikkelen, maar natuurlijk architectonisch opgevat; en daaruit zullen zich dan pas de werkelijke zuilen voor de bovenverdieping, die zich wederom tot dragers van het geheel zullen ontwikkelen, verheffen. Deze zullen dan van binnenwit het dak dat inwendig niet horizontaal afgesloten is, maar zo afdekkend als ook de koepel was - in zijn vormen afsluiten. Ja, de pijlers en zuilen zullen tot dragers worden, maar tegelijkertijd ook tot uitdrukking brengen wat anderzijds bij het oude Goetheanum door de ronde vorm tot uitdrukking gebracht moest worden.

Westgevel van het tweede Goetheanum op het terras van het afgebrande eerste Goetheanum, 1924 (boven)

Westgevel van het tweede Goetheanum op een door Steiner nieuw ontworpen terras. (onder)

Het tweede Goetheanum net uit de steigers, januari 1928


Grote zaal van het tweede Goetheanum