BRONNENBUNDELS
 


De wandtapijten over het bewind van Lodewijk XIV

1662 is een buitengewoon belangrijke datum in de geschiedenis van de Franse decoratieve kunst; het is het jaar van de stichting van de 'manufacture royale des Gobelins', waar gedurende drie eeuwen luister-rijke wandtapijten ontstonden die de naam 'Gobelins' kregen. Op 6 juni 1662 kocht Lodewijk XIV het huis van de familie Gobelin; de oude Parijse familie waarvan de nationale manufactuur de naam draagt, stamt af van een zekere Philibert Gobelin, overleden vóór 1510 en tijdens zijn leven verver van scharlaken en handelaar. Hij beoefende zijn ambacht aan de oever van de Bièvre. Aan het water van deze rivier werden buitengewone eigenschappen voor het verven toegeschreven.

Uit: Madeleine Jarry, La tapisserie des origines à nos jours, Parijs 1968.

Vanaf de XVlle eeuw kregen de wandtapijten die in de Gobelinmanufactuur waren geweven een grote naam en tot op heden heeft men de neiging elk wandtapijt 'gobelin' te noemen, zonder zich te bekommeren om de tijd waarin het is gemaakt of de werkplaats waar het vandaan gekomen is. (...) De 'Manufacture royale des Meubles de la Couronne', gevestigd in de gebouwen van de Gobelins, moest de complete meubilering van alle koninklijke residenties kunnen leveren: dat wil zeggen dat naast de wandtapijtwevers er ook meubelmakers, edelsmeden en mozaïekwerkers werkzaam waren. Alle soorten ambachtslieden werkten voor de paleizen van Lodewijk XIV en vooral voor de inrichting van Versailles.

De vier werkplaatsen telden ongeveer tweehonderdvijftig werknemers, de leerjongens niet inbegrepen; hun direkteur, Charles Lebrun, legde zich met onstuitbare energie toe op de triomf van de Franse koninklijke kunst, geheel gewijd aan de verheerlijking van de roem van Lodewijk XIV. (...) De kartons* liet hij uitvoeren door andere schilders, (...) ieder met zijn specialiteit en bekwaamheden: de gebouwen, de versieringen, de landschappen... Aan de andere kant bemerkt men een zekere verandering in de schilderingen van Lebrun en zijn assistenten tijdens de omzetting ervan in wandtapijten; door het sterk beperken van de verschillende plans en bovenal door een bepaalde vereenvoudiging krijgen de wandtapijten een klassiek aspect, dat verschilt van de 'barokke' geest van de schilderingen.

Charles Lebrun, Wandtapijt uit de serie L'Histoire du Roi, Lodewijk XIV trekt Duinkerke binnen (2 december 1662). Geweven in het atelier van Jean Jans fils, 1669-73

De beroemdste serie wandtapijten van Lebrun is zonder twijfel 'Het Leven van de Koning', in opdracht van de koning zelf, om zijn eigen regeringsperiode te markeren, waarmee hij een al bestaand gebruik van andere vorsten volgt. Van 1663 tot 1673 zijn veertien taferelen geschilderd die de gelukkige periode van Lodewijks regering weergeven (onder andere de door hem gewonnen veldslagen tegen de Republiek der Verenigde Nederlanden). (...)
Lebrun heeft niet alleen de modellen voor 'het Leven van de Koning' gemaakt, maar heeft tot aan zijn dood ook toezicht gehouden bij de uitvoering. De eerste tapijten van de serie zijn met het register van de honderdtwintig door Colbert gekozen en voorgeschreven kleuren geweven. De serie 'de Maanden of de Koninklijke verblijven', illustreert de verpozingen van de koning, terwijl ze tevens een vernieuwing inhoudt van het oude thema van de werken van de maanden, waaraan Lebrun veel charme verleent.