James Ensor

1860-1949

James Ensor is een van de grote zieners van de schilderkunst. Van 1877 af is hij gedurende drie jaar leerling aan de Academie te Brussel; hij heeft echter zijn gehele leven te Oostende doorgebracht. Hier heeft hij een groot deel van zijn tijd besteed aan het snuisterijenwinkeltje van zijn familie en er, na de dood van zijn vader in 1887, niet zonder moeite de taak van hoofd van de familie op zich genomen.

Mijn portret omringd door maskers

1899 Olieverf op doek 120 x 80 cm

Een thema, waarin het symbolisme van Ensor tot uitdrukking komt is het masker, waarin het tragische en het groteske verenigd zijn. Deze verbintenis maakt Ensor tot voorloper van het expressionisme. Hij behoefde alleen maar om zich heen te kijken om zich door het masker te laten inspireren. In do winkel van zijn ouders werden Oosterse theater-maskers verkocht. Bovendien werd do stad, eenmaal per jaar, ter gelegenheid van het Carnaval van Oostende, overstroomd door maskers. In zijn eerste periode waren de maskers objecten die bij de stillevens gebruikt werden, later zijn zij het hele oeuvre gaan beheersen met hun aanwezigheid, verontrustender en dubbelzinniger dan die van werkelijke personen. Evenals de demonen en monsters, waarmee zij verwant zijn, maken zij deel uit van de helse legioenen, maar bovendien vertonen zij het beklagenswaardige aanschijn van de menselijke komedie; ook zijn zij de metgezellen van de dood, voortdurend herinnerend aan haar overmacht. De annexatie van de wereld van de werkelijkheid door het masker wordt nergens beter gedemonstreerd dan hier. Ensor is de gevangene van de honend lachende vloed van maskers en deze hebben de banden, die hem met het leven verbinden, verbroken. Hij draagt een hoofddeksel met bloemen en pluimen dat aan de hoed van Rubens herinnert en dat blijk geeft van zijn verlangen naar roem. Maar de dodelijke leegte die de maskers verbergen, dreigt ook hem te overmeesteren. Zijn blik daagt de toekomst uit, maar zijn gelaat is reeds verstard. Ensor zal gelijk worden aan de maskers: een schijn.

 

Hij is medeoprichter van de avant-garde groep 'Les XX', waarvan hij deel blijft uitmaken, ondanks verschillende incidenten, tot het uiteenvallen van deze groep in 1894, waarna hij deelneemt aan de salons van 'La Libre Esthétique'. Een tentoonstelling te Parijs in 1898, bij 'La Plume' loopt op een mislukking uit. Het mikpunt van spotternijen van de bourgeoisie, aangevallen zelfs door zijn gelijken, die bij twintig jaar lang een voorbeeld had gegeven, slecht gediend door de invloed van de Franse schilderkunst in België, trekt hij zich in zichzelf terug, maar bevrijdt zich van zijn angsten en zijn rancunes in zijn schilderkunst, waarin hij zijn dromen uitdrukt. Hij leert de roem eerst kennen lang nadat zijn creatieve vermogens zijn teruggelopen: van 1926 af krijgt hij in het buitenland grote tentoonstellingen.

Samenstelling van het bronmateriaal voor de vaklokalen uitsluitend en alleen ten behoeve van de vak ckv-1 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum en het vak ckv vmbo en de kunstvakken uit het profiel C&M. (CKV 2/3 en tehatex) en uit de onderbouw het vak beeldende vorming. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten, afbeeldingen ed? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven. In plaats hiervan geven we onder aan de pagina ruimte voor een eigen invulling of verwijzing naar internetpagina's.

08-12-2005