Het verschijnsel symbolisme

Om misverstand in woordgebruikte voorkomen, moeten we een scherp onderscheid maken tussen symboliek en symbolisme.

Symboliek is de leer van de symbolen. Een voorbeeld: de symboliek of zinnebeeldige betekenis van de kleur rood is in de liturgie van de Rooms-katholieke kerk: liefde; paars betekent boete of rouw; wit is reinheid. Het adjectief van symboliek is symbolisch. Terwijl men steeds opnieuw kan spreken van symboliek, is het symbolisme een historisch verschijnsel of beweging geweest. Het heeft duidelijk een begin omstreeks 1885, een hoogtepunt in de jaren 1892 en 1893, en is tegen 1900 weer voorbij. Het heeft zowel in de letterkunde als in de beeldende kunsten bepaalde karakteristieken. Het adjectief van symbolisme is symbolistisch, behorend tot dit bepaalde verschijnsel of tot deze beweging,

De telkens weer terugkerende symbolen drukken het meest essentiële voor de kunstenaar uit: de verhouding der sexen, zijn levensbeschouwing, gedachten over lotbesternming en dood, zijn zielewereid, en zijn plaats in de maatschappij.

De symbolen zijn niet nieuw, want zij kwamen al voor in de Middeleeuwen en de Renaissance, maar dan in een algemene vorm, als allegorieën, levenswaarden die voor ieder golden, zonder dat er iets van de individuele emoties van de kunstenaars in geopenbaard werd. De geest van de tijd immers bracht met zich mee, dat de kunstenaars bij voorkeur traditionele onderwerpen uit de Bijbel, mythologie of allegorie kozen om uit te beelden.

Carl Gustav Carus 1835 (Eikenbomen aan de kust)

Wanneer echter in de tijd van de Romantiek ten gevolge van de veranderde omstandigheden, de kunstenaar niet meer uitsluitend werkt voor kerk en vorst, maar op zichzelf aangewezen raakt, kiest bij onderwerpen die direkt betrekking hebben op eigen omgeving en bestaan. De natuur ziet hij niet enkel meer als een fraai decor, maar als een reflectie van zijn gemoedsleven. Bomen worden als vermenselijkt en bezield gevoeld, in de zee ziet de kunstenaar zichzelf weerspiegeld. De vrouw, in vroegere eeuwen uitgebeeld als muze, godin, nimf of lieflijke stoffage, wordt het belangrijkste onderwerp, nu de kunstenaar haar gaat zien als individu, dat hij leert kennen in de meest persoonlijke ervaring.

De fatale vrouw, bron van inspiratie voor de romantici en nog meer voor de symbolisten, is het belangrijkste symbool. Zij is de oer-verleidster, die op materieel gewin uit is en de mannen te gronde richt. Haar lokmiddelen zijn een lange, afhangende weelderige haartooi en grote, liefst gifgroene ogen. De eigenschappen van defatale vrouw zagen de symbolisten belichaamd in enkele vrouwentypen, zoals Salome, Cleopatra, Medusa en de Sphinx.

Bij Salome valt de nadruk op de oosterse elegance en exotische praal welke ze bij haar dans voor Koning Herodes ten toon spreidt. Haar beloning is het hoofd van Johannes de Doper.

Voorbeelden:

L'esprit des âmes door Jean Delville 1867-1953 

Salome Danst voor Herodes (Salome Tattooed) door Gustave Moreau

 

 

In Frankrijk wordt het symbolisme van literaire zijde duidelijk geformuleerd. In 1886 verschijnt het symbolistisch manifest van de dichter Jean Moréas, waarin hij o.a. verklaart, dat de symbolisten het leven anders willen maken door dromen, hallucinaties, herinneringen en schepsels der verbeelding als verschijningen in te voeren. Want deze zijn alle in het werkelijke leven te vinden en zijn er zelfs het wezen van. Symbolische poëzie, vervolgt hij, tracht een vorm voor een idee te vinden, waarbij de vorm echter alleen een dienende funktie mag krijgen. De idee mag niet botweg en direct verstaanbaarvorm worden, maar moet zich via ingewikkelde en weelderige 'extreme analogieën' voorzichtig onthullen. literair betekenen deze 'analogieën' het zoeken naar samenhang tussen woorden, geluiden en stemmingen.

Moréas besluit zijn manifest met een uitspraak die de syrnbolisten scherp tegenover de realisten en impressionisten stelt: 'Objectiviteit levert slechts een simpele en bijzonder smalle basis voor kunst. De natuur is niet langer meesteresse, zij is de slavin der idee en kan naar willekeur worden gebruikt'.

De symbolistische schilders trachten het decreet van Moréas toe te passen. De overmatige nadruk op het ideële element en het gebrek aan zuiver picturale kwaliteiten doen velen van deze schilders echter over de analogieën struikelen.

Samenstelling van het bronmateriaal voor de vaklokalen uitsluitend en alleen ten behoeve van de vak ckv-1 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum en het vak ckv vmbo en de kunstvakken uit het profiel C&M. (CKV 2/3 en tehatex) en uit de onderbouw het vak beeldende vorming. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Bron: Bettina Spaanstra-Blak: Het symbolisme. Beeldende kunst en bouwkunst in Nederland tussen symboliek en symbolisme. Amsterdam, 1967 / Bronnenbundels

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten, afbeeldingen ed? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven. In plaats hiervan geven we onder aan de pagina ruimte voor een eigen invulling of verwijzing naar internetpagina's.

21-12-2005