![]() |
BRONNENBUNDELS |
Erwin Olaf |
Uit: Peter Weiermair,Tableaux vivants. in: Cat. Exuberantie Nu. Groninger Museum 1989 |
|
Erwin Olaf, Nightlife (Guido) |
|
|
Het gemak waarmee hij deze tekens gebruikt komt niet alleen voort uit een postmoderne instelling, waarbij deze tekens zonder hiërarchie beschikbaar komen, maar ook uit de voor Olaf zo karakteristieke onbevangenheid en luchtigheid. (...)Olaf gaat met zijn groep te werk als met een troep komedianten, die, in de geest van de barok, het natuurlijke verafschuwen en het kunstmatige hooghouden. De barok streefde ernaar het zo gewone naturalisme te overwinnen; met gedragingen werden gemoedsbewegingen uitgedrukt en onbeheerste hartstochten, tot mystieke zelfverloochening aan toe; het bovenzinnelijke moest met alle middelen zintuiglijk aanschouwelijk worden gemaakt. De barok beschikte nog niet over het medium fotografie; met beeldhouwwerk en schilderkunst werd een verzinsel, een visioen geproduceerd. Met fotografie, hoezeer men ook gepoogd heeft daarmee uiting te geven aan dromen en visioenen, is dat nooit gelukt, want de werkelijkheid zit er altijd bij in. Daarom speelt Olaf toneel. Hij laat de afmetingen van zijn atelier zien, dat met een sjofel gordijn is afgebakend. Hij zet zijn scènes bewust in elkaar en plaatst de tekens, die hem ter beschikking staan. |
||
Daar duikt dan de 'Miles gloriosus' (de soldaat die heeft overwonnen)
op, maar in de figuur van een soort kabouter; zijn zwaard, omlaag gericht,
wijst naar twee hazenvellen en niet naar de lijken van de overwonnen vijanden.
Een Sisyphus 1) met hertengewei draagt op zijn rug een steen van
papier-maché. Engelen met verkreukelde vleugels rijzen op uit opengaande
eieren. Er verschijnen weelderige figuren, ingeregen in leer, een geestige
reactie op de SM-cultus van tegenwoordig. In de barok zijn wij getuige
van visioenen en extases, en de macht van de extase maakt een einde aan
de zwaartekracht van de realiteit, het illusionisme trekt alle registers
open. Olaf steekt de draak met deze visioenen, haalt ze omlaag naar het
niveau van een tweederangs theater, haalt mallotigheid uit met decorstukken,
maskers en kostuums. Hij brengt de toeschouwer in verwarring en schept
een schijnwereld. |