![]() |
BRONNENBUNDELS |
Géricault: Het vlot van de Medusa De Medusa, het vlaggeschip van een konvooi dat Franse soldaten en kolonisten naar Senegal vervoerde, was voor de westkust van Afrika aan de grond gelopen, voornamelijk vanwege de onbekwaamheid van de koningsgezinde kapitein. Omdat er onvoldoende reddingboten aan boord waren, werden 149 mannen en 1 vrouw gedwongen zich op een geïmproviseerd vlot te begeven. Het was de bedoeling dat het vlot gesleept zou worden door de reddingboten, maar de bemanning van deze boten sneed in zijn haast de kust te bereiken de lijnen naar het vlot door. Het vlot raakte op drift en er volgden vijftien gruwelijke dagen met muiterij, kannibalisme en een bitter ogenblik van valse hoop toen men de Argus in zicht kreeg, een schip uit het konvooi dat hen echter niet opmerkte. Toen het vlot tenslotte door de Argus werd gevonden, waren er slechts 15 van de 150 nog in leven. De regering probeerde het hele incident in de doofpot te stoppen. |
Uit: William Vaughan, Romantic Art. Londen 1978 | |
De kapitein kreeg een milde straf en toen twee overlevenden, dokter Savigny
en scheepstimmerman Corréard, een rechtzaak wilden aanspannen voor
schadeloosstelling, werden zij uit overheidsdienst ontslagen. Savigny
en Corréard publiceerden daarop een boek dat in heel Europa opzien
baarde. Géricault ontmoette Savigny en werkte achttien maanden
om het gegeven te verwerken tot een schilderij. Het was het soort grootschalige
onderneming dat de meeste kunstenaars alleen met overheidssteun zouden
aanpakken. Zelfs voor een bemiddeld man als Géricault was het teveel.
Hij huurde speciaal voor het werken aan dit enorme doek een atelier en
de besloten ruimte maakte de uitwerking op alle bezoekers nog overweldigender.
(...) |
||
|
Géricault, Het vlot van de Medusa, 1819, voorstudie | |
Uiteindelijk koos hij toch voor een minder afschuwelijke maar emotioneel aangrijpender gebeurtenis: het voor het eerst in zicht komen van de Argus. Het schilderij zelf laat een geleidelijk crescendo zien van wanhoop tot valse hoop. Op de voorgrond zit een peinzende figuur tussen de doden. Achter hem draaien andere overlevenden zich geleidelijk om naar de horizon; twee zwaaien met hun hemd. Maar het schip is een miniem puntje, nauwelijks te onderscheiden tussen de donkere, aanrollende golven. Het is duidelijk dat zij vanaf het schip niet te zien zijn en sommigen zijn al weer diep bedroefd teruggezonken in hun toestand van verdoving. Deze eb en vloed van stemmingen wordt beheerst door een compositie die beweging combineert met precisie. |
||
In het uiteindelijke ontwerp is de aanvankelijk horizontale
compositie vervangen door een serie diagonalen die vanuit de voorgrond
naar boven lopen naar de twee pieken: de mast en de groep zwaaiende figuren.
Er is geen eenheid in het oppervlak, omdat het licht de handelingen van
de groepen op een verschillende manier laat uitkomen. Het 'toevallige'
effect wordt versterkt door de wijze waarop de hoofdfiguren weggedraaid
zijn van de beschouwer. Toch is de positie van elke figuur zo exact uitgedacht,
zo helder beschreven, dat de tegenstrijdige gebaren worden vastgehouden
in een samenhangend patroon dat de krachtige eenvoud van waarlijk monumentale
kunst bezit. De halfnaakte figuren zijn academische studies naar model.
Deze slachtoffers van vijftien dagen op drift zien er niet uitgeteerd
uit. Hun lichamen zijn groots en krachtig. Ze veranderen de sensatie van
het moment in een tijdloos drama.
|
||
Uit: L. Eifner.
An outline of 19th century European Painting. New York 1987 |
In de herfst van 1818 was Géricault zover dat hij de compositie in zijn totaal kon overbrengen op het doek. Op dit grote doek, 5 bij 7,5 meter, doemt het door hoge golven en een bewolkte lucht omgeven vlot vlak voor de beschouwer op. Achter de met lijken en bewegingloze figuren gevulde voorgrond rijzen als uit één beweging groepjes gespannen zwaaiende mannen op. Hun om aandacht vragende gebaren wijzen naar het punt in de verte dat het nauwelijks zichtbare zeil van het reddingschip markeert. Het vlot is zó gedraaid en de mannen erop zijn zo gegroepeerd dat de beschouwer tegen wil en dank betrokken raakt bij de actie en wordt gedwongen er gevoelsmatig aan deel te nemen. Tegelijkertijd ervaart hij de bijna levensechte sensatie van de elementaire krachten - een vijandige natuur in de vorm van wind, golven en verte en de logge doden waarmee de mannen worstelen. Meer dan door een verhalende uitleg brengt de compositie zijn betekenis direct over door zijn structuur. Alle figuren werden naar model getekend, maar wat ideeën en uitvoering betreft zijn er invloeden van andere kunstwerken in te vinden. (...) |
|
![]() |
Géricault, Afgehakte hoofden |
|
|
Onder de voorstudies voor 'Het vlot van de Medusa' bevinden
zich verschillende schilderingen van lijken, afgehakte hoofden en afgesneden
ledematen. Deze studies zijn met een sober realisme uitgevoerd en vertonen
geen spoor van een romantisch-morbide kerkhofsfeer. Zij hebben geen direct
praktisch doel. Géricault lijkt ze te hebben geschilderd om meer
te weten te komen over de lichamelijke en emotionele realiteit van zijn
onderwerp en een toestand van alerte spanning vol te houden tijdens de
lange, lastige periode van werken. Twee aspecten van zijn werk komen samen
in 'Het vlot van de Medusa': vlijmscherp realisme en de ambitie om heroïsch
en monumentaal te werken. Zowel qua thema als qua vorm lopen in dit schilderij
natuurgetrouwheid en stilering, feitelijke waarheid en symbolische verwijzing
in elkaar over. Het is één van de weinige werken van de
moderne kunst die een feitelijke, eigentijdse gebeurtenis verheffen tot
een grootse stijl die van een tijdloze betekenis is.
|
|
'Het vlot' was op de Salon 1) die op 25 augustus 1819 zijn deuren opende op een slechte plaats gehangen en kreeg gemengde kritieken. Om politieke redenen werd het werk zowel geprezen als veroordeeld door liberale of door ultra-royalistische schrijvers, die alle even blind leken te zijn voor de artistieke kwaliteiten. Géricault was teleurgesteld en doodmoe en maakte een periode van lichamelijke en emotionele ziekte door. Hij zocht verlichting in het reizen. Hij greep de kans om zijn 'Vlot van de Medusa' ten toon te stellen in Londen en reisde in april 1820 met zijn schilderij mee naar Engeland. De tentoonstelling bleek een succes bij het publiek: meer dan 50.000 bezoekers betaalden om het schilderij te zien. 1) de in de 19de eeuw jaarlijks onder staatscontrole georganiseerde tentoonstelling van beeldende kunst in Parijs |
|
|
|