![]() |
BRONNENBUNDELS |
Micha Klein Het oeuvre van Micha Klein is kleurrijk en lijkt op het eerste gezicht te stralen van optimisme. Bij nadere blik bevat het echter een kritische lading. Zo toont het werk 'Paradise', zoals de titel al doet vermoeden, een paradijselijk tafereeltje. Maar schijn bedriegt; de bloemenweelde fleurt te midden van een vervuilde wereld, waardoor de beschouwer een onbehaaglijk gevoel krijgt. De eerste werken zijn allemaal opgebouwd uit bestaande karakters. Twee bekende creaties van Micha Klein zijn Pillman en Pinda. Pillman is een goede bekende in het house-circuit, waarin Micha sinds jaar en dag vertoeft. Hij was een van de eersten die de house-muziek verrijkte met filmbeelden en treedt iedere zaterdag op als videojockey in een discotheek in Amsterdam. Pillman is uitgegroeid tot een icoon van de house-cultuur. Bezoekers van feesten gingen de danspasjes van dit grappige figuurtje nadoen en zijn populariteit steeg. |
Uit: Hanneke Huls, Micha Klein, Architect van virtuele werelden. in: Groninger Museumkrant, najaar 1998 | |
De manier van opbouwen van zo'n karakter vergt veel geduld. Op het scherm van de computer bouwt Micha ieder figuurtje beeldje voor beeldje op. Pas op het laatste moment kunnen alle aspecten tot een geheel geïntegreerd worden. Het beeldscherm laat een figuur van verschillende kanten zien; er is een boven- en zijaanzicht, maar ook een cameraview die kan bepalen vanuit welke hoek de bewerker het beeld wil zien. Dit alleen al leidt tot ontzettend veel keuzemogelijkheden. Maar daar blijft het niet bij. Als de eerste schets klaar is, kan er gekozen worden voor het inkleuren van een figuur. Niet alleen is er de keuze voor een kleur, maar ook voor textuur, grof, glad, gebloemd of geruit, de keuzes zijn ontelbaar. (...) Het driedimensionale programma waarmee Micha werkt is meer een bouw - dan een tekenprogramma. Het biedt de mogelijkheid tot het maken van ruimtelijk werk. |
||
De kracht van Kleins kleurrijke beelden berust op de frisse, soms overrompelende, vitaliteit en het voelbare plezier waarmee ze zijn samengesteld. De inhoud ervan schuilt in de eigentijdse symbolen - waaronder de in verschil-lende gedaanten voorkomende (exstacy)pil - en de gelardeerde anekdotiek en spanning tussen realiteit en schijnrealiteit. Panelen als Paradise, Peanut Museum en Alien Artists lijken met hun wonderlijke figuren onschuldige werelden te verbeelden, maar de glanzende perfectie en inzichtelijke motieven wijzen de toeschouwer onmiskenbaar op de schone schijn van het virtuele*. In de reeks Virtualistic Vibes - een modereportage voor het tijdschrift 'Wave' - waarin voor het eerst gefotografeerde mensen figureren, wordt dit conflict tussen verleiding en onbehagen tot een uiterste doorge-voerd. Het vierluik kan tot nog toe beschouwd worden als sleutelwerk binnen het oeuvre van Micha Klein. De serie Virtualistic Vibes confronteert de beschouwer met lonkende of uitdagend kijkende mannen en vrouwen: het oogcontact is onmiddellijk en onontkoombaar. |
Uit: Han Steenbruggen, Micha Klein en het moderne Gesamtkunstwerk. in: Groninger Museumkrant najaar 1998 |
|
Micha Klein, Love, peace and happiness, 1995 |
|
|
Door de driedimensionale suggestie lijken deze en gene
zijde, realiteit en virtualiteit slechts gescheiden door de dunne laag
perspex. In de bijna klassieke manier waarop -overigens uiterst actuele
- beeldmotieven worden gebruikt, personages onderdeel zijn van verhalende
settings, zijn de vier panelen te beschouwen als eigentijdse genrestukken
met een emblematische inslag. Enerzijds lijken ze vertalingen van de vier
temperamenten, anderzijds zijn ze rake typeringen van de huidige jongerencultuur,
met toespelingen op ijdelheid, vitaliteit, agressiviteit, sexualiteit.
Daarbij valt op dat Klein niet zozeer beschouwt en moraliseert, maar op
de eerste plaats signaleert en registreert. Zijn werk is geen reflectie
op de jongerencultuur van 'buiten-' of van 'bovenaf', maar komt er onmiddellijk
uit voort. De wereld die hij in het vierluik naar de virtualiteit vertaalt,
is ook zijn wereld.
|
||
De verlokkingen van deze wereld blijkt hij niet alleen
te onderkennen, maar ook tot op de kern te doorgronden. Daarin ligt de
cultuur-historische betekenis van Virtualistic Vibes besloten. De artis-tieke
betekenis van de reeks en het andere werk van Klein schuilt in de oorspronkelijke
beeldende kwaliteiten en volledige beheersing van de hem ten dienste staande
techniek. Als geen ander weet Klein de mogelijkheden van het eigentijdse
medium, die het gehele terrein van de traditionele kunsten bestrijken,
volledig uit te buiten. Klein werkt in zowel de tweede als de derde dimensie
en is tijdens het scheppen van zijn virtuele werelden zowel graficus,
schilder, sculpturist, architect, designer, choreograaf als regisseur.
Zijn met de computer gecreëerde beelden zijn dan ook te beschouwen
als 'Gesamtkunstwerke', die uiteindelijk met behulp van fotografische
technieken worden vastgelegd.
|
||
Kleins computerprints en video's zijn vooral een onbekommerde
viering van de tijdgeest. Langbenige fotomodellen trekken voorbij, feesten
op Ibiza, 'peace' tekens, gebodypainte lichamen en een bombardement van
kleuren, dat er vermoedelijk nog aangenamer uitziet als je er de juiste
pil bij hebt geslikt. Op grond van deze uiterlijkheden ligt het voor de
hand Kleins werk af te doen als trendy en oppervlakkig, maar dat zou wat
kortzichtig zijn, al is het maar omdat Klein zelf zijn prints nadrukkelijk
in de traditie van de schilderkunst plaatst. En inderdaad: de elfjes en
faunen in de serie Among Elves' (1998) verwijzen onmiskenbaar naar de
nymfen van Botticelli. Nog duidelijker worden Kleins kunsthistorische
referenties zichtbaar in de serie Artificial Beauty' (1998). Die bestaat
uit een reeks forse portretten van vrouwen, de ene nog gladder en perfecter
dan de ander. Klein schiep ze door het gezicht van zijn vriendin (fotomodel
Afke, die vaker in zijn werk opduikt) op de computer te vermengen met
andere vrouwen - een blonde, een Chinese, een brunette, een negroïde.
Het is een directe verwijzing naar Rafaël, die al in de zestiende
eeuw probeerde de ideale vrouw te schilderen door de mooiste onderdelen
van verschillende vrouwen te combineren tot één perfecte
schoonheid.
|
Uit: Hans den Hartog Jager, Micha Klein zoekt naar de ideale vrouw. in: NRC Handelsblad 23 september 1998 |