Claudio Monteverdi:

la Favola d'Orfeo

Première: 24-02-1607, Mantua (Palazzo Ducale)

Personen: la Musica, Orfeo, Euridice ea

De eerste versie van de Orpheus-mythe die we kennen is afkomstig van Vergilius. Vergilius schreef de geschiedenis van Orpheus omstreeks 26 voor Christus als onderdeel van zijn Georgica. Hij was daarmee ook de eerste om de tot dan toe naamloze geliefde van Orpheus de naam Eurydice te geven. 25 jaar later nam Ovidius hen beiden op in de Metamorphosen.(10:1-63 van Ovidius)

J P Pequignot Landschap met Orpheus en Eurydice  1802

Orpheus, zoon van de god Apollo was een dichter, beroemd om zijn lierspel. Met de muziek van zijn lier betoverde hij mens en dier. Zijn muziek was zo mooi dat zelfs de bomen en rotsen hem volgden op de klank. Orpheus trouwde met de mooie bosnimf Eurydice. Zij werd echter op hun huwelijksdag gebeten door een giftige slang waar ze op trapte toen ze vluchtte voor een ongewenste aanbidder. Ze stierf aan de beet. Orpheus was hierover zo diep bedroefd dat hij in de onderwereld afdaalde om de schimmen en de heerser van de onderwereld zijn droevenis te tonen en te smeken om de terugkeer van Eurydice. Met zijn muziek kreeg hij Pluto zover dat Eurydice hem terug naar de aarde mocht volgen. Voorwaarde was dat hij niet naar haar zou kijken tot ze uit de dodenwereld zouden zijn. Op het laatste ogenblik keek Orpheus toch om en Eurydice verdween nu voor altijd in het schimmenrijk. Na het verlies van zijn geliefde vrouw verachtte Orpheus de vrouwen, die zich juist erg tot hem aangetrokken voelden. Hij werd daarom aangevallen en verscheurd door de razende maenaden van Ciconia in Tracië.
Hoewel het verhaal zo natuurlijk triest afloopt zijn de zielen van Orpheus en Eurydice uiteindelijk toch verenigd.

Maestro della musica

In 1601 werd Monteverdi gepromoveerd tot 'maestro della musica' in Mantua. In die jaren raakte hij aan het hof betrokken bij diverse theatervoorstellingen. De favola in musica schreef hij voor een uitvoering in de  Mantuaanse variant van de Florentijnse Camerata. Door het grote succes werd besloten om de opera eveneens in het hertogelijk paleis uit te voeren. Het werk werd later nog oa in Turijn gespeeld, wat uitzonderlijk was in een tijd dat muziekstukken nauwelijks werden herhaald en zeker niet op andere plaatsen werden uitgevoerd. De verschillende gedrukte uitgaven van tekst en partituur getuigden even- eens van een grote populariteit van de opera.

Alessandro Striggio, een dichter die eveneens aan het hof van de hertog van Mantua werkte en bevriend was met Monteverdi, schreef het libretto. Hij was zeker op de hoogte van eerdere orfeus-werken, zoals Euridice van Jacopo Peri. In beide werken werd het klassieke orfeus-verhaal in een pastorale omgeving geplaatst en in beide was er zoiets als een happy end. Dit laatste was een afwijking van het klassieke gegeven, want in de Oudheid werd Orfeus door de woedende maenaden verscheurd. 

Striggio's en Monteverdi's versie van het verhaal is als volgt: 

La Musica kondigt aan het verhaal van Orfeus te gaan vertellen, het verhaal van de held die met zijn zang de wilde dieren om zich heen verzamelde en de stenen deed wenen. Ook de herders en nimfen bezingen hun geliefde Orfeus. Eén herder valt het op dat Orfeus zelf niet meedoet en hij roept hem op over zijn liefde te zingen. Als antwoord begint Orfeus met een lied voor zijn gelukkige geliefde Eurydice. De herders halen herinneringen op aan de tijd dat Orfeus nog ongelukkig was en zich overgaf aan zijn verdriet. Dat is nu eindelijk voorbij.

Een boodschapster verschijnt plotseling en zij vertelt dat Eurydice is overleden aan een giftige slangenbeet. Als Orfeus dit hoort, heeft hij nog maar één wens. de aarde verlaten en samen niet Eurydice in het dodenrijk vertoeven. Hij vertrekt naar de onderwereld om zijn dode geliefde te zoeken. Hij wordt begeleid door de Hoop, maar die moet hij laten varen als hij aankomt bij de rivier de Styx, waar de veerman Charon hem moet overzetten. Alleen zijn dappere hart en zijn gezang kunnen hem nu nog redden. Charon is echter niet van zins hem de rivier over te zetten, omdat geen levende ziel het dodenrijk mag betreden. Orfeus bezingt uitvoerig zijn liefdesverdriet, maar zijn klaagzangen weten Charon niet te vermur- wen. Wel valt de veerman tijdens de aanhoudende smeekbeden in slaap. Orfeus kan nu zelf naar de overkant varen. Het godenpaar van de onderwereld, Pluto en Proserpina, heeft gemerkt dat er een levende ziel in hun rijk is binnengedrongen. Proserpina zwicht voor het verdriet van Orfeus en zij probeert haar man over te halen Eurydice te laten gaan. Pluto stemt uiteindelijk toe, maar stelt als voorwaarde dat Orfeus niet naar haar mag omkijken voordat hij het daglicht heeft bereikt. Doet hij dat wel, dan zal zij eeuwig verdoemd zijn. Vol vreugde ziet Orfeus het weerzien tegemoet, maar dan slaat bij hem de twijfel toe. Wie verzekert hem dat zij hem zal blijven volgen? Hij draait zich naar haar om, en meteen verdwijnt Eurydice weer in de onderwereld.

Op aarde teruggekeerd roept Orfeus de wouden, bergen en stenen aan om naar zijn verdriet te luisteren en een echo treurt met hem mee. De god Apollo daalt uit de hemel neer om de ongelukkige zanger te helpen. Hij bezweert hem zich niet over te geven aan twijfel en pijn. Al het aardse is vergankelijk en daarom nodigt hij Orfeus uit om mee te gaan naar de godenhemel. Verbaasd vraagt deze of hij dan Eurydice nooit meer zal weerzien, waarop Apollo antwoordt dat zij als sterrenbeeld aan de hemel te zien zal zijn. Samen stijgen ze omhoog, terwijl de herders het gelukkige einde bezingen.

 

Het recept voor de onderwereld:

"Voor de uitbeelding van een hel kan men, als zich achter de middelste achterwand een ruimte of een open binnenplaatsje bevindt, als volgt te werk gaan. Men ontsteekt twee vuren, het een tegenover de opening van het voornoemde plaatsje, en het andere zo ver van het eerste verwijderd dat de personen die hier moeten optreden, zonder gevaar hier tussendoor kunnen lopen of dansen. Zo zal het lijken alsof ze midden in de vlammen staan, aangezien men weliswaar ziet dat het een echt vuur is, maar vanwege de afstand niet kan inschat ten hoe het effect wordt verkregen.' 

Aldus Nicola Sabattini, een decorontwerper en tijdgenoot van Monteverdi in zijn boek Practica di fabricare Scene, 1638.

video fragment 1 Orfeo

video fragment 2 Orfeo

Naast het hoge niveau van de muziek deed Monteverdi in L'Orfeo nog twee andere bijzondere dingen, waarmee hij zich duidelijk onderscheidde van zijn collega-componisten en hun door het recitatief gedomineerde Florentijnse drama.

  • In de eerste plaats vergrootte hij de uitdrukkingskracht van dat recitatief. Hij zorgde voor een enorme stilistische variatie in de monodie, die in feite weinig meer van doen had met het pure recitatief. De expressieve kracht en de gewaagde harmonieën waren revolutionair.
  • In de tweede plaats combineerde hij oude en bestaande muzikale vormen met nieuwe. De muziek van L'Orfeo is een mengeling van enerzijds monodie en recitatief, en anderzijds liedkunst, madrigaalkunst en instrumentale gedeelten, welke laatste veelal op dansritmes gebaseerd zijn en als balletten kunnen fungeren.

Deze delen worden ritornelli genoemd. Zij dienden oorspronkelijk om de scènewisselingen mogelijk te maken. De madrigaalkunst is goed te horen in de pastorale herderszangen. Monteverdi wisselde het recitatief ook af met strofenliederen en aria-achtige liedvormen. Beroemd is de aria die Orfeus in het derde bedrijf zingt: 'Possente spirto e formidabile nume...' ('Machtige geesten en grootse goden...'). Met deze virtuoze zang probeerde hij de veerman Charon zover te krijgen dat die hem naar de overkant van de Styx brengt. Het is wellicht de eerste grote aria in de operageschiedenis. juist deze variatie van vormen maakt het werk zo levendig.

Enkele fragmenten uit deze opera:

Ahi, caso acerbo!

Chi ne consola

Orfeo son io

O tu ch'innanzi..

Possente spirto

Ritornello

Naast deze zaken zijn er talloze kleinere vernieuwingen en ideeën die Monteverdi toepaste. Zo liet hij aan de opera een instrumentale introductie in de vorm van een toccata voorafgaan. Volgens de componist moest deze introductie driemaal worden gespeeld voordat het toneel doek werd geopend. Hij schreef hiermee in feite de eerste ouverture in de operageschiedenis. Met deze ouverture toonde de componist meteen het belang dat hij aan het orkest hechtte.

Toccata

Hoewel de samenstelling van de musici sterk overeenkwam met wat bij de intermedii gebruikelijk was, structureerde de componist de orkeststemmen veel duidelijker. Hij deelde de musici in twee groepen.

  • Enerzijds zijn dat de zogenaamd fundamentele instrumenten, die de begeleidende baslijn vormen bij het recitatief. luit, chitarrone (grote luit), harp, cembalo, virginaal, orgel el regaal.
  • Anderzijds zijn er de ornamentele instrumenten, die de versieringen aanbrengen, zoals blaas- en strijkinstrumenten en de luiten voorzover zij niet in de baslijn meespelen. Deze laatsten horen we bij voorbeeld duidelijk tijdens de herdersscènes in Thracië en bij de muzikale uitbeelding van het schaduwrijk van de onderwereld.

In het verhaal lukte het Orfeus om door middel van zijn muziek de dood en de onderwereld te trotseren. Met de schoonheid van zijn zang wist hij de veerman Charon in slaap te sussen en het godenpaar Pluto en Proserpina te vermurwen. Muziek overwon blijkbaar alles, zelfs de goden - maar niet de mens zelf. Uit de twijfel van Orfeus en zijn omkijken naar Eurydice blijkt dat de mens niet over zijn eigen schaduw kan stap pen. Dat deze mens in het centrum van het universum staat en de goden heeft verdrongen, is een duidelijke renaissancistische gedachte. Maar dat hij tegelijkertijd ook ernstige persoonlijke tekortkomingen heeft,  lijkt aan het optimisme van de Renaissance voorbij te gaan.

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 voor havo en vwo in het profiel C&M..  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Geraadpleegde literatuur oa Opera in een notendop. W Bruls. Amsterdam 2001

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven


02/20/2010 update
CKV-2