Versailles

Het paleis te Versailles is in opdracht van Lodewijk XIV gebouwd (verbouwd jachtslot van Lodewijk XIII en enorm uitgebreid) en in 1682 officieel als regeringscentrum in gebruik genomen. Lodewijk XIV is een absolutistisch vorst. Hij heeft als koning de volledige macht. De koning is het beeld van God op aarde. Het is zijn taak Hem voor zover het in zijn vermogen ligt na te volgen. Hij wil zijn paleis niet in Parijs, maar in Versailles. Hij wil zijn hele hofhouding, de gehele Parijse hoge adel in zijn paleis hebben, ver van de grote stad. Op die manier is die adel steeds onder de invloedssfeer van de koning. Die adel is uit hun eigen omgeving zodat daar geen vervelende dingen beraamd kunnen worden tegen de koning. De adel krijgt aan het hof een heel eigen rol toebedeeld. Alles is nauwkeurig vastgelegd. De belangrijkste functies zijn voor de belangrijkste edelen. Er is een strenge hiërarchie waarbinnen iedereen zijn plaats heeft, maar waar binnen ook iedereen hogerop wil ...... Alle leden van de adel wonen met hun gezinnen in Versailles, duizenden personen.

Het paleis met de decoratie en de tuin is een weerspiegeling van het absolute koningschap.

Het idee van het middelpunt, het centrum ( = de koning) komt in de architectuur duidelijk uit. Er is een duidelijke hoofdas, precies naar het oosten gericht vanuit de koninklijke praalslaapkamer. Juist het oosten, omdat daar de zon opkomt: de Zonnekoning. Om de praalslaapkamer liggen de vertrekken van de koning; samen symbool voor de hele staat. Privé- en staatsrepresentatie gaan in elkaar over. Het totaal van architectuur, decoratie, tuinkunst en aparte kunstwerken vormen een geheel voor het ceremonieel ontvangsten, feesten, parades met theater, opera, muziek en vuurwerk. Achter dit alles ligt een duidelijk politiek idee.

Vanuit Versailles verspreidt zich dit idee naar andere hoven in Europa, tot in Sint-Petersburg toe.

De architectuur en natuur worden met elkaar verbonden met het paleis als centrum. De tuin is een geïdealiseerd natuurgebied voor de hofhouding. Zowel architectuur als natuur zijn volgens geometrische patronen ingericht. De assen die in het geheel te herkennen zijn, laten zien hoe het paleis in het centrum ligt. Versailles is de plaats waar de Griekse mythologie haar typische Franse bewerking ondergaat. De kunstwerken verliezen hun zelfstandigheid na ongeveer 1660 en worden onderdeel van het totaal van het interieur, paleis, tuin. .Ze worden min of meer onderdelen van een monumentaal decor.
Op alle terreinen van het openbare leven komt inmenging van de Staat: Recht, landsbestuur, economie, godsdienst, literatuur en de kunsten worden regels opgelegd. De academies worden de gerechtshoven van het kunstleven. De koning is de beschermheer. De kunsten krijgen een classicistische schoonheidsleer opgelegd: politieke dwang.

De tuinen van Versailles hebben een dubbele betekenis:

  • een (Grieks)mythologische,
  • een koninklijke: betrekking hebbend op de handelingen en deugden van de koning.

De natuur staat ten dienste van de architectuur.

CKV-2/Opdracht 2.3.G

Versailles

Bron/samenstelling: http://www.chateauversailles.fr/en/ Steden vroeger en nu. M Halbertsma.Bussum 2000.

Opdracht 1: Bekijk de afbeeldingen en maak een virtuele wandeling door het gebouw. Bekijk vooral de Spiegelzaal en de zit/slaapkamer van Lodewijk XIV. 

De site over Versailles laat je niet alleen virtueel wandelen door het gebouw, maar laat je ook een complete wandeling maken door de tuinen van Le Notre. Er is sprake van maar liefst honderden afbeeldingen en plattegronden. 180 graden rondkijken kan op verschillende plaatsen in en buiten het gebouw.

Opdracht 2: Lees onderstaande tekst en maak daarna de vragen.

Waarom besloot Lodewijk XIV tot een dergelijke, grote onderneming als de bouw van Versailles?

Er waren een aantal redenen. 

  • De manier van regeren veranderde in de zeventiende eeuw. 
  • De macht van de vorst moest op een andere wijze dan vroeger uitstralen naar buiten. 
  • Aan het hof ging de koning anders om met de adel. 
  • Ook moest de koning zijn familie in de gaten kunnen houden. 
  • En tot slot: in het paleis moest alles gebeuren, regeren, ontvangen en ontspannen.

De politieke crises van de zeventiende eeuw werden door de blokvorming binnen Europa grootschaliger. Het machtsevenwicht was zo precair, dat iedere kleine verschuiving grote gevolgen kon hebben. Diplomatie werd in toenemende mate noodzaak om oorlogen te voorkomen dan wel winstgevend af te sluiten. Het ontvan- gen van diplomaten en gezantschappen in deze door oorlogen geteisterde eeuw was onderdeel van de rnachtsuitoefening van de vorsten en vroeg om een geëigende entourage, die indruk diende te maken op de gezanten van andere staten.

Nauw hiermee verbonden is de representatie van het absolutisme, de staatsvorm waarin de koning begin en einde van alle machtsuitoefening is. De zichtbaarheid van de koning werd een op effect berekende zichtbaarheid: een vorst moest áltijd als vorst overkomen. Zijn macht ligt verankerd in zijn persoon, zijn verschijning is de zichtbare vorm van de macht.

De verschijning van de vorst was geheel geregisseerd, waarbij omgeving en persoon samenvielen. De voorhof van Versailles is verdeeld in drieën, wie het hoogste in rang was, mocht het verste doordringen. Als teken van gunst verscheen Lodewijk XIV soms aan het venster van zijn slaapkamer (boven de ingang in het centrum van het paleis). De hooggeplaatste bezoeker moest eerst de trap op, de Escalier d'embassadeurs, en dan door een reeks van in elkaars verlengde liggende van zalen. Het doorzicht betekende nog niet dat alles gezien was. Bij het doorlopen van de zalenreeks werd duidelijk dat het paleis nog groter was dan eerst kon worden vermoed, een blik uit het raam toonde andere facades van het paleis en niet te vergeten het park.

De reeks vertrekken die de gast moest doorkruisen voor hij de koning mocht begroeten, was enerzijds identiek - alles van hetzelfde niveau qua materialen en uitvoering - maar anderzijds eindeloos gevarieerd. De ene zaal overtrof de andere. Het belang van de zalen zat niet eens zozeer in de kwaliteit van de enkele ruimte, als wel in de verschillen tussen de ene en de andere. De verschillen zaten dan in de toepassing van materialen, de soorten schilderijen, plafond- en wandschilderingen en niet te vergeten het meubilair, staande kandelabers, klokken, tapijten, bedden, gordijnen, wandbespanningen, ingelegde vloeren, kaarsenkronen enzovoort.

In Versailles eindigde de officiële route na de vertrekken van de Grands Appartements in de Spiegelzaal, niet alleen de grootste ruimte, maar ook de meest indrukwekkende door de toen nergens geëvenaarde toepassing van spiegels. De nieuwigheid van de Spiegelzaal zat in het formaat van de spiegels en in de reeks van zeer grote vensters (17), waardoor de grens tussen binnen en buiten werd opgehe- ven. In de Spiegelzaal vond de ontmoeting tussen vorst en gast plaats.

Bij het afscheid kreeg het bezoek vaak gravures van het paleis ten geschenke om mee naar huis te nemen. Lodewijk XIV maakte zelf een beschrijving van het park, waar hij buitengewoon trots op was.

Tot de onderdelen van het bezoek van ambassadeurs behoorde tevens het bezoek aan andere, iets minder grote maar even indrukwekkende reeksen zalen (zoals de appartementen van de koningin) en het bekijken van het park. Het gebruik van de zalen was eigenlijk miniem. De ruimtes waren gericht op vertoon van macht van de vorst, er waren geen ruimtes die dienden voor individuele noden en voorkeuren van de bewoners. De staatsievertrekken werden twee tot drie avonden per week gebruikt voor recepties en kaartavondjes (er werd altijd om geld gespeeld). Alleen voor de hoogsten in rang waren er stoelen en taboeretjes, de meeste mensen moesten staan. Erbij zijn en toekijken wat de vorst en zijn familieleden deden, waren de belangrijkste activiteiten.

Drie keer per week werd er een komedie opgevoerd, op zaterdag was er een bal. Bij de ontvangsten, appartements genoemd, omdat de koning ontving in het 'Grand Appartement' werd er in de eerste zaal om geld gespeeld, gemusiceerd en gedanst, in de tweede zaal speelden de koning en de koningin kaart, in de derde de kroonprins en de kroonprinses, in de vierde zaal stond het biljart (door de koning aan het hof geïntroduceerd) en in de vijfde zaal stond een buffet opgesteld waarvan iedereen mocht nemen. En dat iedere week op maandag, woensdag en donderdag. Met een ijzeren regelmaat (als de zon zelf) verliepen de dagen, weken en jaren aan het hof, even volmaakt als de regering van de vorst.

Vergeleken met nu valt ons op hoe toegankelijk de koning was, of in ieder geval hoe gemakkelijk het was (ook voor niet-hovelingen) om de koning te zien in Versailles. Zichtbaarheid en vertoon waren een onderdeel van de machtsuitoefening van de koning, die enigszins te vergelijken is met de media-exposure van de publieke figuren van nu, waar status en optreden in de media nauw met elkaar verweven zijn. Wel was het zo dat de reeks van vertrekken in toenemende mate minder toegankelijk was. In de grote zaten waar gespeeld werd, had iedereen toegang. Naar mate de vertrekken klei- ner werden, van de Salon via de anti-chambre, chambre (zit-slaapkamer) tot cabinet (werkkamer), waren ze meer gedecoreerd en minder toegankelijk voor iedereen. Het cabinet was het kleinste, maar ook meest intieme vertrek van de vorst, met de kostbaarste decoraties. Daarin overlegde Lodewijk XIV met zijn ministers over staatszaken. Hoe voornamer de bezoeker was, hoe verder hij in de reeks van vertrekken mocht komen en daarmee 'intiemer' werd met de vorst.

In feite zien we in de opbouw van de reeksen appartementen (salon antichambre chambre cabinet) de oervorm optreden van wat anderhalve eeuw later het moderne burgerhuis zal worden, waar de huiskamer een algemene representatieve functie heeft, maar de slaapkamers niet. In Versailles bevonden zich in 1789 288 van dit soort 'appartementen' die samen bijna 2000 vertrekken omvatten (waarvan meer dan 600 zonder schoorsteen!). De koninklijke familie - die zeer omvangrijk was - bewoonde 152 vertrekken. Door allerlei verbouwingen in de negentiende eeuw zijn veel kleine kamertjes die gebruikt werden als badkamer, kleedkamer en toilet verdwenen, waardoor de opbouw van het paleis als een soort groot hotel met suites voor de vorst, diens hovelingen en het personeel niet meer zo duidelijk is.

Na het neerslaan van het samenspannen van de Franse adel tegen de vorst in het midden van de zeventiende eeuw, deed Lodewijk XIV zijn best de adel bezig te houden met futiele activiteiten, om ze te vervreemden van hun machtsbasis in hun eigen provincies en landgoederen. Permanent toezicht was zijn strategie. De aanwezigheid van de adel gedurende een groot deel van het jaar in Versailles, was verplicht, Lodewijk XIV hield precies bij wie er was en wie niet. Door zelf veel geld uit te geven, dwong hij anderen dat ook te doen. Het gevolg was de verarming van de adel. Het permanente toezicht ging zelfs zo ver dat brieven werden geopend en gesprekken werden afgeluisterd en doorgebriefd. Gunsten als titels, ordes en betrekkingen zoals gezantschappen, ambtelijke functies en aanstellingen in het leger werden op voor de belanghebbende geheel ondoorzichtige basis verleend, leden van de hofhouding waren opeens in of uit de gratie. Iedereen was voor zijn carrière afilankelijk van de gunsten van de vorst.

De vorst had behoefte aan ontspanning, die snel bereikbaar moest zijn. De koning had zijn eigen kapel, zijn eigen theater, kaatsbaan, dierentuin, bibliotheek, rariteitenkabinet en jachtrivier.

Een van de voorrechten van de adel en de vorst was van oudsher de jacht. jagen was de grootste en vaak de enige hobby van de vorst. jachtgebieden zijn vlak bij de stad ondenkbaar, de vorst moest steeds verder gaan jagen, waardoor hij niet meer in één dag uit en thuis kon zijn. De ontwikkeling van Versailles (in Nederland is Het Loo een goed voorbeeld) laat zien dat de residenties aanvankelijk begonnen als een uitbreiding en verbouwing van een jachtslot. Omdat frisse lucht en schoon water op het platteland rijkelijk voorhanden waren, bleef de vorst steeds langer weg van de volle en vieze hoofdstad, waardoor hij de grip op de staatszaken kon verliezen. Hoewel Versailles uitgroeide tot een klein stadje, werd er alles aan gedaan om het beeld van een buitenplaats niet te verstoren. Bebouwing vlak bij het paleis werd afgebroken en daarna op afstand gehouden, waardoor de illusie van een buitenplaats in stand bleef

Vroeger deed men dit ook wel, maar de omvang daarvan was veel bescheidener. De ontspanning van de vorst werd steeds uitgebreider en steeds meer gekoppeld aan vertoon: het organiseren van feesten (de balletten van Lodewijk XIV), wandelen en balspelen in een park. Men moet niet vergeten dat mensen - ook vorsten - vroeger niet op vakantie gingen. Reizen deed men eigenlijk alleen vanwege studie of zaken. Het park en de omgeving van het paleis functioneerden als een soort vakantieparken, waarin allerlei vormen van ontspanning mogelijk waren.

In de zeventiende eeuw was er sprake van meer en vooral meer wetenschappelijke belangstelling voor de natuur dan vroeger, alsmede voor nuttige toepassingen. De vorst wilde bijzondere bomen, planten en bloemen om zich heen, en die moesten 's winters binnen overwinteren. In Versailles diende daartoe het aparte gebouw van het Grand Trianon.

Een van de zaken die Lodewijk XIV het meest ergerde in Parijs was dat hij nooit ongestoord zijn maltresse kon bezoeken. Overal stonden mensen langs de kant van de weg hem aan te gapen. Men zou deze behoefte aan privacy kunnen duiden als een moderne behoefte, de scheiding van openbaar en privé..

1.- Er zijn wel 5 redenen op te noemen, waarom Lodewijk XIV Versailles liet bouwen. Noem ze.

2.- Op welke wijze veranderde de manier van regeren?

3.- Op welke wijze straalde de vorst zijn macht uit naar hooggeplaatste bezoekers?

4.- Waar eindigde de route? Waarom juist daar?

5.- Op welke andere wijzen straalde de vorst zijn macht uit naar hooggeplaatste bezoekers?

6.- Waarvoor werden de meeste ruimtes nog meer gebruikt?

7.- Zichtbaarheid en vertoon ( Media –exposure) wordt tegenwoordig vaak gerealiseerd door de massamedia zoals radio en tv. Op welke wijze zorgde Lodewijk XIV ervoor, dat hij toch de nodige aandacht kreeg?

8.- Op welke wijze werd de adel in bedwang gehouden?

9.- Voor de vorstelijke ontspanning werden de nodige voorzieningen getroffen in en rond het gebouw.  Noem ze.

einde

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profiel C & M voor havo en atheneum.  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven:

12/18/2014 CKV-2