BRONNENBUNDELS
 


Vincent van Gogh

De brieven van Vincent van Gogh vormen op zichzelf bijna een leerboek over kleur en geven een goed inzicht in de gedachten van de schilder.

Brief 405 aan zijn broer Theo (over de 'Aardappeleters')

Ik denk dat ge zien zult wat ik bedoel aan het schilderij van de aardappeleters. (...) Het is zeer donker achter en in het wit b.v. is haast niet eens wit gebruikt, doch eenvoudig de neutrale kleur, die ontstaat als men rood, blauw, geel dooreen mengt, b.v. vermiljoen, Parijschblauw en Napelsgeel. Die kleur is dus op zichzelf een vrij donker grijs, maar doet wit in 't schilderij. Ik zal U zeggen waarom ik dat doe. Hier is 't motief een grijs interieur verlicht door een lampje. 't Grauw linnen tafelkleed, de berookte muur, de stoffige mutsen waar de vrouwen mee op 't land gewerkt hebben, dat alles, wanneer men door de haren van de oogen ziet, blijkt bij 't licht der lamp zeer donker grauw te zijn, en de lamp ofschoon geel ros schijnsel zijnde, lichter nog - en heel wat - dan 't wit in kwestie. Nu de vleeschkleuren - ik weet wel dat die bij oppervlakkige beschouwing, n.l. als men niet er bij doordenkt, het lijkenen wat men noemt vleeschkleur.

Uit: Vincent van Gogh, Verzamelde brieven. ed. J. van Gogh-Bonger.

Doch ik heb ze bij 't begin van 't schilderij zoo eens geschilderd, wat geel-oker, rood-oker en wit b.v. Maar dat was veel te licht en deugde bepaald niet. Wat toen gedaan? AI de koppen had ik af en nog al met veel zorg afgemaakt, maar ik heb ze grif overgeschilderd zonder genade, en de kleur waar ze nu mee geschilderd zijn is zoowat de kleur van een goed stoffigen aardappel, ongeschild natuurlijk. Terwijl ik dat deed, dacht ik er nog aan dat het zoo juist gezegd is van de boeren van Millet 1): 'Ses paysans semblent peints avec la terre qu'ils ensemencent' (Zijn boeren lijken wel geschilderd met de aarde die zij inzaaien). Een woord waar ik telkens onwillekeurig aan denken moet als ik ze aan 't werk zie, buiten zoowel als binnen.

Brief 428 aan zijn broer Theo (najaar 1885)

Om met de deur in huis te vallen: 't geen ge schrijft over zekere studie van een mandje met appels is goed gezien, maar hebt ge dat nu uit uw zelf??? (...) Om even te zeggen hoe die studie is geschilderd - doodeenvoudig dit: groen en rood zijn complementair. Nu is er een zeker op zichzelf heel canaille rood in de appels, verder daarnaast groenachtige dingen. Er zijn nu een of twee appels van een andere kleur bij die 't heele ding goed maken, van een zeker rose. Dat rose is de gebroken kleur, ontstaan door menging van 't eerstgenoemde rood en 't eerstgenoemde groenachtige.

1) Franse 'boeren'schilder (1814-1875)

Ziedaar de reden waarom er verband is tusschen de kleuren. Hier is een tweede tegenstelling aan toegevoegd, het fond vormt tegenstelling met den voorgrond, 't eene is een neutrale kleur verkregen door blauw te breken met oranje, 't ander dezelfde neutrale kleur alleen gewijzigd door bijvoeging van wat geel. Maar dit doet mij ontzaglijk veel plezier, dat 't zij door direct 't zij door indirect persoonlijk gevoel, gij een kleurencombinatie opmerkt. (...) 't Laatste - dat is de groote - mijns inziens 't beste - ondanks 't mat zwarte fond, dat ik opzettelijk daarom liet omdat de okers ook ontransparante kleuren van de natuur zijn. Wat die studie betreft, die grootste van de aardappels, ze is gemaakt door die ontransparante okers te wijzigen, te breken, door een transparant blauw. Rood oker met geeloker een oranje vormende, is hun combinatie met blauw neutraler en worden ze tegen die geneutraliseerde kleur in 't zij rooder, 't zij geler.

Het hoogste licht in dat heele doek is doodeenvoudig wat geeloker zuiver. En dat dit matte geel toch nog spreekt, komt omdat het zich in een uitgestrekt veld van een soort, al zij 't neutraal, violet bevindt; immers... rood oker met een blauw geeft violette tonen. Nu, de nesten zijn ook op een zwart fond geschilderd, opzettelijk, om de reden dat ik er ronduit voor uit wil komen in die studies, dat de voorwerpen zich niet in hun natuurlijke entourage, doch op een conventioneel fond bevinden. Een levend nest in de natuur is heel iets anders, men ziet 't nest zelf haast niet, men ziet de vogels. (...) Maar zeg nu eens, zwart en wit mag men die gebruiken of niet gebruiken, zijn dat verboden vruchten? Ik meen, neen, Frans Hals heeft wel zeven en twintig zwarten.

Vincent van Gogh, Boerin, 1885
 

Wit, maar ge weet zelf, hoe eigenaardige schilderijen juist enkele moderne coloristen opzettelijk van blanc sur blanc maakten, wat beteekent dat woord: men mag niet? Delacroix noemde ze 'rusten', gebruikte ze als zoodanig. Ge moet geen parti pris ertegen hebben, want als ze maar op hun plaats staan en in verhouding tot de rest, mag men alle tonen gebruiken - dat spreekt vanzelf. (...) Nee - zwart en wit hebben hun reden en beteekenis, en wie ze verdonkeremanen komen er niet mee uit; beide te beschouwen als het neutrale - is 't meest logisch zeker, 't wit: de allerhoogste combinatie van 't lichtst mogelijk rood, blauw en geel - zwart: de allerhoogste combinatie van 't donkerst rood, blauw en geel - tegen die stelling heb ik niets te zeggen, die vind ik volkomen waar. Nu, 't licht en bruin, de toon wat betreft waarde, staat in een direct verband tot die 4e gamma van wit tot zwart.
Immers waar men heeft:

  Gamma 1 van geel tot violet
  Gamma 2 van rood tot groen
  Gamma 3 van blauw tot oranje
  ____________________________
Som een vierde gamma van wit tot zwart

(die der neutrale tonen (rood+blauw+geel,(rood+blauw+geel, die van rood+blauw+geel 't uiterste licht 't uiterste zwart

Zoo begrijp ik voor mij de zwarten en witten. Als ik rood en groen vermeng tot een roodgroen of groenrood, door bijvoeging van wit verkrijg ik dan rosegroen of groenrose. En als ge wilt door bijvoeging van zwart, bruingroen of groenbruin. Is dit niet duidelijk? Als ik geel vermeng met violet tot een lilageel of geellila, in andere woorden tot een geneutraliseerd geel of een geneutraliseerd lila, door bijvoeging van 't wit en zwart verkrijg ik grijzen. Enfin grijzen en bruinen, er is vooral dan sprake van, wanneer men kleuren lichter of donkerder maakt, wat hun aard ook zij en hun gehalte aan rood, geel of blauw. Van licht en van donker grijzen en bruinen te spreken, is juist uitgedrukt, m.i. Maar wat is dat mooi wat Sílvestre zegt van Delacroix - dat hij op zijn palet een toevalligen toon nam: une nuance innomable violencé, dat hij dien toon ergens neerzette, hetzij voor hoogste licht, hetzij voor hoogste schaduw, maar van dat slijk iets maakte, dat 't zij schitterde als licht, 't zij somber zweeg als diepe schaduw.
Zoo heb ik gehoord van eene proef met een vel neutraal gekleurd papier -dat groenachtig werd op een rood fond, roodachtig op een groen, blauwachtig op oranje, oranjeachtig op blauw, geelachtig op violet en violetachtig op geel.

 

Brief 429 aan zijn broer Theo (najaar 1885)

Zooals gezegd vind ik uw brief over zwart erg goed, en wat gij zegt van 't niet maken van de lokale kleur is ook juist. Doch het voldoet me niet. Er zit veel meer achter dat niet maken der lokale kleur, m.i. Les vrais peintres sont ceux qui ne font pas la couleur locale (de ware schilders maken geen lokale kleur) - dat wast geen Blanc en Delacroix eens bespraken. Mag ik er niet brutaalweg door verstaan dat een schilder wel doet als hij uitgaat van de kleuren op zijn palet, inplaats van uit te gaan van de kleuren van de natuur? Ik bedoel wanneer men een kop wil schilderen b.v., en men kijkt de natuur die men voor zich heeft eens goed aan, dan kan men denken: die kop is een harmonie van roodbruin, violet, geel, alles gebroken - ik zal een violet en een geel en een roodbruin op mijn palet zetten en die breken onder elkaar. Ik behoud van de natuur een zekere volgorde en een zekere juistheid van plaatsing der tonen, ik bestudeer de natuur om geen gekke dingen te doen, raisonable te blijven, doch of mijn kleur precies letterlijk eender is, geef ik minder om, als zij maar mooi doet op mijn doek evenals ze mooi doet in 't leven. (...)

Een manskop of een vrouwekop is goddelijk mooi nietwaar, goed bedaard bekeken. Welnu, dat algemeene mooi doen tegen elkaar van de tonen in de natuur, men verliest het door pijnlijk letterlijke nabootsing, men behoudt het door herschepping in een kleurgamma evenwijdig, maar desnoods niet precies of lang niet eender aan 't gegevene. Gebruik maken altijd en intelligent van de mooie tonen die de verven van zelf vormen wanneer men ze breekt op 't palet, nog eens - van zijn palet uitgaan, van zijn kennis van mooi doen van kleuren, is iets anders dan machinaal en slaafs de natuur copiëren. Ziehier een voorbeeld: stel ik moet schilderen een herfstlandschap, boomen met gele blaren. Goed - wat komt 't er op aan als ik 't opvat als een symfonie in geel, of mijn grondkleur van geel 't zelfde is of niet van dat wat de blaren hebben, weinig doet dat toe of af. Veel, alles komt aan op mijn gevoel voor de oneindige verscheidenheid van tonen van een zelfde familie.

 

 

Doos met bolletjes wol van Vincent van Gogh

Chevreul begon zijn kleuronderzoek naar aanleiding van de onbevredigende kleurresultaten van de Gobelinweverij. Zijn kleurdradensysteem lijkt Van Gogh te hebben geinspireerd om ook met draden kleurharmonieën te beproeven.

In de collectie van het Van Goghmuseum te Amsterdam bevindt zich in de nalatenschap van Theo van Gogh een wat gammele, rode Chinese lakdoos, gevuld met bolletjes wol. Behalve de schilderijen van zijn broer heeft Theo en later zijn weduwe Jo Bonger, trouw alles bewaard wat Vincent had achtergelaten: zijn brieven, gipsen beeldjes, vazen, een opgezet ijsvogeltje, Japanse prenten, schilderboeken en deze doos. Wie de deksel van het doosje openslaat, ziet een op het eerste gezicht willekeurig samenraapsel van felgekleurde wollen draadjes, gebundeld tot kleine bolletjes in verschillende kleurencombinaties. Dat deze niet zomaar uit een naaidoosje (...) afkomstig zijn, wordt duidelijk uit een observatie van zijn schildersvriend Emile Bernard, als hij in Parijs bij hem op bezoek is: 'Op de tafel, tussen de Japanse prenten, bolletjes wol, waarvan de door elkaar geraakte draden onvoorziene kleurensymfonieën speelden.

Uit: Cornelia Peres, Het geheim ligt in een doosje. in: kM 19, najaar 1996

 

' Dat de bolletjes wol samen met de Japanse prenten worden genoemd is niet toevallig: ze hebben niet alleen de felle kleuren met elkaar gemeen, ook doen ze beide denken aan textiel (Het papier van de prenten is zeer gerimpeld en lijkt op zijdecrêpe.) (...) Een leerling van Delacroix beschrijft hoe hij Delacroix had zien spelen met wollen bolletjes uit een mand, die Delacroix groepeerde, over elkaar plaatste, per toonnuance apart zette en op deze wijze buitengewone kleureffecten bereikte. (...) Seurats en Signacs bewondering voor Delacroix was gekoppeld aan de theorieën van Chevreul. In 1884 brachten de twee kunstenaars een bezoek aan de hoogbejaarde Chevreul en wellicht hebben zij daar kleurexperimenten met wollen draden gezien. Er zijn namelijk stalen uit Chevreuls archief bekend, met 'toonladders' van wollen draadjes geordend in verschillende gradaties, bijvoorbeeld paars en geel. Mogelijk heeft Van Gogh via zijn vriend Signac ervan gehoord.

Brief 476 aan zijn broer Theo (Arles, voorjaar 1888)

Je had gelijk met tegen Tasset 1) te zeggen dat de geraniumlak er toch bij moest, hij heeft 'm gestuurd, ik heb het net nagekeken. Alle kleuren die door het impressionisme in de mode zijn gebracht, verkleuren, reden te meer om ze domweg te fel te gebruiken, mettertijd zullen ze toch alleen maar verbleken. Dus de hele bestelling die ik heb gedaan, de drie chromaatgelen (oranje, geel, citroen), het Pruisisch-blauw, het smaragd, de kraplakken, het Veronees groen, de loodmenie, dat alles vind je nauwelijks op het Hollandse palet (...), maar wel bij Delacroix, die helemaal verslingerd was aan de twee kleuren die het meest verafschuwd werden, en om zeer goede redenen: citroengeel en Pruisisch-blauw.

1) verfwinkel in Parijs waar Van Gogh klant was

Uit: Vincent van Gogh, Verzamelde brieven. ed. J. van Gogh-Bonger.


Brief B6 aan de met hem bevriende schilder Emile Bernard (Arles, zomer 1888)

(...) Een technische vraag; geef me in je volgende brief je mening eens. Zwart en wit, gewoon zoals de handelaar ze ons verkoopt, die ga ik zonder pardon op mijn palet brengen en als zodanig gebruiken. Als - en let wel dat ik het heb over de vereenvoudiging van de kleur op de wijze van de Japanners - als ik in een groen park met roze paden een mijnheer zie die in het zwart is gekleed en van beroep vrederechter is (...) en die de Intransigeant 2) zit te lezen, boven hem en het park een lucht van gewoon kobalt, waarom zou ik die vrederechter niet schilderen met ongemengd beenzwart en de lntransigeant met ongemengd fel wit? De Japanner houdt immers geen rekening met de weerkaatsing en plaatst ongeschakeerde kleuren naast elkaar, terwijl bewegingen en vormen worden vastgelegd in karakteristieke lijnen.

2) een Franse krant


Pagina uit brief B6 van Van Gogh
Vincent van Gogh, De oogst, 1881
Nu iets van een andere orde: als je een kleurmotief maakt dat bijvoorbeeld een gele avondlucht voorstelt, dan komt het felle en harde wit van een witte muur tegen de hemel uiteindelijk op een merkwaardige manier tot uitdrukking door middel van fel wit, dat op zijn beurt wordt getemperd door een neutrale toon, want de lucht zelf geeft er een zachte lila tint aan. En verder in dit zo naïeve landschap dat een hut moet voorstellen die helemaal wit gekalkt is (het dak ook), uiteraard op een oranje bodem, want de zuidelijke hemel en de blauwe Middellandse zee geven een oranje dat des te intenser is naarmate het gamma van de blauwen qua toon meer is opgevoerd, geven de zwarte tint van de deur, de ramen, het kruisje op de nok van het dak een simultaancontrast van wit en zwart dat even strelend is voor het oog als dat van blauw met oranje.
 
  Om eens een vrolijker motief bij de kop te nemen stellen we ons een vrouw voor, gekleed in een zwart-wit geblokte jurk in hetzelfde primitieve landschap met een blauwe hemel en oranje grond, dat zou nogal grappig zijn om te zien, stel ik me zo voor. Juist in Artes draagt men vaak zart-wit geblokte kleren. Het behoeft geen betoog dat zwart en wit ook kleuren zijn, of liever gezegd, in heel veel gevallen kunnen ze ook als kleuren worden beschouwd, omdat hun onderlinge contrast even scherp is als dat van groen en rood bijvoorbeeld. De Japanners maken er trouwens gebruik van. Op wit papier geven ze met 4 pennestreken wonderbaarlijk goed de fletse en bleke teint van een jong meisje weer en het scherpe contrast van het zwarte haar. Om nog maar te zwijgen van hun zwarte doornstruiken, overdekt met duizenden witte bloemen.

Brief 533 aan zijn broer Theo (Arles, 8 september 1888)

(...) Dikwijls lijkt me de nacht veel levendiger en kleurrijker dan de dag. Nu, wat betreft het idee om door middel van mijn schilderwerk het geld terug te krijgen dat ik aan de hotelbaas heb betaald, laat ik daar maar over ophouden, want het schilderij is een van de lelijkste die ik heb gemaakt. Het is vergelijkbaar met de Aardappeleters en toch anders. Met rood en groen heb ik geprobeerd de vreselijke menselijke hartstochten uit te beelden. De zaal is bloedrood en matgeel, een groen biljart in het midden, 4 citroengele lampen met oranje en groen schijnsel. Overal is het een strijd en een tegenstelling tussen het meest uiteenlopende groen en rood; in de personages van de kleine slapende schooiers, in de lege en hoge zaal, violet en blauw. Het bloedrood en het geelgroen van het biljart bijvoorbeeld contrasteren met het kleine beetje zachte Louis XV-groen van de tapkast, waarop een roze boeket staat. De witte kleding van de baas die in een hoek van deze broeikast toekijkt, wordt citroengeel, bleekgroen en lichtgevend. Ik maak er een tekening van in aquareltinten en stuur je die morgen om je er een idee van te geven.

 
Vincent van Gogh, Nachtcafé, 1888

Brief 534 aan zijn broer Theo (Artes, 9 september 1888)

(...) In mijn schilderij het Nachtcafé heb ik geprobeerd tot uitdrukking te brengen dat het café een plaats is waar je jezelf kunt slopen, gek kunt worden, misdaden kunt begaan. Enfin, ik heb geprobeerd met de contrasten van zachtroze en bloed- en wijnrood, van zacht Louis XV-groen en Veronees groen in contrast met het geel-groen en het harde blauw-groen, dat alles in een atmosfeer van een helse oven in een bleke zwavelkleur, als het ware de duistere krachten van een kroeg tot uitdrukking te brengen. En toch met een schijn van Japanse vrolijkheid en de goedmoedigheid van Tartarin.

Brief 554 aan zijn broer Theo (Artes, 16 oktober 1888)

(...) Deze keer is het gewoon mijn slaapkamer. Maar de kleur moet het hier doen en moet hier rust of slaap in het algemeen suggereren door in zijn vereenvoudiging meer stijl te geven aan de dingen. Enfin, het zien van dit schilderij moet rust geven aan het hoofd, of liever gezegd, aan de verbeelding.

 
Vincent van Gogh, De slaapkamer, 1889
De muren zijn bleek violet. Op de vloer liggen rode plavuizen. Het hout van het bed en van de stoelen is geel als verse boter. Het laken en de kussens heel helder citroengroen. Het dek scharlakenrood. Het raam groen. De toilettafel oranje, de waskom blauw. De deuren lila. En dat is alles - verder niets in die kamer met dichte luiken. Het forse van de meubels moet ook onverstoorbare rust uitdrukken. Aan de muur portretten en een spiegel en een handdoek en wat kleren. De lijst zal - omdat er in het schilderij geen wit is - wit worden. Dit om wraak te nemen op de gedwongen rust die ik moest nemen. Ik zal er morgen nog de gehele dag aan werken, maar je ziet hoe eenvoudig de opzet is. De schaduwen en slagschaduwen zijn weggelaten; het is gekleurd in vlakke, heldere tinten zoals de Japanse prenten. Het zal een enorm contrast vormen met bijvoorbeeld het Nachtcafé.  
 

Brief B22 aan Paul Gauguin (17 oktober 1888)

(...) Ik heb, nog altijd voor mijn decoratie, een doek van dertig gemaakt van mijn slaapkamer met de vurenhouten meubels, u weet wel. Het heeft me enorm veel genoegen gedaan om dat interieur met niets erin te schilderen, van een eenvoud als van Seurat: vlakke kleuren, maar met grove penseelstreken, met hoge impasto's, de muren bleek lila, de vloer gebroken en flets rood, de stoelen en het bed chromaatgeel, de kussens en het laken heel bleek groen-geel, het dek bloedrood, de toilettafel oranje, de waskom blauw, het raam groen. Ik heb met al die verschillende kleurtonen een absolute rust willen uitdrukken, ziet u, met als enige witte noot die van de spiegel met zwarte lijst (om ook nog het vierde paar complementaire kleuren erin te brengen).