Het was een architect, Filippo Brunelleschi, waaraan de Europese beeldende kunst één van de belangrijkste vernieuwingen te danken heeft. 

In het tweede decennium van de vijftiende eeuw was Brunelleschi erin geslaagd de schilderkunst voor het eerst een praktische methode aan de hand te doen waarmee het mogelijk werd om voorwerpen en personen op een tweedimensionaal beeldvlak af te beelden zoals ze in werkelijkheid in de driedimensionale ruimte zijn opgesteld.

Brunelleschi demonstreerde zijn methode van de illusionistisch-ruimtelijke weergave van de werkelijkheid door middel van twee legendarische panelen van het baptisterium en het Palazzo della Signoria in Florence, die helaas niet bewaard zijn gebleven. 

Vermoedelijk met behulp van een zogenaamd dradenkruis, een soort vizier, heeft hij zijn onderwerp vanaf een onveranderlijk waarnemingspunt in talloze punten en lijnen op een beeldvlak getekend, dat was bedekt met een regelmatig rasterpatroon. Volgens de optische wetten van de waarneming kwamen alle in de diepte gaande vluchtlijnen samen in een vast verdwijnpunt waarvan de positie in het beeld door het standpunt van de beschouwen vaststond. Zoals de biograaf van Brunelleschi uiteenzette, werd door deze methode 'een goede en systematische verkleining of vergroting verkregen, zoals het op het menselijk oog overkomt, van alle onderwerpen, ver weg of heel dichtbij - gebouwen, vlakten, gebergten of landschappen - en van alle figuren en voorwerpen op welke plaats dan ook, op het formaat dat ze vanwege hun grotere of geringere afstand lijken te hebben'.

De kunstenaar Hockney daarentegen heeft een heel andere verklaring voor deze perspectivische weergave.

Uitgangspunt voor de perspectivische weergave is het aanbrengen van een imaginair beeldvlak of tafereel en dat loodrecht op het grondvlak waarop we ons bevinden wordt gedacht en haaks op de (horizontale) kijk-as wordt geconstrueerd. Het tafereel wordt als een 'projectievlak' tussen het oog en de waar te nemen ruimte of object  geplaatst.

In de schilderkunst werden de nieuwe verworvenheden voor het eerst toegepast in Masaccio's beroemde fresco van de drieeenheid in de Santa Maria Novella. In geen enkele eerdere periode kende men een dergelijke opvatting, ook niet in do Oudheid. 

Het betekenisperspectief of 'omgekeerde perspectief' van de Middeleeuwen, waarin de verhoudingen en de formaten bepaald werden door de rang die de afgebeelde had vergeleken met de andere afgebeelde personen, was definitief overwonnen.

Masaccio's fresco van de drie-eenheid betekende voor de Europese schilderkunst een opmerkelijk keerpunt. Voor de eerste keer paste een schilder hier de regels van de centrale perspectief toe, zoals Filippo Brunelleschi deze had ontwikkeld. De vormentaal van de afgebeelde architectonische motieven herinneren tegelijkertijd aan de bouwwerken, die Brunelleschi in Florence had neergezet. Men heeft daarom wel aangenomen, dat deze bouwmeester bij de uitvoering van de schildering als artistiek adviseur was betrokken. Door het bogengewelf met de cassetten wordt de indruk gewekt dat zich hier daadwerkelijk nog een ruimte achter de muur bevindt. In het midden steekt God boven het kruis met Christus uit, aan de zijkanten staan Maria en de Heilige Johannes. De dieptewerking wordt nog eens versterkt door de knielende figuren van de stichters (leden van de familie Lenzi). Zij zijn op een rand beneden de kapelachtige ruimte voor de zijpilasters geplaatst, In het onderste deel van het fresco zien we een - binnen dezelfde perspectief geplaatste - sarcofaag in een geschilderde grafnis, waarin een skelet ligt. Een duidelijke vermaning naar de vergankelijkheid van al het aardse staat in het opschrift: 'Ik was wat jij bent, jij zult zijn als ik ben.'

[afb te vergroten]

Video fragment Masaccio's fresco van de drie-eenheid

Animatie, die de ruimtelijkheid van Masaccio's fresco van de drie-eenheid goed laat zien (geen geluid)

Hypothetische dwarsdoorsnede 

Deze hypothetische reconstructie verduidelijkt de precisie waarmee Masaccio op het tweedimensionale vlak de illusie heeft gewekt van een echte, doorlopende ruimte. Door een nauwkeurige berekening kon de schilder alle personen naar gelang hun positie in de ruimte, in de juiste proporties weergeven.

 

Schema van de perspectivische constructie

Een dicht net van hulplijnen diende als basis voor deze compositie, en is onder het schilderwerk nog aan te wijzen. Het centrale verdwijnpunt ter hoogte van de onderste tree is het uitgangspunt. Daarmee was tegelijkertijd het ideale gezichtspunt van de toeschouwer bepaald, dat tot de hoogst mogelijke identificering met de uitgebeelde gebeurtenis bij moest dragen.

De onschatbare betekenis van Brunelleschi's uitvinding' is af te meten aan het feit, dat de schilderkunst tot in de negentiende eeuw schatplichtig bleef aan de wetmatigheden van de perspectief. Pas kunstenaars als Van Gogh en Cézanne, Picasso en Braque konden de kunst bevrijden van het primaat van de meetkundig geconstrueerde perspectief.

02-22-2010 CKV-2

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profiel cultuur en maatschappij voor havo en atheneum.  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Geraadpleegde literatuur oa: Kunst en architectuur. Florence Keulen 1999 en http://www.ds.arch.tue.nl/7M253/ArchDict/Deel3.htm

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet.