Ovidius

Metamorphosen

Vanaf de veertiende eeuw zijn er bewerkingen van dit handboek vervaardigd met geleerde moraliserende uitbreidingen die onder de titel Ovidius moralisatus of Ovide moralisé in handschrift circuleerden. Gedrukte uitgaven hiervan - in het Latijn - verschenen in de jaren zeventig van de vijftiende eeuw in Venetië, Milaan en ook in Leuven.

Toen Ovidius in de eerste jaren van onze jaartelling zijn meesterwerk dichtte, besefte hij niet half hoe blijvend zijn roem zou zijn.

Vanaf de Middeleeuwen is het een onuitputtelijke bron geweest voor kunstenaars en literatoren.

In de zeventiende eeuw diende het zelfs als 'schilderbijbel'.

Ovidius' imposante gedicht voert de lezer vanaf de Chaos en de schepping van de wereld tot de geschiedenis van Rome, eindigend bij keizer Augustus in Ovidius' eigen tijd. Hij' vertelt ons de meest wonderbaarlijke-en inmiddels beroemde-verhalen: over Phaëthon en de zonnewagen, de stichting van Thebe, de liederen van Orpheus, over Narcissus en Echo, Jason en Medea, de talrijke avontuurtjes van Jupiter, over Daedalus en lcarus, Pvthagoras en nog zeer vele andere mensen en nimfen, helden en goden. Het is één lange betoverende reeks van gedaanteverwisselingen- want, dat is de grondgedachte: alles is voortdurend in beweging, niets blijft en niets vergaat...

In den beginne was er Chaos.
Voordat er zee of land was en een lucht die alles toedekt, bestond er slechts één aanschijn der natuur in dit heelal. Men sprak van Chaos, een primaire ongevormde massa, niet anders dan een bonk gewicht, een samenraapsel van slordige kiemen van niet goed gecombineerde dingen.Er was nog geen Titanenzoon die rondom zonlicht gaf,geen Zuster Maan die steeds haar nieuwe sikkels vol liet groeien; er was geen aarde, zwevend in omsingelende lucht, op eigen zwaarte balancerend; Amphitrites zee had toen nog geen armen rond het lange wereldstrand gelegd. Aarde en zee en lucht, ze waren allemaal wel ergens, maar aarde niet begaanbaar, water niet bevaarbaar nog en lucht nog onverlicht; geen element had eigen omtrek en alles zat iets anders dwars, omdat steeds in één ding strijd tussen koud en warm gevoerd werd, tussen droog en vochtig, tussen wat hard en zacht was, tussen zwaar en zwaarteloos.

J.D. Ingres "De Gouden Eeuw"

De rondedans van de jonge maagden, die bewegen op de tonen van de panfluit, symboliseert de opeenvolging van de seizoenen en het cyclische verloop van het leven. Het water op de voorgrond (midden) is een symbool van de levensbron, waarvan het water de mens de eeuwige jeugd schenkt. Rechts boven zie je Saturnus, heer van de gouden eeuw.

 

De vroegste mensen leefden in de Gouden Eeuw; een soort eeuwige lente.
Eerst is de Gouden Eeuw ontstaan, die zonder wraak of wetten en van zichzelf rechtschapenheid en eerlijkheid bezat. Straf was er niet, noch angst voor straf; geen bronzen platen, waar men dreigende taal op schreef, geen knielend volk dat hang was voor een rechtersvonnis; zonder strafrecht leefde men heel veilig. Geen pijnboom werd gekapt, geen hout uit bergen uitgezet op wegen over zee om vreemde landen te bevaren; de mensen kenden nog niet anders dan hun eigen kust. Geen diep gegraven grachten slingerden rond vestingsteden, geen strakke koperen krijgstrompet, geen kromme koperhoorn, geen helmen, zwaarden zag je; zonder noodzaak van een leger ioo leefden de mensen veilig in een aangename rust, en zelfs hun grond was onbewerkt, geen mikpunt van houwelen, niet door de ploeg gewond, want alles groeide uit zichzelf, en blij met al die veldgewassen- ongevraagde groeisels- plukten ze van de aardbeiplant, van bessenstruiken, van kornoelje takken, trokken bramen van de harde heesters of eikels van de breedgetakte boom van Jupiter. En eeuwig was er lente. Bloemen, niet uit zaad ontsproten, werden door zachte zefiers met een zoete bries bewaaid. Spoedig ook schoot er graan uit niet geploegde grond en droegen no nimmer bewerkte akkers gele halmen, zwaar van tros.Rivieren stroomden rijk aan melk, sommige zelfs met nectar en uit de groene steeneik drupte gouden honingvocht.
In de Zilveren Eeuw neemt Jupiter de macht van Saturnus over.
Maar toen Saturnus naar de donkere Tartarus verjaagd was en Jupiter de macht had, kwam het zilveren geslacht, slechter dan dat van goud, maar beter dan de bronzen mensen.Jupiter heeft die lang vervlogen lentetijd beperkt, lente werd kort; met winter, zomertij en grillig najaar verdeelde hij het jaar in vier seizoenen na elkaar.Sindsdien lijkt soms de lucht witheet, wanneer zij wordt geblakerd door droge hitte, of hangt het ijs in pegels in de wind. Sindsdien ook dook men weg in huizen- huizen in de rotswand of in dicht struikgewas of van gevlochten takkenhout. Sindsdien ook wordt het zaad van Ceres in de lange voren goed toegedekt en kreunt de os onder het zware juk.

hh024.jpg (166013 bytes)

Ovidius. Metamorphoses. In een Franse bewerking door Colard Mansion. Brugge, Colard Mansion, 1484. Royaal 2º, 391 folia. Herkomst: collectie Jacob Visser, 1809.
170 A 18, fol. 28v

De Bronzen en de Ijzeren Eeuw: de mensen worden slecht.
Daarna ontstond de derde eeuw, de bronzen generatie, ruiger van aard en sneller klaarstaand voor een wild gevecht, maar nog niet slecht, zoals de laatste: die van staalhard ijzer.Want daarmee kwam terstond een eeuw van kwalijker metaal met elk soort ondeugd; eergevoel en trouw en waarheid weken. i3o In plaats daarvan ontstonden listigheden en bedrog, intriges en geweld en een vermaledijde hebzucht. Men wilde varen op de winden, maar de schipper wist daar nauw'lijks iets van af. Scheepskielen, eens op hoge bergen gegroeid als bomen, waagden zich op onbekende zee. De grond, die eerst van iedereen was, net als lucht en zonlicht, werd nu zorgvuldig door landmeters lijnrecht afgepast. De rijke aarde werd niet slechts als bron voor eetbehoeften, voor graan gebruikt, -men waagt zich nu in 't aardse ingewand en alle schatten die zij daar verborgen houdt, tot dicht bij het dodenrijk, haalt men naar boven-aanzet tot veel kwaad, want nu wordt schadelijk ijzer en-wat erger is dan ijzer- goud aangehoord, en dat brengt oorlog: die ontstaat om goud en laat met zijn bebloede vuist ijzeren wapens beuken. Men leeft van roof; een gastvrij mens wordt dupe van zijn gast, schoonvaders van hun schoonzoons; broederliefde is zelfs zeldzaam; een man verhaast het sterven van zijn vrouw of andersom, terwijl stiefmoeders sluw en vals vaalgroene gifdrank mengen en zoons voortijdig vragen naar hun vaders stervenskans. Geveld ligt alle eerbied. Vrouw Justitia verlaat zelfs als laatste god de aarde, die met misdaad is besmeurd.

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 voor havo en vwo in het profiel C&M..  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven


12/17/2014 update