NOORD NEDERLANDSE VERZAMELINGEN

IN DE 17-DE EEUW

In andere West Europese landen waren verschillende verzamelaars de keizer, de koning, de hertog, graaf en bisschop. In de Noordelijke Nederlanden waren die niet aanwezig. Er waren wel verzamelingen.
  • De verzameling van de Stadhouder: een kleinere collectie schilderden, porselein, lakwerk e.a. Graaf Johan Maurits van Nassau had wel een grote verzameling bijeengebracht in Brazilië.
  • Openbare collecties: anatomische preparaten, archeologische voorwerpen, etnografische voorwerpen (van vreemde volken). Deze openbare collecties waren vooral bedoeld voor onderwijs en als attractie.
  • Natuurcollecties: planten. Aan de universiteit kwam een botanische tuin. Vooral bedoeld voor de medische wetenschap.

Groepsfoto Personeel van Hortus botanicus Leiden rond 1900

De geschiedenis van de botanische tuin begint al in de oudheid. In de Middeleeuwen lagen er tuinen bij kloosters, paleizen en kastelen. Veelal waren dit wat wij tegenwoordig kruidentuinen noemen, al ontbraken de siergewassen er niet in.

De eerste universitaire botanische tuin ter wereld kwam in 1543 tot stand in Pisa in Italië. In Nederland werd in 1587 de Hortus Botanicus te Leiden gesticht, ’dienende tot leeringe van aller de ghene, die in der medecijnen studeren’. Gedurende de periode van de Renaissance ontwikkelde zich de wetenschappelijke beoefening van de botanie (plantkunde) meer en meer en werd het aanwezige plantensortiment in de tuin voortdurend aangepast. In de 17e eeuw telde Nederland al vele tuinen, zowel ter dienste van het onderwijs als in het bezit van particulieren. Naarmate de betrekkingen met andere werelddelen werden geïntensiveerd naam ook het beschikbare sortiment en zaden in omvang toe. Dit leidde ertoe dat men zich in de daarop volgende eeuwen meer en meer op specifieke collecties ging toeleggen.

De beroemde Amsterdamse apotheker Albertus Seba (1665-1736), op wiens naturalia tsaar Peter de Grote de hand legde, maar wiens vierdelige catalogus van grote, ingekleurde kopergravures gelukkig hier bleef.

Nauwkeurige beschryving van het schatryke kabinet der voornaamste seldzaamheden der natuur

De Amsterdamse apotheker Albertus Seba (1665-1736) wist in korte tijd een grote collectie schelpen, gesteenten, opgezette dieren en uitheemse naturalia bij elkaar te brengen. Hij verkocht zijn collectie in 1717 aan tsaar Peter de Grote en begon meteen aan een nieuwe verzameling. Hij besloot rond 1725 zijn collectie te publiceren. Het eerste deel verscheen in 1734, het laatste pas in 1765. Inmiddels was de collectie zelf na een veiling over heel Europa verspreid.

Er waren 4 voorwaarden om een verzameling op te bouwen:
  • Geld: Een kleine toplaag van regenten en een grotere middenklasse van burgers met geld konden voorwerpen voor hun verzameling kopen. Bijv. kooplieden, artsen, apothekers, drogisten, predikanten, schilders, goud- en zilversmeden.
  • Tijdstip: eind 16-de eeuw: de VOC en de WIC opgericht. Zeldzaamheden kwamen in privé-bagage terecht:

geprepareerde planten en dieren, schelpen

uitheemse kleding, wapens en sieraden.

porselein, lakwerk (ook als handelsgoed, maar ook privé).

Deze voorwerpen werden verkocht aan verzamelaars en aan gespecialiseerde Oost Indische winkels, porseleinwinkels, apothekers en drogisten.

  • Kennis: vooral ook afkomstig van gevluchte Antwerpenaren na 1585. Zij brachten kapitaal kennis en internationale contacten en hun verzamelingen mee.
  • Aanbod: behalve door de scheepvaart ook door het kunstveilingwezen; vooral kunstvoorwerpen.
Er werd verzameld door twee groepen:
  • De liefhebbers: voor hun plezier en het aanzien.
  • Professioneel: botanici en artsen. Vooral voor onderzoek en onderwijs. De ontdekking van de microscoop hangt hier mee samen. Verder ook de ontdekking van de bloedsomloop en de ademhaling, het anatomisch onderzoek. Er werden kruiden verzameld voor medicijnen en verder ook preparaten.
Er zijn 3 typen verzamelingen te onderscheiden:
  • Munten: het oudste type verzameling. Het gaat dan ofwel om de tekst (relatie met klassieke teksten) ofwel om het beeld (relatie met geschiedwetenschap, bijv Romeinse munten de Romeinse keizers in volgorde te plaatsen).
  • Kunstverzameling: schilderijen, prenten, tekeningen. Schilders verzamelden veel van anderen. Vooral voorbeelden uit Italië waren gewild: het grote voorbeeld. Prenten van steden, streken, bouwkunde, bijbelse en mythologische voorstellingen. Een zgn. atlas was een verzameling prenten (encyclopedisch). De tekeningen waren vooral bedoeld als studiemateriaal voor de kunstenaars.
  • Naturalia en etnografica: natuur onderverdeeld in dieren, planten en gesteenten. De schelpen waren geliefd : mooi om te zien. De artsen hadden menselijke en dierlijke preparaten voor anatomisch onderwijs. De planten waren vooral voor ontwikkeling en gebruik van medicijnen. Voor de import van de tropische planten zorgden de VOC en de WIC. Onder gesteenten vielen de ertsen, de mineralen en de fossielen. Voor de fossielen had men de volgende verklaringen: Ofwel waren het de overblijfselen van dieren na de zondvloed, ofwel was het fossiel geen organisch wezen, maar een steen die toevallig de vorm van een plant of vis had. Het was een speling van de natuur.

George Everhard Rumph

George Everhard Rumph (hij noemde zich Rumphius) schreef in 1705: D'Amboinsche Rariteitkamer, behelzende eene Beschryvinge van allerhande zoo weeke als harde schaalvisschen, te weete raare Krabben, Kreeften, en diergelyke Zeedieren, als mede allerhande Hoorntjes en Schulpen, die men in d'Amboinsche Zee vindt: Daar benevens zommige Mineraalen, Gesteenten, en soorten van Aarde, die in d'Amboinsche, en zommige omleggende Eilanden gevonden worden.- Amsterdam (Jan Roman de Jonge)

Ordening en presentatie van de verzameling

Presentatie: in verzamelmeubel of in verzamelruimte.

De ordening gebeurde op grond van dier, plant of gesteente; of op grond van de 4 elementen: aarde, water, vuur en lucht; of op grond van het materiaal; of op grond van esthetiek: naar formaat, kleur, symmetrie e.d.

Motieven en beroepen

1. aanzien : aandacht, aanzien en respect van belangrijke mensen. Zo kregen kooplieden, dominees en apothekers hoogleraren op bezoek en regenten. Soms zelfs prinsen en vorsten.

2. winst : er waren verzamelaars die handelden, en handelaars die verzamelden. Dat deed men door advertenties in kranten en door het uitgeven van een catalogus.

3. genoegen, plezier: Vooral de tropische naturalia en artificialia (door mensenhanden gemaakt). Paradijsvogels, schelpen, edelstenen, huiden, pantsers. Porselein en lakwerk. Dit had allemaal invloed op (pronk)-stillevenschilders.

4. religie: de natuur werd beschouwd als een boek (bijbel) van God die alles geschapen heeft. Het was een manier om Gods grootheid te tonen. Alles was geschapen met aanwijsbaar nut. De verzameling had dus zo een zendingskarakter.

5. nieuwsgierigheid : de universele nieuwsgierigheid naar de omgeving is een humanistisch ideaal. De nieuwsgierigheid ging naar alle mogelijke gebieden.

Vaak was er een verband tussen de verzamelaar/verzameling en beroep, maar niet altijd. Naturalia: artsen, apothekers, drogisten. Exotisch materiaal had vaak geneeskrachtige werking..Preparaten voor de anatomische lessen. De herbaria voor les en als college materiaal. Voorwerpen als voorbeeld voor goud- en zilversmeden, juwelier. hout- en ivoorsnijder en schilder. De collecties waren dus vaak van belang voor wetenschappelijk werk: empirisch onderzoek en onderwijs.

Breng eerst een virtueel bezoek aan het Rembrandthuis in Amsterdam.  De onderstaande tekst en afbeeldingen zijn oa. afkomstig van deze site. In een van de ruimtes vinden we een zogenaamde Kunst Caemer.

De Kunst Caemer van Rembrandt

Functies van de Kunst caemer
Rembrandt bewaarde hier zijn kunst- en rariteitenverzameling. In de 17de eeuw hadden veel rijke en geleerde burgers een dergelijke verzameling. Zo liet Rembrandt zien dat hij een voornaam en geleerd kunstenaar, kortom, een man van de wereld was. Verzamelen was voor Rembrandt een obsessie. Hij is mede daardoor in 1656 failliet gegaan. Hij verzamelde omdat hij de voorwerpen mooi vond, maar hij gebruikte ze ook als voorbeeld voor zichzelf en voor leerlingen om ze te laten terugkomen in schilderijen, prenten en tekeningen. Een aantal prenten uit zijn verzameling had hij ook bestemd voor doorverkoop.

 


Inhoud van de kamer
Op planken langs de muren staat inmiddels weer een groot aantal door mens en natuur voortgebrachte zeldzaamheden uitgestald. Er hangen krokodillen, kogelvissen en dergelijke aan het plafond. Maar er staan ook stukken koraal, Oosters porselein, Venetiaanse glazen, globes, tientallen afgietsels van antieke beelden en kunstalbums. Daarin zaten circa 3.900 tekeningen en 4.000 prenten van Rembrandt zelf, maar ook van beroemde voorgangers en tijdgenoten zoals Michelangelo, Rafael, Titiaan, Rubens, Holbein, Dürer en Lucas van Leyden. De honderden voorwerpen geven een boeiend beeld van Rembrandt als verzamelaar. De voorwerpen uit de kunstkamer zijn vergelijkbaar met dat wat Rembrandt zelf heeft verzameld, maar ze komen niet uit Rembrandts eigen collectie. Bij zijn faillissement in 1656 is de verzameling van Rembrandt op verschillende veilingen verkocht en verspreid geraakt.



Plaatsing voorwerpen in de Kunst Caemer
De objecten zijn geplaatst op eikenhouten planken die aan de muur zijn bevestigd op eikenhouten steunen in de vorm van een zwanehals. De voorwerpen zijn zoveel mogelijk geplaatst in de volgorde, waarin ze in de boedelinventaris worden beschreven.  

Johan Maurits van Nassau

Hij was een van de weinige adellijke verzamelaars. Hij had een encyclopedische verzameling bij elkaar gebracht.. Motieven: aan zijn stand verplicht; opdrachten aan kunstenaars en wetenschappers; publicatie van resultaten door persoonlijke inzet. In Brazilië was hij jaren bezig als gouverneur. Hij liet daar de omgeving nauwkeurig afbeelden door schilders en tekenaars; hij liet planten, dieren en mensen tekenen. Geleerden liet hij onderzoek doen: astronomen, geografen, cartografen, botanici,  delfstofonderzoek. Ook liet hij een dierentuin en een botanische tuin aanleggen op de plaats waar hij woonde in Brazilië.

De wetenschappelijke publicaties door wetenschappelijke belangstelling, maar ook door de koloniale traditie bepaald. De rapportage van de geografie was een vaste procedure.

Mauritshuis

De hele verzameling bracht hij na thuiskomst onder in het nieuwe Mauritshuis. Het was een groot stadshuis met een beperkt aantal woonvertrekken. Veel ruimte gereserveerd voor de verzameling. Daarmee wilde Maurits (naast de publicaties) een wetenschappelijk beeld geven van de wereld die hij bereisd had. De decoratie van het Mauritshuis is een onderstreping van de status van Maurits en een demonstratie van zijn inhoudelijke bemoeienis. Delen van zijn verzameling heeft hij weggegeven om een hogere positie in de adellijke hiërarchie te verkrijgen. Verder ook schenkingen gedaan voor wetenschappelijke doeleinden.

Samenstelling bronmateriaal uitsluitend en alleen ten behoeve van tehatex 2003/2005 en het nieuwe vak ckv-2/3 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.

06/13/2004 last update