![]() |
BRONNENBUNDELS |
Daan van Golden In onderstaand interview met Daan van Golden gaat het vooral over
de steeds weer verrassende manier waarop hij beelden 'vindt' en hoe hij
decoratie en beeld telkens van rol laat wisselen. De technieken van Daan van Golden zijn veelzijdig: lakverf, tempera op doek, zeefdruk, foto's, collages. De onderwerpen lijken op het eerste gezicht ook zeer uiteenlopend: een regelmatig stippenpatroon in gouden lijst, een portret van Fats Domino, Kuifje, Brigitte Bardot, een rivier van blauwe kiezels in een berglandschap op Hawaii, een carnavalsoptocht in Mexico. De manier waarop ernaar werd gekeken is echter consistent. Van Golden registreert, interpreteert zijn beelden niet. Hij is gefascineerd door de vervorming die reproduktie, bijvoorbeeld de foto, van de zichtbare werkelijkheid geeft. Door de vereenvoudiging en de schematisering die bij reproduktie van de werkelijkheid ontstaan, krijgen details plotseling kracht, en wat belangrijk leek wordt een klein onderdeel van een ander, nieuw geheel. |
Uit Ella
Reitsma, Daan van Golden. in: Vrij Nederland 5 augustus 1989 |
|
Daan van Golden, Blauwe studie naar Matisse, 1982 |
|
|
Dat nieuwe beeld gebruikt Van Golden. Hij fotografeert bijvoorbeeld een detail (de parkiet) van de reproduktie van de collage 'La perruche et la sirène' van Matisse. Dan blijkt dat de omtrek van de parkiet door het raster in de reproduktie sterk is gekarteld. Dat schildert hij minutieus na. Geen fantasievolle toevoegingen en geen vertoon van een persoonlijk handschrift. Alleen het puntje van de staart van de parkiet is als opzettelijke onvolkomenheid niet met blauwe verf ingevuld. De olieverf is dun en egaal aangebracht en vormt één geheel met het doek. Elke illusie van ruimtelijkheid wordt vermeden. Een brede goudkleurige lijst versterkt de bijna meditatieve rust van dit schilderij, dat geheimzinnige spanning bezit. Van Goldens voorkeur gaat niet uit naar contrasten, maar naar een bepaald ritme in een beeld, naar herhalingen, ruiten, stippen, bloemmotieven. |
||
'Schilder zijn is moeilijk in deze tijd', zegt Van Golden. 'Hoe moet je de hoogtepunten van onze eeuw van meesters als De Kooning, Pollock, Matisse, Picasso, Duchamp, Cézanne evenaren of overtreffen? Ik wil geen grote dingen maken die ruimte in beslag nemen. Die zijn er al genoeg. Het kunstenaarschap is niet alleen het leveren van kunstwerken, maar heeft te maken met alles wat je doet, met de liefde bedrijven, geen troep maken, een goed mens zijn. Het gaat niet om het eindresultaat alleen, maar om het proces tot het maken van een kunstwerk. Het is denken, mediteren, zorgen. In een schilderij mogen fouten zitten. In Marokko heb je prachtige tegel-tableaus. Daarin zit altijd een foutje, want alleen God is perfect. Het goddelijke mag nooit overtroffen worden. Ik ben wel een perfectionist, maar relativeer ook. (...) |
||
Na de ambachtsschool schreef Daan Van Golden zich in op
de afdeling schilderen van de avondacademie in Rotterdam. De eerste twee
jaar werkte hij overdag in fabrieken. Daarna werd hij etaleur bij De Bijenkorf,
die toen beroemd was om zijn etalagekunst. Daar leerde hij, zoals hij
zelf vertelt, het ordenen van een ruimte. Ook volgde hij nog een cursus
grafische technieken. Na zijn opleiding ging hij op reis. (...) Hij schilderde
in die tijd in een abstract expressionistische stijl met veel zwart. Dat
was toen de internationaal erkende kunst. 'Mijn hele atelier zat onder
de verf', vertelt hij. 'Er hing een gordijn voor mijn bed en boekenkast,
maar ook die waren met verf bedekt. Toen ging ik naar Japan en arriveerde
daar met vijftig dollar. De reis duurde drie en een halve maand. Eerst
gelift tot Teheran, daarna met het openbaar vervoer. Ik had vier maanden
nodig om in Tokio een ruimte te vinden en te weten hoe ik aan geld kon
komen.
|
||
Daan van Golden, Relic, 1964, 1989 |
![]() |
|
![]() |
Daan van
Golden, Compositie met mokka ruit, 1964 |
|
|
Ik figureerde in Japanse gangsterfilms en een keer als
Duitser in een oorlogsfilm. Ook gaf ik Engelse les aan studenten, managers
en directeuren. Ik koos Japan omdat je daar geld kon verdienen. China
trok me niet aan. Naar Indonesië ging je toen ook niet. Toen ik in
Tokio een ruimte had gevonden wilde ik de draad oppakken en weer gaan
schilderen, maar dat ging niet meer. Toen vond ik een stukje pakpapier.
Dat ben ik gaan naschilderen en ik ontdekte dat het een meditatieve werking
had. Ik ging motieven op pakpapier, op zakdoeken en plastic tafelkleden
gebruiken. In het begin leverde dat moeilijkheden op. Voor elke streep
plakte ik twee banen met tape af. Wanneer ik de tape er weer afhaalde,
trok ik de olieverf los.
|
|
Toen ontdekte ik lakverf, waar de Japanners beroemd om
zijn. Dat was de oplossing van het probleem. De schilderijen die ik daar
bij wijze van hobby heb gemaakt zien er nog zo fris uit. Ze zijn niet
verouderd. Misschien komt dat door het ruitmotief. Dat is al zo oud en
vind je in kleding en vloer-mozaïeken. Ook in oude grasweefsels uit
Afrika en Indonesië. De spiritualiteit die je in een schilderij stopt,
blijft er altijd in.'
Van Golden provoceert nooit. Hij selecteert alleen die beelden uit het dagelijks leven die samenvallen met het platte vlak van het schilderij en een abstract beeld opleveren. De kleuren zijn zelden fel, meestal iets verschoten, alsof de tijd ze heeft gebleekt. Een schilderij van een tafellaken zou bijna het tafellaken zelf kunnen zijn. Hij ging nog een stap verder en lijstte een dubbel vel pakpapier met bloem-motieven in. De regelmaat van het bloemenpatroon wordt verbroken doordat in het midden een vouw loopt en het patroon een licht verschuiving vertoont. |
|
|
|
Zelfs in het portret van Mick Jagger zoekt Van Golden naar iets tijdloos. Hij koos een detail van een foto waarop Mick Jagger over het hoofd van de toeschouwer heen in de verte kijkt. Van Golden vergrootte de foto zo, dat de korrels van het raster duidelijk zichtbaar zijn. Deze vergroting, de decoratie op Mick Jaggers bloes en de halve cirkel op de achtergrond maken het portret bijna tot een droom. (...) Een van zijn mooiste werken is 'Sleeping Buddha' uit 1973. Het is een assemblage, gemaakt van een ansichtkaart, lapjes stof, bloedkoralen en schelpen. 'In een winkeltje in Singapore zag ik dat oude brokaat, die oude zijde', zegt hij. 'Het lag daar niet voor de verkoop, maar ik moest en zou het hebben. De bloemmotieven komen uit de jurk van mijn vriendin. De bloedkoralen en schelpen vond ik op het strand van Bali. (...) Toen ze mij (in 1987) vroegen om voor de Hortus Botanicus in Amsterdam een kunstwerk te maken, ging ik erheen en dacht: wat moet ik hier doen, het is al zo prachtig. De hortulanus gaf mij de plattegrond. Daar heb ik heel lang naar gekeken en herinnerde me toen het rivierengebied Agua Azul in Mexico. Ik had daar in 1980 met een vliegtuigje overheen gevlogen. De rivieren zijn zo blauw als blauwe vlindervleugels in de tropen. Toen kreeg ik het idee om de paden met blauwe kiezels te bedekken. |
|
Maar de hortulanus voelde daar niets voor. Blauw en groen kon niet, bovendien was hij bang dat die kiezels nooit meer uit zijn tuin gingen. Veertien dagen lang heb ik padenkiezel met de hand met lak gekleurd. Bij wijze van proef. Ik had een foto van een berglandschap in Hawaii waarin een rivier stroomt. Op de rivier legde ik de kiezels en daar nam ik een foto van. Die liet ik de hortulanus zien. Het is nu een kunstwerk. Wanneer ik iets doe voor mensen lukt het; doe ik het voor geld, dan wil het niet. De hortulanus ging akkoord en ik bestelde negentigduizend kilo kiezels. Ik heb eerst een proefvak van een ton gemaakt, maar de kleur blauw was te fel. Opnieuw. Met zeventien assistenten heb ik alle paden bespannen met water doorlatende schaduwmat om de blauwe kiezels gescheiden te houden van het oorspronkelijke grint. Daarop hebben we de kiezels gestort. Elke dag, zeven weken lang, heb ik met assistenten blaadjes geraapt en kiezels uit de borders weggehaald. Ik had er van 's ochtends vroeg tot drie uur in de middag een dagtaak aan. Toch had ik nog meer tijd willen hebben om te fotograferen. Ik hou ervan: schoonmaken, ordenen, rommel weghalen. Het is rustgevend. Ik ben een estheet.' |
|
|
Uit: Jan van Adrichem, Compositie met rozen. Cat. Utrecht Centraal Museum 1989 |
In de loop van de tijd kwam niet zozeer de vergelijking
tussen beeldmateriaal van de Japanse en de Westerse visuele culturen,
maar het reproductiepoces zelf centraal te staan in Van Goldens werk.
Hij interesseert zich met name voor de formele verschillen tussen origineel
en kopie. Tot op de dag van vandaag is zijn artistieke activiteit te omschrijven
als een onderzoek naar de mogelijkheden van manipulatie van vorm, kleur
en formaat van bestaand beeldmateriaal. Van Goldens beeldkeuze is eclectisch
en varieert van krantefoto's, voorgedrukte bloempatronen tot reproducties
van kunstwerken en snapshots uit het familiearchief.
|
|
![]() |
Daan van Golden, Collage met passepartout, 1965. Detail | |
De op abstract-decoratieve patronen gebaseerde werken die Van Golden rond 1964 schilderde, kenmerken zich door een neutrale, afstandelijke sfeer. De doeken hebben in niets te maken met het traditionele schilderij waarin factuur en ruimtelijk illusionisme de aandacht opeisen. Ook zijn het geen conventionele abstracte schilderijen: er wordt immers een abstract patroon afgebeeld. De zorgvuldig gekozen, soms zeer geprononceerde profielen waarmee deze werken zijn ingelijst, onderstrepen het belang dat Van Golden hecht aan het objectkarakter van het kunstwerk. Naast het onderzoek naar het fenomeen schilderkunst dat Van Golden in de 'patroon-serie' uitvoerde kunnen we stellen dat hij met deze schilderijen ook het thema van het kunstwerk als deel van de werkelijkheid , als een object tussen andere objecten, aan de orde stelde. | ||
Het bloemmotief is in vrijwel al het werk uit de jaren 1962 tot 1991 aanwezig. Het idee van opbloei en groei komt bovendien sterk naar voren in de beelddocumentaire over het maken van 'Agua Azul', en in de vakantie-en andere kiekjes van Van Goldens dochter Diana. Het is ook verleidelijk om die foto als een zinnebeeld voor het gehele oeuvre van Van Golden te zien. Een bloem, met zijn geconcentreerde levenscyclus waarbij bloeien en vergaan dichtbij elkaar liggen, staat immers voor leven, schoonheid, sexualiteit en dood. (...) Vooral de recente fotowerken van 'Agua Azul' en van Van Goldens dochter geven een beeld van de volheid van het leven, zoals dat in details kan oplichten: gevallen bloemblaadjes op een blauw kiezelpad; Diana hurkend in het groene gras, gekleed in een rood jurkje met twee madeliefjes in haar gebalde hand. (...) 'Agua Azul' is een werk, gebaseerd op een bezieling van dode steen, en in de foto's van Diana met hun fragiele intimiteit, spreekt zowel uit de verbeelde scènes als uit hun rode lijstjes een vitale levensdrang. Is in zijn werk niet de fleurigheid van de viooltjes, de vitalieit van de scènes met zijn dochter en de schoonheid van bloemblaadjes op een blauw kiezelpad als een tegenwicht tegen de dood? | Uit: Mark
Kremer, Brigitte Bardot en het transcenderen van de materie. in: Kunst en
Museum-journaal 93/1 |