BRONNENBUNDELS
 


Paul Klee

In heel zijn werk gaat het bij Paul Klee niet zozeer om de vormen van de zichtbare wereld maar om inzicht in diepere levens- en andere bestaans-vormen, die hij tegenkomt tijdens de zoektocht naar de oerbronnen en vormende krachten van de natuur. Dit diepere inzicht leidt bij de kunstenaar tot een bemiddelende taal van tekens. (...) Van zijn onderzoek naar specifieke structuren die zich bij de relaties tussen lijnen en bij combinaties van lijnen kunnen voordoen gaat Klee over op organisme en mechanisme van beweging en tenslotte op de overgangssituaties waarin beweging optreedt: spanning, verstoring en herstel van het evenwicht, de kosmische beweging. De symbolen die de beweging vormgeven, de gyroscoop en de slinger, worden naast de cirkel en de spiraal geanalyseerd, om dan tenslotte te belanden bij een uitdrukkingsmiddel dat typisch is voor Klee, de pijl. (...) Deze pijl komt men vervolgens steeds weer in Klee's werk tegen, eerst omhoogwijzend als afkorting voor een boom, dan op gevaarlijke of humoristische wijze uit hemel en aarde schietend, vaak als een dreigend onheilsteken voor demonische krachten maar dikwijls ook gewoon als richtingaanwijzer.

Uit: Carola Giedion-Welcker, Paul Klee. Reinbek bij Hamburg 1961
Paul Klee, Het ontstaan van de pijl

De reis naar Egypte

In 1928/9 bezocht Klee Egypte. (...) De godsdienstige basis in de oude Egyptische cultuur, waarop heel het denken en handelen berustte, het voort-durend op elkaar betrekken van mens en heelal, van het leven op aarde met de hemelse goden en de hemellichamen, moest juist een kunstenaar met de inborst van Klee diep raken en bevestigen in zijn doen en laten. Van de tempelbouw tot het hiërogliefenschrift, alles werd hier in één symbolische taal uitgedrukt. In deze denkwereld bloeiden vaste herinneringsbeelden die steeds opnieuw werden doorgegeven, alleen maar afkortingen, fragmenten en zinnebeelden in veelbetekenende reeksen.

Het symbool

Klee gebruikte verschillende methodieken om zijn artistieke uitdrukkingsver-mogen te verbreden en te intensiveren, maar zijn uitvinding van een nieuwe symbolentaal was daarbij cruciaal. Klee's symbolentaal bezit zowel op het individuele toegespitste als historisch bepaalde kenmerken, raakt zowel de vorm als de inhoud en berust op zowel de waarneming van de werkelijkheid als op een vrije visie, die Klee 'denken in vorm' noemde. (...)

De pijl als symbool van de toekomst

Zoals de bliksem een aankondiging is van de kosmische dynamiek in de hemel, zo verschijnt de pijl in Klee's beeldende wereld als grafisch teken van spanning in het verloop van een ontwikkeling, een 'genesis'. Zoals hij in zijn Pedagogisch Schetsboek uitvoerig heeft toegelicht, heeft Klee hem in de eerste plaats ingezet als symbool voor richting in zijn wereld van ruimte en tijd. In de tweede plaats heeft hij hem toegepast als toekomstsignaal van zich ontwikkelende aardse, onderaardse en kosmische activiteiten. Dit is de zwarte pijl die, zoals Klee schrijft, vanuit het tegenwoordige wit op het actieve en toekomstige zwart georiënteerd is. Hij omvat dus heden en toekomst, wordt teken van een dynamische toename van energie en geeft evenwichtsspanningen aan bij zuiver natuurkundige processen, of hij is uitsluitend een intellectuele wegwijzer bij pedagogische uiteenzettingen. Hij kan zelfs een dramatisch, onafwendbaar noodlotsteken worden dat vanuit de hemel de menselijke maatschappij bedreigt, zoals in de 'getroffen' plaatsen en steden die Klee verschillende keren schilderde. Hier hangt hij als een tastbaar onheil, als zwart zwaard van Damokles boven de in elkaar verweven, op plattegrond en opstand lijkende symbolen van stedelijke nederzettingen.


Paul Klee, Betroffener Ort, 1922/109

Rune-achtige beeldtekens

Het runenschrift in zijn late werk - verlevendiging van grote vlakken en ritme-sering van elementaire vormen - wordt ook ontwikkeld als stenogram om concrete dingen en landschappen op te roepen. In deze late werken bewegen zich op een hoekige manier of met soepele uithalen in elkaar grijpende, schrift-achtige zwarte lijnen. Een microkosmos van kleine vormen die in een levendig spel van onderlinge betrekkingen zijn verwikkeld en een harmonisch totaalbeeld voortoveren. Het oog doolt rond door een geordend labyrint van in elkaar hakende beeldtekens die op een lichte achtergrond gebaren maken.


Uit: Robert Goldwater, Primitivism in Modern Art

Pedagogisch Schetsboek

De uiteenzettingen in Paul Klee's Pedagogisch Schetsboek worden gekenmerkt door het toeschrijven van gevoelseigenschappen aan lijn- en kleur-symbolen. (...)
Klee verenigt lijnen, kleuren en geometrische vormen met menselijke gedachten en menselijke emoties. Hij spreekt over de combinatie van het bewuste en het onderbewuste en zijn biografen verwijzen naar de verovering van de wereld door middel van een kinderlijke intuïtie. (...) Het is opmerkelijk dat hoewel Klee veel aan het kind ontleent, hij in tegenstelling tot de kinderlijke aanpak, zijn figuren zorgvuldig onbepaald laat en zijn taferelen niet lokaliseert. Zijn lijntekeningen, klein in vergelijking met hun lijsten, worden omgeven door een veld dat niet nader wordt aangeduid behalve door verfijnde kleurnuances en dat geen begrensde ruimtelijke enscenering heeft.

De figuren zelf zijn in een leegte of op een onbegrensd vlak geplaatst, hebben ook geen volume en geen ruimtelijke of psychologische band met elkaar. Klee maakt van het kinderlijk onvermogen om perspectief weer te geven een opzettelijke en berekende abstractie, die 'voorbij gaat aan' normale kijkwaarden'. (...) Een opzettelijke spanning wordt gelegd tussen de bijzonderheid van het detail en de algemeenheid van het symbolisch object. Dit effect wordt nog vergroot door de titels van de schil-derijen. In plaats van ons de gewenste uitleg te geven, dat wil zeggen de afzonderlijke objecten op het doek met elkaar te verbinden door een aannemelijk referentiekader aan te geven, herhalen zij de duidelijke onderdelen van de compositie. Ze sommen in letters nog eens op wat al afzonderlijk in verf is neergezet. Op deze wijze wordt de betekenis van het tafereel voor de beschouwer vergroot, daar het tegelijk duidelijk en ondoorzichtig mysterieus is, gewoon iets voorstellend èn abstract.

 

t