Westerse pop, Jamaicaanse ritmes

Diwali-riddim

Diwali komt van het hindoeïstische feest van het licht.

CKV-2, invalshoek 6

Diwali-riddim. Wat is dat toch voor ritme? Er zit een oosterse toets in, alsof het op een Arabische kasba of een drukke Indiase markt thuishoort, maar het klinkt tegelijk zo heftig dat het in een zwart getto niet misstaat. Die oosterse inslag is verantwoordelijk voor de naam van dit ritme: Diwali.
De kiem van dit Diwali-riddim ligt in de reggae. In Jamaicaanse muziek is het niets bijzonders dat een bestaande begeleidingspartij ofwel 'riddim' wordt hergebruikt. Maar dat zo'n riddim ook meermalen in de westerse hitlijsten opduikt is nieuw. Dat heeft natuurlijk te maken met de steeds sterkere verspreiding van reggae in het bewustzijn van de westerse popconsument.

Het aantrekkelijke ervan moet hem in de exotische toets zitten, in de opzwepende kwaliteiten en de bijna universele toepasbaarheid

De recycling van bestaande begeleidingspartijen is al decennia staande praktijk in de bedrijvige Jamaicaanse muziek-economie:
  • Bestaande nummers werden ontdaan van de zangpartij,
  • Het doorgaande drums- en baspatroon, ofwel het riddim, vormde de basis voor een nieuw nummer.

Als het mogelijk is om van een enkel nummer nog een dub- en een deejay versie te maken kunnen we er ook een nieuwe melodielijn overheen gooien en er een andere zanger voor inhuren. En zo geschiedde, en nog eens, en nog eens. Soms met een toegevoegde blazerssectie of een aangedikte baslijn.

Op hun best zijn de verschillende versies zo uiteenlopend gearrangeerd, gemixt en bewerkt, dat de nietsvermoedende luisteraar soms pas na een hele tijd in de gaten heeft dat steeds hetzelfde drumpatroon en baslijntje voorbijkomen.

        

Lumidee

Maar de Jamaicaanse producers maken steeds iets anders van hun basismateriaal. Op die manier haalt men het onderste uit de kan en wordt economisch zelfbehoud de basis voor creativiteit. De overlevingseconomie van de derde wereld als voedingsbodem voor muzikale ontwikkelingen

Mensen als Buju Banton, Bounty Killer, Spragga Benz, Madd Anju en meer zangers met exotische pseudoniemen gaven, ieder hun uiteenlopende visies op het Diwali-fenomeen: van virtuoze staaltjes zoetelijk zangwerk tot rauwe, dreigende, ritmische woordenvloeden.

Anthony B - Girls Buss

Beenie Man - That's Right 

Bounty Killer & Wayne Marshall - Sufferer 

Hawkeye - He Ya O 

Spragga Benz - Da One 

Tanya Stephens - Can't Wuk Me No More 

Wayne Wonder No Letting Go

Sean Paul Get Busy

Sean Paul

Van een incident is deze riddim-cultuur uitgegroeid tot de ruggengraat van de Jamaicaanse muziekindustrie. Als een riddim ruikt naar hitsucces, worden er meteen pakweg 15 of meer versies tegelijk op de markt geslingerd. Dat is tegelijk een mooie manier om jong, onbekend talent voor te stellen: het kost immers nauwelijks een Jamaicaanse dollarcent om zo iemand op een al bestaande begeleidingspartij zijn creativiteit te laten uitleven.

Tot zover wijkt de geschiedenis van het Diwali-riddim nauwelijks af van die van talloze andere. Toch is er verschil tussen de honderden riddims die sinds jaar en dag van de lopende banden in de Jamaicaanse studio's komen, en het Diwali-riddim. Dat verschil is dat de westerse mainstream-popscene er plat voor gaat. Het aantrekkelijke ervan moet hem in de exotische toets zitten, in de opzwepende kwaliteiten en de bijna universele toepasbaarheid - des te meer omdat, net als in meer actuele dancehall-riddims, een baslijn ontbreekt.

Samenstelling bronmateriaal uitsluitend en alleen ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum. geraadpleegde lit oa art van 29 september 2003 Door Jacob Haagsma NRC

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.
01/28/2010 last update