Francisco José de Goya y Lucientes

(1746-1828)

Goya is een op zichzelf staande kunstenaar en een zo groot genie, dat we ons hem misschien niet moeten voorstellen als behorend bij een stroming en nog minder als exponent van een bepaalde mode zoals Fuseli. Toch blijft het een feit dat bijna ieder element van wat ik zou noemen 'de iconografie van de romantiek' door Goya werd gebruikt - heksen, martelingen, schipbreuken, moordpartijen - het hele repertoire; maar het werd natuurlijk met een onvergelijkbaar groter bekwaamheid en verbeeldingskracht gebruikt dan in de horrorverhalen uit de vroege 19de eeuw het geval was.
Francisco Goya werd in 1746 bij Saragossa geboren. Zijn vader was een meester-vergulder- niet rijk maar met een redelijk bestaan. Francisco was niet alleen een geboren schilder maar ook een ruwe, avontuurlijke jongeman. Op 24-jarige leeftijd slaagde hij er in naar Italië te gaan en voor hij 30 was, verwierf hij één van de beste banen in Spanje: Eerste ontwerper bij de Koninklijke Tapijtweverijen.

Tot aan zijn vijftigste had Goya een glorieus bestaan. Toen kreeg hij in 1792 een mysterieuze ziekte en daarna was hij doof. Deze man, die midden in het leven stond, werd daar plotseling van afgesneden. Om de een of andere reden werden menselijke wezens zonder stem voor hem grotesk en weerzinwekkend. De eenzaamheid van zijn doofheid werd belaagd door afschrikwekkende monsters.

In de volgende paar jaar begon hij aan de serie etsen, die hij beschreef als 'Caprichos' (grillen). Ze werden in het laatste jaar van de Eeuw van de Rede uitgegeven. Bijna de helft van de platen in de Caprichos heeft met het bovennatuurlijke te maken; de rest werd naar het leven getekend. Eén ervan, die bedoeld schijnt te zijn geweest als titelplaat, toont Goya met zijn hoofd op zijn armen in slaap gevallen over zijn tekentafel.

Hij wordt bestookt door de afgezanten van de hekserij, katten, vleermuizen en uilen; en op de voorkant van zijn lessenaar staat het opschrift: De slaap van de rede brengt monsters voort. Men kan dit opschrift op twee manieren interpreteren: ofwel zo dat onze dromende geest tijdens onze slaap de duivels en heksen voortbrengt, die de helft van Goya's platen vullen; of zo dat als menselijke wezens de rede laten varen, zij vervallen tot de afschuwelijke praktijken, die in de andere helft van de serie geïllustreerd worden.

De tweede is de meest aantrekkelijke interpretatie omdat deze de Caprichos een filosofische basis verleent en ook omdat de scènes uit het feitelijke leven naar onze smaak het interessantste deel van de Caprichos vormen.

Goya toont een buitengewone bekwaamheid in het combineren van de levendigheid van een foto met de duurzaamheid van een ontwerp waar lang aan gedokterd is. De afschuwelijke gebeurtenissen schijnen in zijn geest precies het patroon van lichten donkerte hebben gevormd, dat hun bestendigheid kon geven. Maar ik heb de neiging om te denken dat Goya de eerste interpretatie in zijn hoofd had, omdat op de tekening die voor de ets is gemaakt in plaats van 'De Slaap der Rede'een opschrift staat dat begint met'idioma universai'(universeel idioom). Dit moet naar mijn mening slaan op deverbeeldingswereid in de bovennatuurlijke scènes. Het is waar dat deze monsters van een soort zijn, die door de hele geschiedenis heen de menselijke verbeelding heeft achtervolgd. Schepsels met hoofden, die uit hun benen groeien, dwergen met enorme handen, oude vrouwen met één oog, figuren zonder gezicht, gewikkeld in beddelakens, geiten en ezels die menselijke rollen spelen èn natuurlijk heksen schijnen te behoren tot de vaste bespelers of universeel idioom van de angst. Zij verschijnen in antieke kunst, in de randen van middeleeuwse handschriften, bij Bosch en Brueghel. (...)
Omstreeks zijn 70ste jaar was Goya niet langer een realist. Hij was geïnteresseerd in de emoties die in hem werden opgewekt door bepaalde visuele ervaringen en het meeste van wat hij zag, werd gemengd met zijn eigen nachtmerrieachtige wereld. Het bovennatuurlijke betekende veel voor hem.

Hij had bepaalde kwellende fantasieën: één er van was vliegen en hij beeldde een grote variatie aan vliegende figuren uit. Hij werd ook geobsedeerd door mensen die er als dieren uitzagen en dieren die zich als mensen gedroegen. In 1819, toen hij 73 jaar was, kocht hij voor zichzelf een huis bij Madrid, dat bekend stond als 'Het huis van de dove man' en hij dekoreerde het naar zijn verbeeldingskracht hem ingaf. De doeken zijn nu in het Prado in de zaal die volgt op de zaal met tapijtontwerpen. De bezoeker loopt van het schilderij 'Een wijngaard', het meest verrukkelijke visioen van een gelukkig en vruchtbaar leven, naar het schilderij 'Saturnus, die zijn kinderen verslindt', dat Goya in zijn eetkamer had hangen. De gruwelijke fantasieën zijn de vertrouwde vrienden, die de dove man uitkoos om in zijn eigen huis voortdurend onder ogen te hebben.

Meer afbeeldingen van Goya

Iemand vroeg Goethe eens aan het eind van zijn leven het verschil tussen classicisme en romantiek, waarop de schrijver van Werther (die ongetwijfeld die vraag moe was) het kortste antwoord gaf, dat de geschiedenis kent: classicisme is gezond, romantiek is ziek.

Als dat waar zou zijn, zouden Goya's laatste schilderijen het toppunt van romantiek zijn want nooit heeft afkeer van het menselijk leven een brein zo volkomen besmet en zo'n katastrofaie ziekte van de verbeelding veroorzaakt.

Samenstelling van het bronmateriaal voor de vaklokalen uitsluitend en alleen ten behoeve van de vak ckv-1 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum en het vak ckv vmbo en de kunstvakken uit het profiel C&M. (CKV 2/3 en tehatex) en uit de onderbouw het vak beeldende vorming. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Bron: The Romantic Rebellion Clark 1974 / Bronnenbundels

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten, afbeeldingen ed? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven. In plaats hiervan geven we onder aan de pagina ruimte voor een eigen invulling of verwijzing naar internetpagina's.

20-12-2005