BRONNENBUNDELS
 


Anamorfosen

Toen kunstenaars vertrouwd waren met de regels van het perspectief en met het weergeven van verkort en verlengd, lag de weg open voor experimenteren. Dat leidde onder meer tot het ontstaan van de anamorfose. (...) De voorstelling is zodanig vervormd dat ze een onsamenhangend beeld oplevert. De kijker wordt gedwongen na te denken over het vreemde fenomeen. De voorstelling is pas herkenbaar wanneer de toeschouwer een bepaald standpunt heeft ingenomen en vanuit een bepaalde gezichtshoek kijkt, al dan niet met behulp van een spiegelende cilinder of dito kegel. Dat is precies de betekenis van het woord anamorfose: terug in beeld brengen. Het woord stamt van het Griekse 'ana' (terug) en 'morfein' (vormen). Aan wie eenmaal heeft ontdekt hoe de formule werkt, geeft de anamorfose haar geheimen prijs.

Uit: Jos de Meyere en Hette Weijma, Anamorfosen. Bloemendaal 1989

Anamorfosen kunnen ruwweg worden onderverdeeld in twee groepen: de gewone anamorfosen, die eenvoudigweg vanuit een bepaalde hoek kunnen worden bekeken en de gecompliceerde anamorfosen, die met behulp van spiegels of reflecterende lenzen moeten worden bekeken. De eenvoudige anamorfosen duiken het eerst op. De oudste is van de hand van Leonardo da Vinci en is omstreeks 1485 te dateren. Het is niet meer dan een vlot getekend kinderkopje. Deze schets is te vinden in de zogenaamde Codex Atlanticus. Wanneer men met één oog dicht bij het blad langs de voorstelling kijkt, dan wordt het kinderkopje tot normale proporties herleid.
Ongeveer een halve eeuw later had de eenvoudige anamorfose niet meer de exclusiviteit die ze ten tijde van da Vinci had. Vanaf de jaren dertig van de zestiende eeuw kwamen zowel getekende als gegraveerde en geschilderde anamorfosen voor.

Leonardo da Vinci, Anamorfotische voorstelling van een kindergezicht
Uit: Fred Leeman, Perspectivische anamorfosen. in: Cai. Anamorfosen, Rijksmuseum Amsterdam 1975

De eigen aard van de anamorfosen brengt met zich mee dat er een bijzondere relatie ontstaat met de voorstelling, die op deze manier vertoond wordt. Deze is op het eerste gezicht onherkenbaar. Eén van de mogelijkheden die door anamorfosen geboden wordt, is dus het verbergen van een voorstelling. Binnen de context van een normale perspectivische voorstelling valt een anamorfose uit de toon. Vanuit de juiste hoek bekeken geeft het vertekende beeld achteraf een extra betekenis aan een schilderij. Zo werkt ook de beroemdste van alle anamorfosen in Holbeins 'Ambassadeurs' uit 1553. Een vreemd object op de voorgrond van dit dubbelportret blijkt een schedel te zijn. Het gehele schilderij wordt daardoor in het licht van de vergankelijkheid gesteld. De dubbelzinnigheid van de voorstelling wordt concreet gemaakt door twee illusiemechanismen: het trompe-I'oeil perspectief en de anamorfose.


Hans Holbein, De Ambassadeurs, 1553