BRONNENBUNDELS
 


Popularisering: de producten van Corneille en Warhol

In onderstaande interviews probeert Corneille de kritiek te weerleggen die men had op zijn commerciële producten.

Mijn laatste grote overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam was in 1975, daarna heb ik er nooit meer geëxposeerd. Ze bezitten een aantal werken van mij, maar sinds ik in een interview de toenmalige directeur, De Wilde, heb aangevallen over zijn beleid, word ik geboycot. Ik ben daar het zwarte schaap geworden. Wat ik toentertijd zei, was helemaal niet onterecht. Ik had het over geld verspillen: gigantische bedragen werden alleen in Amerikaanse kunst gestopt. De Wilde is daar heel kwaad over geworden. Het gevolg was dat ze bij tentoonstellingen over Cobra mij daar niet meer bij hingen. Dat is een paar keer gebeurd. Echt
waar, maar ach, ik heb over de hele wereld exposities en ben vertegenwoordigd met mijn werk in allerlei collecties.

Uit: Anne Clair Vogtschmidt, Schilderen is voor mij ademen. in: Elsevier 9 januari 1988

Uit: Paul Depondt, Ik verdien er geen cent méér aan.

U heeft onlangs voor Christie's een pianovleugel beschilderd die voor 70.000 gulden geveild werd?

Ja, maar Alechinsky ook, en daar werd hij niet op aangevallen.

Maar met die stropdassen en die ABN-schrijfpen?

Ik weet echt niet wat er aan de gang is.

Bent u dan niet geschrokken van de kritiek?

Ik vind dat ik de kwaliteit van het leven kan verbeteren. Kijk maar naar dat flesje hier, dat heeft Dali ontworpen. Waarom mag een kunstenaar zoiets niet? Wat is daartegen? Kijk maar eens naar het Bauhaus! Niemand leverde daar kritiek op. De tijd is rijp, zoals in de jaren dertig met de modern style, om voor vormgeving de hulp in te roepen van kunstenaars. Er wordt nu wel beweerd dat ik met de commercie meedoe. Maar voor het ontwerp van die schrijfpen heb ik evenveel gekregen als wat een particulier ervoor zou betalen. Die pennen worden niet in de handel gebracht. Ik verdien er niks méér aan, geen cent meer. (...) De Cobraschilders, mij inclus, worden gemanipuleerd. Er wordt gebruik gemaakt van onze bekendheid. We worden uitgemergeld, uitgezogen. Er wordt van ons geprofiteerd. Je moet nu eenmaal bekend zijn voor ze je vragen een vleugel te beschilderen. Mensen komen met de vreemdste voorstellen. Maar ik neem niet alles aan. Ik ben niet gek, ik kies wel terdege. Als ik het zuiver om het geld zou doen, dan zou ik alles aanpakken. Als een man een muurtje heeft en het leuk zou vinden als Corneille daar wat op schildert, dan ga ik daar niet zo maar op in. Maar ja, toevallig is het allemaal een beetje snel op elkaar gevolgd. Het wordt tijd dat het een beetje luwt. Het gevecht begint al als schilders hun schilderijen gaan verkopen. Galeriehouders zijn geen lieve jongens. Maar het is nu eenmaal noodzakelijk. Ik kan toch niet zelf mijn werk verkopen? Veel schilders weten niet hoe ze daar doorheen moeten zeilen. Het is een jungle. Mensen als Appel of Alechinsky zijn daar meesters in geworden.

Uit: Corine Koole, Kunst voor de keel van Comeille. in: NRC Handelsblad 9 februari 1988

De Society Shop tracteert niet op korting, maar op kunst voor de keel: vijfhonderd dassen naar een ontwerp van de schilder Corneille. Vijfhonderd vrolijke handgemaakte zijden vogeltjes tegen een donkerblauwe achtergrond. Vanaf volgende week zijn ze in de filialen te koop voor f 128 per stuk. (...) Eerst zou het alleen blijven bij een lithoprint van de das die ieder van de vaste klanten met kerst kreeg opgestuurd met de boodschap 'Champagne, Corneille en Cadeaux'. Maar de reacties waren zo enthousiast dat besloten werd de das echt uit te voeren, in zijde. Dat Corneille werd gevraagd heeft te maken met de persoonlijke voorkeur van de Society Shop-eigenaar. Hij is al jaren een hartstochtelijk liefhebber van hedendaagse kunst. (...) Voor de das werd geselecteerd op 'mode-gevoeligheid'. Appel viel meteen af, die werd te agressief bevonden. Het moest iets vrolijkers worden en via voormalig tennisspeler Tom Okker die zich inmiddels in de kunsthandel heeft bekwaamd, werd Corneille benaderd. Bestond Cobra bovendien niet net veertig jaar? (...)

Corneille, Stropdas
 
Alle kleurproeven van de litho's werden na afloop vernietigd. Daardoor is de kans uitgesloten dat ze volgende maand veel te goedkoop in een groot warenhuis liggen. Om niet de indruk te wekken de schilder te exploiteren, werd de gebruikelijke winstmarge gehanteerd, Bovendien was Corneille vrij te maken wat hij wilde. 'Ik ben geen jukebox, waar je een franc in stopt en een mooi plaatje uit krijgt,' had hij van te voren gewaarschuwd. De naakte vrouw, één van zijn meest geliefde onderwerpen, leek de heren weliswaar niet zo geschikt voor een das, maar ja, als de kunstenaar daar anders over dacht... De opluchting was groot toen de vrolijke vogeltjes werden bezorgd op het kantoor in Amstelveen. Corneille bleek modegevoeliger dan verwacht. Het blauw dat in de das overheerst, past haast bij ieder pak. Nog nooit in zijn leven had Corneille zo klein moeten werken. Schilderijen met een oppervlakte van een vierkante meter zijn bij hem geen uitzondering. 'Speciaal voor u heb ik kleine penseeltjes moeten kopen!' riep hij met zijn armen pathetisch in de lucht. (...) Wie nu nog de vogeltjes-das wil hebben, is vermoedelijk te laat. Alle exemplaren zijn al besteld, onder andere door de KLM, die ze als relatiegeschenk gaat gebruiken, en door kunstliefhebbers die de das achter glas, voorzien van een messinglijst aan de muur, als een goede belegging beschouwen.