BRONNENBUNDELS
 


Bauhaustextiel

De eerste producten van de weefwerkplaats van het Bauhaus waren figuratieve wandtapijten, beïnvloed door de schilder Paul Klee. Het duurde echter niet lang voor de architectonische uitgangspunten van Gropius doordrongen. De nadruk kwam steeds meer op materialen en constructie te liggen. Kleur werd minder belangrijk. In deze geest werden buitengewoon mooie wandkleden gemaakt door onder andere Anni Albers en Gunta Stölzl. Deze kunstenaars werden aangemoedigd ontwerpen voor speciale opdrachten te maken en te experimenteren met gebruikstextiel. Gunta Stölzl, die student was aan het Bauhaus in Weimar van 1919 tot 1925, werd docent en meester van de weefwerkplaats van het Bauhaus in Dessau. Zij en andere weefsters legden in het begin meer nadruk op ambachtelijkheid en intuïtie.

Uit: Mildred Constantine/Jack Lenor Larsen. Beyond Craft: The Art Fabric. NewYork 1973

Er was zeker geen volledige eensgezindheid wat betreft uitgangspunten en praktijk. Toen George Muche directeur van de textielwerkplaats was, benadrukte hij vooral de mechanisatie. Vooral in de latere jaren speelde de decoratieve en zelfs de esthetische functie een ondergeschikte rol. De weefwerkplaats van het Bauhaus ging nieuwe synthetische materialen als cellofaan en rayon onderzoeken. Sterker nog, voor zowel docenten als studenten, werd het een laboratorium waar werd geëxperimenteerd hoe met machines anonieme, rechttoe rechtaan ontwerpen voor een groeiende markt konden worden geproduceerd. Misschien nog belangrijker waren de conclusies over stijl en schoonheid van die producten. Toen in het Bauhaus het accent werd verlegd van schilderkunst en ambacht naar de sociale en technologische eisen van twintigste-eeuwse architectuur en industriële ontwerpen, deed een nieuwe stijl zijn intrede. Er kwam minder aandacht voor intuïtieve en emotionele aspecten door de introductie van nieuwe materialen en procédé's. .

Gunta Stölzl, Wandtapijt 1926
 

Tegelijkertijd was men zeer gericht op ethische en intellectuele aspecten. Dit resulteerde in goed gefundeerde filosofische uitspraken over doelstellingen en beperkingen van de moderne weefsels. Niet alleen was het Bauhaus de eerste die de uitdrukkingskracht van textuur, structuur en gebroken kleur herontdekte, evenals patronen afgeleid van de verticale-horizontale draden van een geweven lap, maar vooral door de lessen en, belangrijker nog, de geschriften van Anni Albers, Gunta Stölzl en anderen, is de invloed wereldwijd geweest. Tegen de tijd dat het Bauhaus zijn deuren sloot, stond de textielkunst geheel ten dienste van het ontwerpen voor massaproductie. Door de brede verspreiding van de Bauhaus voorschriften en het geloof dat er gedurende dertig jaar (1930-1960) aan werd gehecht, ontnam de toegepaste vorm het zicht op weefsels zonder praktische functie, de autonome textielkunst.