![]() |
BRONNENBUNDELS |
Inventies van Rubens: de Medici-cyclus
Rubens' schilderijen voor de Medici-galerij lijken op het eerste gezicht
het toppunt van vleierij en onderdanigheid, maar aan de andere kant boden
ze hem ruim de gelegenheid om al zijn inventiviteit uit de kast te halen
voor steeds weer nieuwe, soms zeer gecompliceerde inventies. Begin januari 1622 bracht Rubens zijn eerste bezoek aan Parijs. De koningin-moeder Maria de' Medici had hem ontboden voor overleg over haar plannen voor de decoratie van het zojuist voltooide Luxembourgpaleis. Haar beweegredenen om voor deze belangrijke taak aan Rubens de voorkeur te geven boven Franse of Italiaanse schilders staan niet vast. Als een echte Medici koesterde ze een actieve belangstelling voor kunst en de groeiende faam van de Vlaamse meester was ongetwijfeld onder haar aandacht gebracht, misschien wel door de infante Isabella met wie de koningin-moeder zeer hartelijke betrekkingen onderhield. Na zes weken overleg werd het contract getekend en keerde Rubens terug naar Antwerpen om aan het werk te beginnen. Hij was overeengekomen twee grote galerijen in het Luxembourg te decoreren voor de som van 20.000 kronen. |
Uit: The Letters of Peter Paul Rubens. Transl. and Edited by Ruth Saunders Magurn. Harvard Univ.Press, 1955 | |
De eerste galerij zou gewijd zijn aan de geschiedenis van Maria de' Medici zelf; de tweede zou haar echtgenoot Hendrik IV verheerlijken. De adviseur van de koningin, Abbé de St.Ambroise, had waarschijnlijk gelijk toen hij publiekelijk verklaarde dat Rubens de enige in Europa was die zo'n opdracht tot een goed einde kon brengen en dat de Italiaanse schilders nog in geen tien jaar voor elkaar kregen wat Rubens beloofde te doen in vier. Eind mei 1623 waren negen schilderijen klaar om naar Parijs te worden gebracht. Toen de kunstenaar ze afleverde bij de koningin-moeder, sprak ze haar volle tevredenheid uit. Kardinaal Richelieu werd volgens een van de verslagen niet moe ze te bewonderen. Twee jaar later was de eerste cyclus voltooid en in februari 1625 was Rubens opnieuw in Parijs voor de inrichting van de Medici-galerij. Dit was de belangrijkste opdracht en de grootste schilderijencyclus uit Rubens' hele loopbaan. |
||
Deze reeks van 21 schilderijen die zich nu in het Louvre bevindt, blijft voor ons een zeer opmerkelijke en representatieve schepping van de hofkunst in de barok. Een middelmatig onderwerp is verheven tot hemelse sferen; de saaie episodes uit Maria's leven zijn verheerlijkt zoals een soeverein volgens goddelijk recht toekomt. Pijnlijke details in haar van ruzies vervulde levensloop zijn tactvol achterwege gelaten en zij wordt begiftigd met talloze deugden voorgesteld. Uit de brieven weten we dat de kunstenaar een actieve rol had bij de keuze van de taferelen en hun interpretatie. De met de vitaliteit van de barok vermengde klassieke allegorieën resulteerden in een nieuw type monumentale schilderkunst. Er is geen verslag van een onthullingsplechtigheid van de galerij. (...) Door de verbanning van Maria de' Medici in 1631 is er van het tweede project, de verheerlijking van haar echtgenoot Hendrik IV, nooit meer iets gekomen. |
||
Uit: Giovan Pietro Bellori, Le Vite de' Pittori Scultori e Architetti
Moderni. 1672 |
Aan het eind van het jaar 1620 nam de koningin-moeder Maria de Medici na de verzoening met haar zoon koning Lodewijk XIII zich voor het nieuw gebouwde Luxembourgpaleis te decoreren en onder andere de galerij te laten beschilderen. Dankzij de bekendheid die Rubens ook in Frankrijk genoot, werd hij voor dit werk uitgenodigd en hij verhuisde naar Parijs, waar hij zeer eervol en uiterst vrijgevig werd behandeld. Het onderwerp werd het leven van koningin Maria, de vrouw van Hendrik IV; te beginnen vanaf de geboorte tot aan de vrede en de verzoening met haar zoon na haar verbanning naar Blois. En omdat deze galerij zo is gelegen dat men van de ene naar de andere kant in de tuin kijkt met tien ramen aan elke kant, plaatste hij de historiën in de lege plekken tussen het ene venster en het andere, in totaal 21 schilderijen in olieverf van 12 voet (3.60 m) hoog en 9 voet (2,70 m) breed. Dat wil zeggen tien schilderijen per lange zijde en één aan het hoofdeind, die Rubens in Antwerpen schilderde met poëtische inventies, die in overeenstemming waren met de grootheid van de koningin. |
|
Episodes uit het leven van koningin Maria, vrouw van koning Hendrik IV, geschilderd in de galerij van het Luxembourg 1. 1) In de Griekse mythologie sponnen drie schikgodinnen het leven van de mens |
||
6.
Daarna ziet men de ontscheping in de haven van Marseille. Frankrijk en de bisschop lopen de koningin tegemoet om haar te ontvangen onder een baldakijn boven een brug van rijkelijk versierde schepen. In de lucht zweeft de Faam en met haar bazuin verkondigt zij aan het volk de komst van de koningin. 7. Dan volgt de ontmoeting van de jonggetrouwden in de stad Lyon. 8. In het volgende tafereel wordt de bevalling van de koningin voorgesteld. 9. Het regentschap van Maria 10. Daarna wordt de kroning van de geknielde koningin Maria gevierd met een inwijding voor het altaar van St.Denis. Zij schittert in haar hemelsblauwe koninklijke mantel waarover gouden lelies zijn gestrooid, terwijl achter haar een eredame de sleep vasthoudt. Kardinaal Gioiosa plaatst de kroon op haar hoofd, terwijl in de lucht een engelenkoor geluk en schatten boven haar uitstort. Aan haar rechterhand wordt zij begeleid door de in het wit geklede dauphin, aan de linkerkant door haar dochter de prinses, terwijl twee heren haar volgen met de twee scepters van de koninkrijken Frankrijk en Navarra en tussen hen in verschijnt koningin Marguérite, de verstoten eerste vrouw van koning Hendrik, die de ceremonie bijwoont. Kardinalen, bisschoppen en eredames volgen, welke laatste ook schitteren in hemelsblauwe kledij met gouden lelies. De koning staat door een venster toe te kijken. |
||
![]() |
Peter Paul Rubens,
De kroning van Maria de' Medici, 1622-25. Detail |
|
|
11.
Deze tien historiën vormen één zijde van de galerij. Aan de kopse kant volgt dan een groot schilderij met het weduwschap van de koningin, na de dood van haar echtgenoot Hendrik IV.(...) 12. Te beginnen aan de tegengestelde zijde wordt in het eerste schilderij de vooruitziende blik van de koningin allegorisch voorgesteld in tegenwoordigheid van Apollo en Minerva die beneden de ondeugden bestrijden. De ene beschiet ze met zijn boog en de andere doorboort ze met haar lans, terwijl zij Tweedracht, Woede, Bedrog en de andere monsters vertrappen in de schaduwen die worden verlicht door het vuur van hun gloeiende fakkels en door het licht van de lichtende boogschutter, dat zij slecht kunnen verdragen. De andere hemelgoden, Saturnus en Mercurius, kijken op de wolken naar het conflict beneden en Venus houdt Mars tegen die zijn zwaard grijpt om zich in de strijd te mengen. In het midden zit Jupiter met naast zich Juno, die naar Amor wijst. Deze geleidt in alle rust de door de duiven van Venus getrokken wereldbol als een toespeling op de schoonheid en het zachtmoedige bestuur van de koningin. En omdat de inventie aan het eind van de nacht is glijdt Diana in haar wagen langs de hemel. (afgebeeld in de Aanbiedingstekst) 13. (De inname van Juliers) |
|
![]() |
Peter Paul Rubens, De uitwisseling van de prinsessen, 1622-25 |
|
|
14.
Daarnaast zijn de koninklijke huwelijken voorgesteld en de uitwisseling van de infante Donna Anna van Spanje, echtgenote van koning Lodewijk XIII, met prinses Isabelle de Bourbon, echtgenote van de zoon van de Spaanse koning Filips IN. Op de grens van de twee koninkrijken doemt de brug over de rivier de Vidasco op, waarop rijkversierde schepen varen met de adel van het ene en van het andere land als gevolg van de bruiden. Frankrijk en Spanje zijn voorgesteld terwijl zij de twee bruiden overhandigen en in ontvangst nemen. Het Geluk giet vanuit de hemel haar schatten over hen uit, temidden van Amortjes die vrolijk met fakkels dansen. De voorstelling van de rivier gaat vergezeld van een Triton die op zijn trompetschelp blaast en van een nimf die parels en koraal ten geschenke aanbiedt. 15. (De konigin als beschermster van de kunsten) 16. Dan volgt de meerderjarigheid van koning Lodewijk XIII wat betreft het bestuur van het land. Hij is voorgesteld op een schip waar hij in koninklijke tooi het roer houdt dat hem door zijn moeder in weduwendracht is overgegeven. De Deugden begeleiden al roeiend het vaartuig en aan het zeil staat Pallas (Minerva) tussen de twee sterrenbeelden Castor en Pollux. |
|
17. Tussen deze voorspoedige ondernemingen wilde de koningin tegelijkertijd dat de herinnering aan de minder gelukkige bewegingen van haar lot viel af te lezen. Daarom liet zij in het volgende schilderij haar vlucht uit Blois afbeelden, toen zij uit het venster van haar kasteel klom. In de lucht wordt de Nacht voorgesteld die haar omhult met zijn zwarte mantel. Links van haar wordt zij begeleid door Minerva en omgeven door gewapende wachten. Enige edelen gaan voorop, onder wie de hertog van Epernon zijn opwachting maakt en haar gids is. Als symbool van de gebeurtenis ziet men één van haar dames uit de toren afdalen. 18. Daarnaast gaat het om de verzoening met de afgezanten van haar zoon in Angers. 19. Daarna is de koningin, in afwachting van de hereniging met haar zoon, door Mercurius voor de tempel van de Vrede geleid. De Vrede zelf dooft de fakkel van de oorlog boven een opeenstapeling van wapens. 20. Op de vrede volgt de samenkomst en de hereniging in de hemel. Koning Lodewijk XIII is voorgesteld terwijl hij afdaalt om zijn op de wolken gezeten moeder te ontmoeten. (...) Aan het andere korte eind van de galerij is boven de haard een portret van de koningin geplaatst, waarop zij gekleed gaat als Bellona, de oorlogsgodin, met daarvoor verschillende oorlogswapens en boven de zijdeuren zijn ook nog de portretten van de groothertog en de groothertogin van Florence aangebracht. Dit zijn de ideeën van de inventies. |
|
|
Peter Paul Rubens, De meerderjarigheid van Lodewijk XIII, 1622-25 |
![]() |
|
Rubens laat in deze composities zijn grote tegenwoordigheid
van geest en zijn geestdrift zien in het gebruik van een verbazingwekkende
zekerheid en vrijheid van het penseel. Daarom houdt men het erop dat de
manier van schilderen niet gemakkelijker en niet natuurlijker kan zijn.
Hij maakt daarin gebruik van de grootste Venetiaanse schilders in de verdeling
van de kleuren en in de tegenstelling tussen licht en schaduw, reflecties
en donkere partijen. Vandaar dat hij in zulke stukken zeer aanbevelenswaardig
is en deze galerij gaat boven alle andere die hij gemaakt heeft. Hierin
schitteren de beste streken van zijn penseel. De ornamenten worden hier
buiten beschouwing gelaten, omdat de schilderijen worden geplaatst in
zwarte houten lijsten met gouden arabesken, met andere werken en stukken
met figuren en landschappen die Rubens niet heeft gekozen. Om de schilderijen
tot de grootste perfectie te brengen, bracht hij ze zelf naar Parijs en
plaatste ze in de galerij onder luide bijval van het hof, zowel vanwege
de verdienste van de schilderwijze als vanwege de schoonheid van de poëtische
inventies. Koningin Maria was zo tevreden dat hij door haar vrijgevigheid
vele beloningen en rijkdommen mee terug kon nemen. (...)
|