Bij het maken van een profielwerkstuk zul je een aantal stappen moeten doen om uiteindelijk tot een goed werkstuk of een goed verslag

Bij het maken van een profielwerkstuk zul je een aantal stappen moeten doen om uiteindelijk tot een goed werkstuk of een goed verslag van jouw onderzoek te komen.
  1. Kies een onderwerp (en eventueel een partner waarmee je het onderzoek of de opdracht samen uitvoert )
  2. Baken het onderzoek goed af zodat je niet te veel gaat zoeken, lezen of schrijven.
  3. Formuleer een duidelijke hoofdvraag en leid daarvan enkele deelvragen af die met behulp van de gevonden gegevens goed te beantwoorden zijn.
  4. Maak een goed plan van hoe en waar je gaat zoeken naar gegevens en hoe je de gegevens gaat verwerken in het werkstuk om tenslotte antwoord te geven op deelvragen en hoofdvraag.
  5. Pas de hoofd- en deelvragen aan als het materiaal dat je vindt niet geschikt is om een goed antwoord op jouw vragen te formuleren. Maak een voorlopige versie van het werkstuk en laat die door de leraar van commentaar voorzien.
  6. Maak een definitieve versie.
  7. Zorg ervoor dat je alles op de afgesproken tijdstippen inlevert.
De film neemt onder de kunsten eigenlijk een aparte plaats in. Zij presenteerde zich pas aan het eind van de vorige eeuw als een technische noviteit, een laboratorium vondst, toen de andere kunsten al een ontwikkeling van eeuwen achter de rug hadden. Als geboortedatum geldt 28 december 1895.

Bedenk voor je werkstuk een pakkende titel

Mogelijke aandachtspunten:

In hoofdlijnen is de film het resultaat van een drietal ontwikkelingen.

De Belgische onderzoeker Joseph Plateau publiceerde in 1829 als eerste een afgeronde theorie over de duur van lichtindrukken op het netvlies. In 1833 ontwierp hij als ondersteuning zijn Phénakistiscope of wonderschijf.  

Muybridge

Zo experimenteerde Muybridge met een serie camera's die elk een opeenvolgende fase vastlegden.

In 1877 presenteerde Edison zijn Phonographe, waarbij geluid op een wasrol werd geregistreerd en daarna kon worden weergegeven. Pas tien jaar later begon zijn assistent Dickson aan het ontwerpen van een bijbehorend toestel voor bewegende beelden. Pas in 1894 werd de twee jaar eerder gepatenteerde Kinetoscope op de markt gebracht omdat Edison de zaak niet zo belangrijk vond.

Met deze verbetering van de Kinetoscope waren de gebroeders Lumière hem echter ruimschoots voor. Zij richtten zich al meteen op projectie en maakten hierbij gebruik van het transportsysteem van een andere nieuwe uitvinding, de naaimachine. Hun grijpermechanisme was zo belangrijk omdat ieder filmbeeldje voor projectie steeds een fractie van een seconde stil moet staan. Dit in tegenstelling tot de ononderbroken beweging bij Edison.  

De rol van het vaudeville theater. Na de beurscrash van 1929 brak voor het vaudeville theater een moeilijke tijd aan: de toegangsprijs was te hoog voor veel mensen. Het was goedkoper om de grote sterren te zien in een film dan de act te huren voor een live act. Een film kostte in de 20er jaren ongeveer 50 dollarcent, een vaudeville show 2 of 3  dollar! In 1905 stapte Harry Davis in Pittsburgh helemaal over op shorts. De toegangsprijs was 5 cent, of een "nickel".  De Nickelodeon was geboren. Toen de Warner Brothers en Fox hun eigen theaters begonnen te bouwen, lieten ze in het begin film en vaudeville acts zien.

Vooral vanaf 1905 ontstonden in Amerika de zogenaamde Nickel-odeons, zo genoemd naar de lage toegangsprijs. Deze ontwikkeling maakte het ook aantrekkelijker om films te verhuren dan om ze per kopie te verkopen zoals tot dan toe gebeurde.

Onderwijl werden de films langer dan de primitieve één minuut opnamen. Men begon afzonderlijke scènes als tableaux vivants achter elkaar te plakken zodat een eenvoudig verhaal ontstond. In Frankrijk was het vooral Georges Méliès, van huis uit illusionist, die de mogelijkheden van de film wist te verruimen.

Rond 1913 werd de MPPC tenslotte voor het gerecht verslagen door William Fox en Carl Laemmle. De laatste was de grondlegger van Universal en lanceerde als eerste het idee van de filmster.

De erkenning van de film als kunstvorm was in Duitsland later gekomen dan in de meeste andere landen. De bioscoop genoot in de ogen van intelligentsia en gegoede burgerij een slechte reputatie.

Literatuurlijst:  

01-07-2010 CKV-2