Natalia
Goncharova en Michail Larionov
Kostuumontwerpen voor het ballet
Le coq d'or/Sadko
Ook dit kunstenaarsechtpaar werkte voor
Diaghilev. Hun werk is gebaseerd
op de
Russische folklore maar sluit tevens aan op het theaterconstructivisme dat
zich in die
tijd in Rusland ontwikkelde. |
Goncharova
ontwierp dit doek voor de derde acte van Le coq d'or. De toeschouwers
kregen het doek pas te zien, nadat in het donker het doek was
neergelaten. |
Serge Diaghilev en de ontwikkeling van het decor en het balletkostuum:
De zeggingskracht van een decor komt over het algemeen voort uit het gebruik
van
technieken en materialen volgens niet te formuleren maar strikte regels, die
het resultaat
zijn van de ervaringen van vele eeuwen en die dikwijls tegen alle
naturalistische logica
ingaan. Inderdaad, de naturalistische nabootsing is ontegenzeggelijk één van
de meest
fundamentele vormen van de kunst. Het balletdecor heeft niet als enig doel om plaats en tijd van de handeling te
situeren volgens de aanwijzingen in het libretto.(...) Het decor is vooral een
onafhankelijke schepping, een autonome kunstvorm die zijn eigen problemen stelt en aan eigen
wetten onderworpen is. Deze autonome kunstvorm moet volgens ons elke ontlening aan
technieken die specifiek horen bij andere vormen van beeldende kunst
vermijden; zo zal de uitvergroting van een schilderij op de schaal van het toneel nooit een echt
decor worden.(...) |
Kostuum voor een zeepaardje uit het ballet "Sadko" Ontwerp Natalia
Goncharova.
|
Toen Serge Diaghilev in 1909 zijn eerste voorstellingen in Parijs gaf,
vierde in alle landen het naturalisme en de historische authenticiteit nog hoogtij. Het
gezelschap van de 'Ballets Russes' van Diaghilev bracht in zijn eerste periode geen nieuwe
esthetiek in decors en kostuums; de directeur, die tevens directeur was van het tijdschrift
'Mir Iskousstva' (De wereld van de kunst), had ook geen enkele schilder tot zijn
beschikking, die in staat was de geheel nieuwe problemen van de moderne theateraankleding
op te werpen of op te lossen. Hij beperkte zich er dus toe aan zijn vrienden en medewerkers de gelegenheid
te bieden hun talenten tot uiting te brengen binnen de erfenis van een in Rusland reeds
aanvaarde en gewaardeerde artistieke richting.
Toch hadden, wederom in Rusland, tussen 1906 en 1909 zeer uiteenlopende
pogingen van diverse kunstenaars een nieuwe problematiek van het theaterdecor aan de
orde gesteld, die in 1913-14 zouden uitlopen op een nieuwe opvatting, die later het
theaterconstructivisme werd gedoopt.
Uit: Natalja Goncharova en Michail Larionov, Les Ballets
Russes. Serge Diaghilev et la décoration théatrale Belvès 1955 (herz.
uitg.) |

Natalia Goncharova Ontwerp voor
Le Coq d'or.[te vergroten] |
Het constructivisme in het theater wilde zich niet beperken tot het toneel
met een enkel speelvlak maar had als doel het toneel volledig te benutten door
driedimensionaal verschillende verticale vlakken te laten meespelen door middel van
constructies in de hoogte, die de mogelijkheden van de enscenering verveelvoudigden. Het decor
was niet langer alleen maar een achtergrond of omlijsting maar werd een integraal
onderdeel van de handeling, net als bij het circus. Ook net als in het circusbeeld liet het theaterconstructivisme de
basiszetstukken geheel kaal en hield alleen het frame over, waarvan alle elementen te zien waren, op
welk speelvlak zij zich ook bevonden. Zo kon het oog van de toeschouwer in één
blik de handelingen vatten, die zich tegelijk op de voorgrond èn op de achtergrond
van het toneel afspeelden.
Pas in 1913-14 zag Diaghilev de noodzaak in om de constructivistische
opvattingen ook in een ballet toe te passen. Hij had toen het plan de opera 'De gouden haan'
van Rhimsky-Korsakov als ballet uit te brengen, waarbij hij evenwel vasthield aan
de koorpartij. |
Goncharova: kostuumontwerp voor Koning Dodon
uit "De Gouden Haan" [te vergroten]
Het probleem, dat hij aan Goncharova voorlegde, bestond er uit een plek te
vinden voor negentig solisten en koorleden, waar in de orkestbak geen plaats voor was. Aan
de andere kant moesten de dirigent en het zangkoor zodanig opgesteld zijn dat zij
elkaar konden zien. Uiteraard mocht de te vinden oplossing niet de bewegingen van de
dansers in de weg staan, die op hun beurt weer de aanwijzingen van de dirigent moesten
gehoorzamen. Goncharova stelde voor om de zangers op het toneel op treden boven elkaar te
installeren, op de manier waarop 'De Doema der Bojaren' wordt voorgesteld in de Russische
volkskunst; als decorontwerpster moest zij plaats en decoratie voor deze
treden bedenken. Zij plaatste ze recht tegenover het publiek aan weerszijden vooraan op het
toneel; doordat ze als afgeknotte piramides oprezen tot aan het fries kwamen zij in de
plaats van de twee eerste zijlijsten en namen ze ongeveer een kwart van de
toneelruimte in beslag. De in frambooskleurige kledij gestoken zangers vormden een levendig en
klankrijk element in de aankleding en ze waren perfect zichtbaar voor de
dirigent.(...)
Samenstelling bronmateriaal
uitsluitend en alleen ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het algemeen
deel voor havo en atheneum. Overnemen voor commerciele doeleinden
verboden. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Geraadpleegde
literatuur: From Russia with Love. Canberra 1998 en bronnenbundels
Is er zonder uw toestemming
en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze
verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste
bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele
vergoeding kunnen wij helaas niet geven.
08/25/2003
last update
|