Philip Steadman Vermeer's Camera, Uncovering the truth behind the masterpieces
|
![]() |
Philip
Steadman opperde vergaande hypothesen over Vermeer-interieurs,
uitgaande van de aanname dat Vermeer-schilderijen bijna foto's zijn.
Steadman claimt dat Vermeer binnen een zeven meter lange studio aan de
voorzijde van zijn huis in een grote, afgescheiden donkere ruimte, een
Camera Obscura, plaats nam. Daar zou Vermeer het voorwerk hebben
verricht voor zijn schilderijen.
Volgens Steadman schilderde Vermeer vaak de interieurs van zijn eigen huis. Maar daarvoor zijn Vermeers interieurschilderijen vaak veel te luxe. Een marmeren vloer had zijn huis bijvoorbeeld zeker niet. Vermeer wordt dan ook soms beschouwd als een ongrijpbare schilder die zich nauwelijks laat analyseren. Hoe meer je over hem te weten komt, hoe raadselachtiger hij wordt. De beperkte omvang van het huis heeft enkele kunsthistorici er ook toe gebracht de hypothese van de Britse kunsthistoricus Philip Steadman te verwerpen. In zijn boek veronderstelt Steadman dat Vermeer bij het schilderen gebruik maakte van een grote camera obscura waarin hij de interieurs van zijn eigen huis vastlegde. Maar Vermeers atelier was eenvoudigweg te klein voor zo'n ding. Philip Steadman is hoogleraar van architectuur en stedenbouwkunde aan University College London. Zijn boek Vermeer's Camera, Uncovering the truth behind the masterpieces is het resultaat van een twintig jaren lange fascinatie van de schilder Vermeer. Het boek werd gepubliceerd in februari 2001. |
|
|
|
De schilderkunst 1666-1668 met detail van de kroonluchter |
|
Vermeers huis bestond uit een hoog voorhuis met keukens en een laag achterhuis met een grote kamer en een zolder. Uit de inventarislijst blijkt dat Vermeer het in de jaren voor zijn dood niet breed had. ,,Na het rampjaar 1672 ging het bergafwaarts met Vermeers kunsthandel. Een groot deel van zijn handelscollectie was uit zijn huis geplaatst in verband met schulden. Dat hij bijvoorbeeld geen mooie pronkkast had, wijst ook op een zekere armoede. Hoewel de inventarislijst uitputtend lijkt, ontbreken er nogal wat dingen. Vermeer moet bijvoorbeeld hoeden hebben gehad, maar die staan er niet op, Ook zijn schilderij "De schilderkunst" ontbreekt, maar dit werd wel degelijk een jaar later verkocht door de weduwe-Vermeer. Het was een redelijk groot huis waarin Vermeer woonde, maar hij had een vrouw en elf kinderen en zijn schoonmoeder woonde in, dus het moet er een drukte van belang zijn geweest. | |
Vermeer's interieurschilderijen hebben een voor zijn tijd ongeėvenaard niveau van artistiek 'illusionisme'. De vraag of zijn schilderijen werkelijk bestaande ruimte tonen dringt zich herhaaldelijk aan de toeschouwer op. Door het kundig toepassen van perspectief en kleur is elk menselijk figuur door Vermeer geplaatst in een helder gedefinieerde ruimte, waarbij het daglicht vrijwel steeds van links komt. Door nauwkeurig te observeren en de details te analyseren kan men ten aanzien van kamers en voorwerpen bepaalde aannames maken en conclusies trekken. Maar we zien in de schilderijen bepaald geen afbeeldingen uit het 'foto-album' van Vermeer. De kleding der figuren en de door hen uitgevoerde handelingen zijn niet alledaags. Vermeer toont bijna uitsluitend 'juffers en jonkers', zeer goed geklede jonge mensen uit een hogere sociale klasse, die zijn vastgelegd in een moment van verstilde beschouwing, bijvoorbeeld tijdens het lezen, schrijven, wegen, steeds omringd door kostbare voorwerpen. Vermeer leefde echter niet in een wereld van de hogere bourgeoisie en adel, de wereld van juffers en jonkers, maar in kringen van goed opgeleide handwerkslieden. Als hij in zijn interieurs juffers en jonkers afbeeldt, dan schildert hij artistieke constructies, een andere werkelijkheid. | |
|
|
Gedurende al
meer dan een paar honderd jaar is gesuggereerd dat de schilder
Johannes Vermeer (1632-75) de camera obscura gebruikte als een hulp
bij het schilderen. De camera obscura (donkere kamer) was de voorloper
van de fotografische camera. Het is een eenvoudig optisch apparaat dat
een speldenprikgat incorporeert of - vanaf de 16:e eeuw - een lens
waarmee een beeld of tafereel geprojecteerd kan worden op een scherm.
Het beeld kan dan worden geschetst en gekopieerd. Enkele vroege camera
obscura's hadden de vorm van kleine verduisterde vertrekken, tenten of
kamers (vandaar de uitdrukking) waarin tevens de waarnemer zich
bevond. Latere versies namen de vorm van kleine boxen.
Middeleeuwse en latere astronomen gebruikte de camera voor waarnemingen van de zon zodat ze hun ogen niet zouden beschadigen. Leonardo da Vinci was de eerste om mogelijke toepassingen hiervan in de kunst te doen en in het begin van de 17de eeuw werd de camera beschreven in handleidingen voor perspectief ten behoeve van architecten en schilders. |
|
|
|
De etser en lithograaf Joseph Pennel in de Journal of the Camera Club in 1891 die voor het eerst speculeerde of Vermeer misschien optische hulp had gebruikt. Dit is door anderen later opnieuw beweerd. Er is echter weinig bekend over het leven van Vermeer dan uit openbare documenten. We weten niet onder wiens leiding hij studeerde en wie zijn pupillen waren. Geen enkele tekening van zijn hand is bewaard gebleven.
Samenstelling bronmateriaal uitsluitend en alleen ten behoeve van tehatex vwo en het nieuwe vak ckv-2 uit het algemeen deel voor havo en atheneum. Overnemen voor commerciele doeleinden verboden. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Geraadpleegde bronnen: Vermeer's kamera. Philip Steadman in APS News 9, december 2000, pag. 8, NRC Handelsblad van 18-01 2003, Pagina 10 Bernard Hulsman, Kunst. http://www.johannesvermeer.info/verm/house/h-a-NRC-Hulsman-NL.htm Is er zonder
uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten?
Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een
juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een
financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven. |