![]() |
BRONNENBUNDELS |
Edward Kienholz |
Uit: Edward Kienholz, The Beanery. Serie: Op het tweede gezicht, SMA 197? | |
Edward Kienholz, Roxy's, 1961 |
|
|
Dat hij sterk begaan was met het menselijk lot blijkt bijvoorbeeld uit 'The State Hospital'. In een grote grijze kist zit een deur met een getralied raampje waar we, misschien net als de verpleger of bewaker, door moeten kijken. Binnen liggen in een kale cel op twee bedden boven elkaar twee uitgemergelde menselijke figuren. Ze zijn vastgebonden en hebben een vissekom met levende vissen als hoofd. De bovenste figuur is door een rode neonbuis omgeven die als een soort 'gedachtenwolk'verbonden is met de onderste figuur. Deze man is helemaal opgesloten in zijn eigen situatie: zelfs in zijn gedachten kan hij er zich niet meer van bevrijden. In de literatuur wordt Kienholz vaak genoemd bij Pop Art. Je zou hem wel kunnen rekenen tot de voorlopers van de Pop Art in Los Angeles maar door zijn maatschappelijke stellingname onderscheidt hij zich wezenlijk van bijvoorbeeld de New Yorkse Pop Art die veel afstandelijker, veel 'cooler' is. |
||
Edward Kienholz, The State Hospital, 1966 |
|
|
Kienholz noemde de environments die hij vanaf 1961 maakte
Tableaux. In zijn jeugd zag hij veel gekostumeerde 'tableaux vivants'
in dorpskerken en schuren. De theatrale opstellingen van figuren in een
wassenbeeldenmuseum noemt men ook wel tableaux. 'Mensen in elke context
kunnen een aanleiding vormen voor een tableau,' aldus Kienholz, 'dit spreekt
boekdelen over onze huidige maatschappij.' Door zijn keuze en de manier
waarop hij zijn tableaux samenstelde, confronteerde Kienholz ons steeds
met een bepaald aspect van de samenleving. (...) In veel werk van Kienholz
speelt de tijd en alles wat daarmee samenhangt een rol. Ook herinneringen
hebben met het verloop van tijd te maken. De oude vrouw in 'The Wait',
een ander werk van Kienholz, zit als het ware temidden van haar verleden
te wachten op de dood.
|