ADORATIO

Kloosters hadden een geheel andere culturele en maatschappelijke betekenis dan tegenwoordig. Het waren de belangrijkste centra van kennis en beschaving, essentieel voor bijvoorbeeld de ontwikkeling van de landbouw, zoals in het geval van Bernards Cisterciënzers. Maar ze waren ook onmisbaar bij de opkomst van de stadscultuur. Stedelijke kloosters waren de schatkamers waarin de normen en waarden van deze nieuwe vorm van samenleven lagen opgeslagen. Daarbij behoorde vrijwillige armoede, afstand doen van alles wat in de wereld belangrijk was om in een eigen wereld de vreugden van de omgang met God te ontdekken. In de ogen van leken moesten deze Godzoekers vooral in de buurt blijven, omdat zij met al hun emotionaliteit een weg wezen die de mensen buiten de kloostermuren in het spoor hield.

 

Midden door Maria's gewaad loopt, van de hals tot onder haar voeten, een grote naad; deze Maria kun je opendoen! De schaalvormige vleugels, die met scharnieren aan de troon zijn bevestigd, kunnen worden geopend en tonen dan hun rijkdom aan vertelling. Daarin troont God de Vader die het kruis toont; niet zomaar een kruis, maar twee gekruiste boomstammen: het zogeheten 'Hout des Levens' waaraan Jezus is gestorven. In dit kruis zit een gat waaraan oorspronkelijk het lichaam van Christus was bevestigd. Deze hostie werd op deze manier naar een kloosterling gebracht, die om de een of andere reden de mis niet had kunnen bijwonen. (Keulen 1300 Vierge Ouvrante)
In deze vorm van spiritualiteit speelden kunstvoorwerpen een grote rol. Niet alleen produceerden middeleeuwse kunstenaars plaatjes aan hen die niet konden lezen, zij verschaften ook beelden aan hen die zo graag wilden voelen, die de voorstellingen van hun heil tastbaar voor zich wilden zien. Een voorbeeld hiervan zie je hierboven; een zogenaamde Vierge Ouvrante.

De veertiende en vijftiende eeuw zijn vervuld van een intense behoefte om het heil zichtbaar te laten worden. Dan komt, om met Bernard te spreken, God van zijn hoogverheven troon. Zelfs als hij wordt voorgesteld als koning des hemels, bevindt hij zich toch temidden van de mensen, waar hij aangeraakt en aanbeden kan worden. Theologen hebben zich bij tijd en wijle heftig tegen deze functie van kunst verzet, maar juist de frequentie en de intensiteit van hun opwinding wijst erop dat dit een van de belangrijkste functies was van kunst in de late middeleeuwen en in het bijzonder van schatten van privé-devotie.

De belangrijkste opgave van kloosterlingen was bidden. In het koor van hun kerk kwamen ze bijeen op vaste tijdstippen, van de vroege ochtend tot de late avond, om elke dag een eigen religieus stempel te geven, met lezingen uit de bijbel, verhalen van de heiligen, liederen en gebeden. Daarnaast was er het privé-gebed. God is immers overal en altijd aanwezig en kan dus ook altijd en overal worden aangesproken. Jezus had zijn discipelen een bijzonder gebed geleerd: het Onze Vader. Het bijzondere was vooral dat hij in dat gebed een zeer persoonlijke relatie met God aangaat. In de oudheid was er zeker privé-gebed, maar dat was eerder innerlijke bespiegeling over het wezen van de godheid en van de mens dan intieme omgang met God. juist die behoefte aan intimiteit leidde ertoe dat gelovigen zich gemakkelijker richtten tot Jezus, Maria en heiligen dan tot God zelf. Behalve het Onze Vader gaf de bijbel teksten om te bidden in de psalmen en het Hooglied.
Persoonlijk gebed wil niet zeggen dat het ging om de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emoties. Natuurlijk zijn die in de omgang met God aan de orde geweest, maar in het algemeen bad men iemand na. Vooral Bernard van Clairvaux had emotionele en emotionerende gebedsteksten geleverd die hun weg vonden naar gebedenboeken. In gebeden kwamen zeer verschillende emoties aan de orde. Tegenwoordig denkt men al gauw dat in een gebed meestal iets wordt gevraagd of ergens voor wordt bedankt. Maar vanouds was in gebeden ook verering - adoratio - aan de orde, waarbij onderscheid werd gemaakt in verering van God en van Jezus, Maria en de heiligen. Al adorerend kon de intensiteit zó oplopen dat de bidder in extase geraakte. In gebeden werd zonde beleden en gebeden werden gezegd bij wijze van boetedoening. Om de penitentie kracht bij te zetten, werd daarbij vaak gegeseld. In gebeden ging het ook om bemiddeling. God had bemiddeld tussen zichzelf en de gelovigen door zijn zoon te zenden. De heiligen bemiddelden tussen God en de gelovigen, die zelf in hun gebeden weer voor anderen bemiddelden.

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 voor havo en vwo in het profiel C&M..  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Geraadpleegde literatuur oa: Gebed in schoonheid H v Os Amsterdam 94

02/17/2018 update