![]() |
BRONNENBUNDELS |
Rodin Het eerste werkelijke schandaal rond Rodin barstte al los in 1877
bij een expositie in Brussel. De kunstcriticus van L'Étoile beige
schreef op 29 januari 1877: 'De heer Rodin, één van de getalenteerde beeldhouwers die zich tot nog toe slechts liet opmerken door zijn portretbustes, heeft een standbeeld geëxposeerd op de Cercle artistique dat bestemd is voor de komende Salon in Parijs. Daar zal het zeker niet onopgemerkt blijven, want als het werk al aandacht trekt door zijn vreemde karakter, dan zal het die aandacht nog weten vast te houden door een kwaliteit die even kostbaar als zeldzaam is: het leven.' Tot zover had Rodin geen reden tot klagen, maar het venijn zat in de staart: 'Wat het gebruik van gipsafgietsels (van het levende model) betreft, in dit gipsen beeld, daarover behoeven wij ons hier niet te buigen. Wij wilden alleen maar deze figuur signaleren, waarvan de fysieke en morele ineenstorting zo expressief tot uiting komt dat - zonder andere indicaties dan het werk in zichzelf- we de indruk hebben dat de kunstenaar een man heeft willen uitbeelden die op het punt staat een einde aan zijn eigen leven te maken.' |
Uit: Cat. Rodin, HGM 1996 | |
Auguste Rodin, L Age d Airain, 1877 |
|
|
Rodin was furieus. Een 'moulage sur nature', een gipsafgietsel van het lichaam van een model, was het meest verachtelijke wat en beeldhouwer kon doen. Het gebeurde, en zeker niet alleen bij de minsten, maar het gold als gemakzuchtig en beneden de waardigheid van een waar kunstenaar. Voor Rodin, die aan het begin stond van zijn zelfstandig kunstenaarschap, was zelfs maar de suggestie, de minste verdenking in die richting, dodelijk voor zijn reputatie. Hij reageerde onmiddellijk met een brief naar de krant. De reactie van de redacteur was ijzig. Op 2 februari 1877 stond in L'Étoile beige: 'De heer Rodin protesteert tegen de veronderstelling dat zijn figuur, thans geëxposeerd op de Cercle artistique, een gipsafgietsel naar de natuur zou zijn. Hij schrijft ons: 'Als enig kunstenaar mij het plezier zou willen doen zichzelf te komen overtuigen, dan zal ik hem aan mijn model voorstellen, en dan zal hij kunnen constateren hoever een artistieke interpretatie afstaat van een slaafse kopie.' Wij zijn onzerzijds geheel en al overtuigd, maar we willen de heer Rodin er gaarne op wijzen dat wij er geen moment aan gedacht hebben zijn standbeeld als een slaafse kopie te kwalificeren, en dat het op zijn minst vreemd is dat hij nu de gelegenheid te baat neemt om van ons zeer welwillende verslag te profiteren door te reageren op twijfels die waren gerezen binnen de kring van de Cercle artistique.' |
||
De kwade geruchten kwamen dus niet van de krant, maar uit de kring van kunstenaars en kenners - wat voor Rodin des te erger was. Het gerucht waaide over naar Parijs. De almachtige jury van de Salon die bepaalde of een kunstwerk al of niet ter expositie werd toegelaten, kwam nog eens terug op de gezaaide twijfel, maar nu waren er ook kunstenaars die het voor Rodin opnamen. Als het beeld zonder hulp van gipsafgietsels gemaakt was, dan was het toch een kunstwerk van de eerste orde, zo zei men. Het beeld kreeg the benefit of the doubt, maar werd wel in een donker hoekje van de salon geplaatst. Rodin, die overwoog Brussel definitief te verlaten en zijn carrière in Parijs voort te zetten, wilde zijn naam nu definitief gezuiverd zien van alle smetten. Hij besloot foto's van Neyt 1) te laten maken in Brussel èn een gipsafgietsel sur nature, ter vergelijking. Aldus geschiedde; de foto's en de afgietsels werden met spoed naar Parijs gezonden, ter inspectie door de Salon-jury, die echter niet eens de moeite nam om de kisten waarin ze verpakt zaten, te openen. 1) naam van het model |
||
De interviews die de Franse schrijver Paul Gsell met Rodin had,
werden eerst in een tijdschrift gepubliceerd als artikelen van hen beide.
Waarschijnlijk heeft Rodin mondeling zijn gedachten aan Gsell uiteengezet,
schreef Gsell het artikel dat daarna zorgvuldig door Rodin werd verbeterd
en van opmerkingen voorzien. Ik zie hem voor me, terwijl hij snel zijn kleine figuurtjes uit klei vormt. Het is een spel dat voor hem een welkome afwisseling is met de geduldiger zorg die hij aan zijn grote beelden besteedt. Hij geniet van deze directe, spontane studies die hij als het ware uit zijn mouw schudt, omdat ze hem in staat stellen de vluchtige schoonheid te vangen van een gebaar, dat hem bij een langere, diepzinniger studie zou ontsnappen. Hij heeft een geheel eigen manier van werken. In zijn atelier lopen en zitten verscheidene naaktmodellen. Rodin betaalt hen om hem voortdurend in de gelegenheid te stellen een naakt te zien bewegen met alle vrijheid van het leven. Hij observeert hen onophoudelijk en op die manier is hij sinds lang vertrouwd geraakt met de aanblik van bewegende spieren. |
Uit: Auguste Rodin,
L Art. Entretiens Réunis par Paul Gsell. Parijs 1911 |
|
Auguste Rodin, De kus |
![]() |
|
Het naakt, dat voor ons modernen een uitzonderlijke onthulling
is en dat zelfs voor beeldhouwers over het algemeen slechts een verschijning
is waarvan de duur zich beperkt tot een enkele zitting, is voor Rodin
een normale aanblik geworden. De schepper van de 'Penseur' heeft zich
verzekerd van een voortdurende vertrouwdheid met het menselijk lichaam.
De oude Grieken verkregen die door naar wedstrijden te kijken - worstelen,
discus werpen, boksen, gymnastische oefeningen en hardloopwedstrijden,
wat hun kunstenaars in staat stelde op een natuurlijke manier over het
onderwerp naakt te praten-. Deze ononderbroken aanwezigheid van ongeklede
mensen die zich voor zijn ogen heen en weer bewegen heeft Rodin geleerd
de gevoelens te herkennen die in elk lichaamsdeel tot uitdrukking worden
gebracht. Over het algemeen beschouwt men het gezicht als de enige spiegel
van de ziel; de beweeglijkheid van de gelaatstrekken schijnt ons de enige
uiterlijke expressie van het spirituele leven.
|
|
|
|
In werkelijkheid is er geen spier in het lichaam die niet
uiting geeft aan de innerlijke wisseling van gevoelens. Allemaal spreken
ze van vreugde of verdriet, van enthousiasme of wanhoop, van sereniteit
of waanzin. Open armen en een ontspannen lichaam glimlachen met evenveel
lieflijkheid als ogen en mond. Maar om elk aspect van het vlees te kunnen
interpreteren moet men zich hebben aangewend de bladzijden van dit prachtige
boek geduldig woord voor woord te lezen. De meesters van de oudheid deden
dat, geholpen door de gebruiken van hun beschaving. Tegenwoordig doet
Rodin het door de kracht van zijn eigen wil. Met zijn ernstige blik volgt
hij zijn modellen, zwijgend proeft hij de schoonheid van het leven dat
in hen speelt (...) en wanneer een van hen een beweging maakt die hem
bevalt, vraagt hij hem onmiddellijk om die pose even vol te houden. Snel
pakt hij wat klei en meteen is er een klein figuurtje in de maak; dan
gaat hij, even gehaast, verder met een volgend figuurtje dat hij op dezelfde
manier vormt.
|
|
Op een avond, toen de duisternis begon te vallen en zware schaduwen het atelier aan het oog onttrokken, had ik met de meester een gesprek over zijn methoden. 'Wat mij in u verbaast, is dat uw werkwijze zo verschilt van die van uw kunstbroeders,' zei ik. 'Ik ken velen van hen en ik heb hen allemaal aan het werk gezien. Ze laten het model op een voetstuk klimmen, dat ze de troon noemen, en zeggen hem een bepaalde pose in te nemen. Meestal strekken of buigen ze zijn armen en benen zoals het hen zint, ze buigen zijn hoofd of rechten zijn rug alsof hij een ledenpop is. Daarna gaan ze aan het werk. Maar u wacht totdat uw modellen een interessante houding aannemen en dan pas geeft u die weer. Zodat u eerder hun bevelen lijkt op te volgen dan zij die van u.' Rodin, die bezig was vochtige doeken om zijn figurines 1) te wikkelen, antwoordde rustig: 'Ik sta niet onder hun bevel, maar onder het bevel van de Natuur! Mijn kunstbroeders hebben ongetwijfeld goede redenen om te werken zoals u het beschrijft. Maar door op die wijze de natuur geweld aan te doen en mensen te behandelen als poppen, lopen zij het risico levenloos en kunstmatig werk te produceren. 1) kleine figuurtjes |
|
|
|
Wat mij betreft, ik zoek de waarheid en bestudeer het
leven. Ik pas er voor op hun voorbeeld te volgen. Ik ontleen de bewegingen
die ik observeer aan het leven, maar ik ben niet degene die ze oplegt.
Wanneer een onderwerp waaraan ik werk van mij verlangt dat ik het model
vraag een bepaalde vaste pose in te nemen, geef ik hem daarvoor aanwijzingen,
maar ik vermijd zorgvuldig hem aan te raken om hem in die houding te plaatsen,
want ik wil slechts weergeven wat de werkelijkheid mij spontaan aanbiedt.
Ik gehoorzaam in alles de Natuur en ik matig mij nooit aan haar te gebieden.
Mijn enige ambitie is haar op onderdanige wijze trouw te zijn.'
'Ik accentueer de lijnen die de spirituele toestand, die ik tot uitdrukking wil brengen, het best weergeven.' Terwijl hij aan het woord was, liet hij me op een voetstuk dat naast ons stond, een van zijn mooiste beelden zien, een knielende jongeman die zijn armen smekend ten hemel heft. Zijn hele wezen spreekt van wanhoop. Zijn romp helt achterover. Zijn borst zwoegt, zijn keel is gespannen van verdriet en zijn handen strekken zich uit naar een of ander mysterieus wezen waaraan hij zich wil vast klampen. 'Kijk,' zei hij tot mij. 'Ik heb het zwellen van de spieren geaccentueerd, waarin zijn leed tot uitdrukking komt. Hier, en hier, en daar - heb ik de spanning van de pezen overdreven die spreken van een hartstochtelijk gebed.' |
|
|
Auguste Rodin, De kus |
|
|
Even later ging hij verder: 'Ik geef toe dat de kunstenaar
de Natuur niet ziet zoals zij zich aan de gewone mens voordoet, omdat
zijn emotie hem de verborgen waarheden achter de uiterlijke schijn onthult.
Maar uiteindelijk is het enige principe in de Kunst dat men weergeeft
wat men ziet. AI zien estheten dat soms anders. Elke andere methode is
fataal. Er bestaat geen recept om de natuur te verbeteren. Het gaat uitsluitend
om het zien. Een middelmatig man die de natuur weergeeft zal natuurlijk
nooit een kunstwerk voortbrengen, omdat hij in feite kijkt zonder te zien,
en hoewel hij elk detail tot in de kleinste kleinigheden opmerkt zal het
resultaat vlak en karakterloos zijn. Maar het beroep van kunstenaar is
niet bedoeld voor de middelmatigen en zelfs het beste advies zal hun nooit
enig talent kunnen geven. De kunstenaar daarentegen ziet; dat wil zeggen,
zijn oog, dat vast verbonden is aan zijn hart, ziet diep in de boezem
van de Natuur. Daarom hoeft de kunstenaar slechts te vertrouwen op zijn
ogen.'
|
|
![]() |
Auguste Rodin, Venus | |
Op een namiddag, toen ik met Rodin in zijn atelier was, viel de duisternis in terwijl we zaten te praten. 'Hebt u ooit een antiek beeld bekeken bij lamplicht?' vroeg mijn gastheer me plotseling. 'Nee, nog nooit,' antwoordde ik enigszins verrast. 'Ik zie dat mijn vraag u verbaast. Kennelijk beschouwt u het idee om sculptuur te bestuderen bij ander licht dan daglicht als een vreemde gril. Natuurlijk krijgt u bij daglicht een beter totaaleffect. Maar wacht. Ik wil u een soort experiment laten zien dat ongetwijfeld instructief zal blijken.' Terwijl hij sprak ontstak hij een lamp, pakte hem op en wees mij op een marmeren beeldje op een voetstuk, in een hoek van zijn atelier. Het was een prachtige antieke kopie van de Medici-Venus. Rodin had het daar neergezet om zijn inspiratie te stimuleren als hij aan het werk was. 'Komt u eens wat dichterbij,' zei hij. Terwijl hij de lamp zo dicht mogelijk naast het beeldje hield, liet hij het volle licht op de romp vallen. 'Wat merkt u op?' vroeg hij. Al bij de eerste blik was ik bijzonder getroffen door wat mij plotseling werd geopenbaard. | ||
Het op deze wijze gerichte
licht liet inderdaad talloze kleine uitstulpingen en holten in het oppervlak
van het marmer zien, die ik daar nooit vermoed zou hebben. Dit zei ik tegen
Rodin. 'Uitstekend!' riep hij instemmend uit. Toen: 'Kijk goed.' Tegelijk
draaide hij het beweegbare voetstuk waarop de Venus stond langzaam rond.
Terwijl hij draaide zag ik nog steeds in de algehele vorm van het lichaam
een veelheid van haast onzichtbare ruwe plekjes. Wat aanvankelijk zo eenvoudig
had geleken, was in werkelijkheid verbluffend gecompliceerd. Rodin keek
glimlachend op. 'Is het niet wonderbaarlijk?' riep hij uit. 'Geeft u toe
dat u niet had verwacht zoveel details te ontdekken. Kijkt u eens naar deze
talloze golvingen van de holling die de romp met de dij verbindt. En dan
hier, die aanbiddelijke kuiltjes in de lendenen.' Hij sprak zacht, met de
hartstocht van een toegewijde, en boog zich over het marmer alsof hij het
liefhad. 'Het is werkelijk vlees!' zei hij. En stralend voegde hij eraan
toe: 'Je zou denken dat het is vorm gegeven door kussen en strelingen. Wanneer
je het lichaam aanraakt verwacht je haast dat het warm is.' |