BRONNENBUNDELS
 


Speculum doctrinale: de onderwijsspiegel

De Dominicaner monnik Vincent van Beauvais leefde in de eerste helft van de dertiende eeuw.

Handarbeid verlost volgens Vincent van Beauvais, schrijver van de Onderwijsspiegel, de mens van de noden waaraan zijn lichaam sinds de zondeval onderworpen is, terwijl onderwijs hem verlost van de onwetendheid die zwaar op zijn ziel drukt. En zo is in de kathedralen waar de hele middeleeuwse denkwereld een zichtbare vorm kreeg, aan kennis en aan handarbeid een gelijkwaardige plaats gegeven. In de kerk waar koningen, baronnen en bisschoppen een zo bescheiden plaats innemen, vinden we voorstellingen van bijna ieder ambacht. (-)

Uit: Emile Mâle, The Gothic Image. Religious Art in France of the Thirteenth Century.
De tekens van Weegschaal en Schorpioen met de bijbehorende werkzaamheden van het seizoen, kathedraal van Amiens

In die tijd vond men het niet ongerijmd om deze beelden uit het dagelijks leven te plaatsen naast taferelen uit legenden over heiligen. De waarde en eerbiedwaardigheid van werk werden op deze manier tot uitdrukking gebracht. (...) De Romaanse kerken, waarvan de vloeren zo vaak waren versierd met de tekens van de dierenriem, laten zien hoe trouw tradities uit vroeger eeuwen bewaard bleven. Men moet zich hierbij de vroege oorsprong realiseren van de grote stenen kalenders die boven de ingangen van gotische kathedralen werden gebeeldhouwd. De christen uit de dertiende eeuw die op de drempel stilhield om ze in ogenschouw te nemen, vond afhankelijk van zijn kijk op het leven verschillende onderwerpen om over na te denken. De arbeider herkende de nooit ophoudende cyclus van zijn werk, waar hij zijn hele leven toe was voorbestemd, maar de beelden van de Verlosser en de Madonna die op deze aardse zaken neerkeken, herinnerden hem eraan dat hij zijn werk niet zonder hoop deed.

De geestelijke met zijn kennis van de liturgie en de berekening van de kerkelijke kalender dacht na over het feit dat elke maand overeenkwam met een gebeurtenis uit het leven van Christus of van een belangrijke heilige. Voor hem werd elke maand niet gekenmerkt door gewone taken, maar door een opeenvolging van heldhaftige daden en het jaar leek op een guirlande van deugden. De mysticus mediteerde over het voorbij glijden van de door God gegeven dagen en verloor zichzelf in Hem en zei tegen zichzelf dat de tijd een schaduw van de eeuwigheid was. Hij bedacht dat het jaar met zijn vier seizoenen en twaalf maanden een beeld van Christus was van wie de vier evangelies en de twaalf apostels de ledematen vormden. (...) Dit alles is zo simpel, zo sober en zo dicht bij de mensheid. Er is niets van de ietwat nietszeggende gratie van antieke fresco's, geen cupido die als druivenplukker is vermomd, geen gevleugelde godjes in de rol van binnenhaler van de oogst. Ook Botticelli's charmante godinnen die dansen op het feest van de lente zijn afwezig. Het is de mens die in zijn eentje de natuur te lijf gaat en hoewel vijf eeuwen zijn voorbijgegaan, is het werk zo krachtig en vol leven dat het niets heeft verloren van zijn ontroerende aantrekkingskracht.