Theo van Doesburg (1883-1931)

Theo van Doesburg is vooral bekend als oprichter en redacteur van het tijdschrift De Stijl. Van Doesburg was een veelzijdig kunstenaar - schilder, vormgever, architect, typograaf - en hij schreef verhalen gedichten en kunstbeschouwelijke artikelen. Door deze veelzijdigheid, in combinatie met zijn dynamische persoonlijkheid, fungeerde Van Doesburg als een katalysator binnen de Europese avantgarde. Hij gaf lezingen, organiseerde tentoonstellingen en zette zich, behalve voor De Stijl, in voor diverse andere tijdschriften en kunstenaarsgroepen.

De Aubette

Van Doesburg is niet zijn eigen naam. Op 30 augustus 1883 werd hij in Utrecht geboren als Christiaan Emile Marie Küpper. Hij noemde zich naar zijn stiefvader, Theodorus Doesburg. De jonge Van Doesburg wilde schilder en schrijver worden maar volgde geen opleiding. De vroege schilderijen zijn behoudend, maar Van Doesburg bewonderde Vincent van Gogh en Mathijs Maris; vanaf 1909 richtte hij zich op de artistieke expressie van emoties. In het voorjaar van 1913 kreeg hij waardering voor de abstracte schilderkunst. 

Mede door Kandinsky's Das Geistige in die Kunst besefte hij dat de modernen net als hij streefden naar een spirituele kunst. In 1915 maakte Van Doesburg kennis met onder andere Piet Mondriaan. De nieuwe contacten zetten hem aan tot een explosieve activiteit: hij wilde de krachten van de Nederlandse modernen bundelen in een kunstenaarsvereniging en een tijdschrift oprichten waarin de nieuwe ideeën konden worden geventileerd. In 1915 kwam Van Doesburg niet aan schilderen toe. Wel maakte hij tekeningen en pastels en schreef hij gedichten. Aan de schilderijen uit 1916 valt de invloed van De Winter en Huszar af te lezen. Van zijn vriend, de architect J.J.P. Oud, kreeg Van Doesburg zijn eerste opdracht voor het ontwerpen van een glas-in-loodraam. 

De Stijl

Het eerste nummer van het tijdschrift De Stijl verscheen in oktober 1917. Van Doesburgs medestanders waren: Mondriaan, Huszar, Bart van der Leck, de Belgische schilder/beeldhouwer Georges Vantongerloo en de architecten J.J.P. Oud en Gerrit Rietveld. De Stijl zette zich in voor een nieuwe kunst in een nieuwe, betere wereld. De gelijkwaardige samenwerking tussen schilders en architecten was daarbij een belangrijk doel. Mondriaan formuleerde de kenmerken van de nieuwe schilderkunst: 

  • elkaar loodrecht kruisende lijnen en 

  • primaire kleuren plus zwart, wit en grijs

Gezamenlijk onderzochten de Stijlschilders vervolgens de mogelijkheden hiervan in de praktijk. 

  • De abstrahering van een motief

  • De illusie van een voor- en een achtergrond (was een punt van discussie)

spiegeling en rotatie

Hoewel vanaf 1918 aan Van Doesburgs schilderijen niet meer valt af te lezen wat het uitgangspunt was, laten studies zien dat ze zijn gebaseerd op de zichtbare werkelijkheid; een vrouwenportret bijvoorbeeld, of een danspaar. In zijn glas in lood ontwerpen komt Van Doesburg al een jaar eerder tot een hoge mate van abstractie, waarbij hij op zijn motief varieert door spiegeling en rotatie. 

Van Doesburg greep elke mogelijkheid aan om samen te werken met de architecten van De Stijl. Oud en Wils bezorgden hem opdrachten voor glas in lood ramen, tegelvloeren en kleurontwerpen voor interieurs. 

Aanvankelijk waren Van Doesburgs ontwerpen toevoegingen aan de architectuur en was er geen sprake van gelijkwaardigheid. In 1919, in een woning in Katwijk, bracht hij kleurvlakken aan op de wanden, deuren en het plafond die los leken te komen van hun ondergrond en de ruimte daadwerkelijk van karakter veranderden. De meubels voor de kamer waren ontworpen door Rietveld. 

a short 3d animation, after Theo van Doesburg

Kontrakomposition, 1923.

for more visit
http://www.paramodelle.de

 
 

De relatie met medewerkers aan De Stijl verliepen moeizaam. In 1919 zegden Huszar, Wils en Van 't Hoff hun medewerking op. Mondriaan leverde nog wel bijdragen, maar was teruggekeerd naar Parijs. Na de isolatie als gevolg van de Eerste Wereldoorlog had Van Doesburg grote behoefte aan een internationale gedachtewisseling; hij richtte zich steeds meer op het verspreiden van het gedachtegoed van De Stijl in het buitenland. Begin 1920 reisde hij naar Brussel, Parijs, Milaan en Berlijn. Een jaar later maakte hij samen met zijn toekomstige derde vrouw, de pianiste Nelly van Moorsel, opnieuw een grote buitenlandse reis, om zich in april 1921 te vestigen in Weimar. Hij bleef daar tot november 1922 en gaf op z'n atelier een cursus over De Stijl die gevolgd werd door studenten van het Bauhaus. Tegelijkertijd werd hij actief als dadaïst. Met hulp van Tristan Tzara gaf hij het tijdschrift Mécano uit en in september 1922 organiseerde hij een bijeenkomst van constructivisten en dadaïsten in Weimar.

Begin 1923 werd in Nederland een dada-veldtocht gehouden. Van Doesburg hield een lezing, Wat is Dada?, Kurt Schwitters las gedichten voor, Huszar trad op met zijn Mechanische dansfiguur en Nelly van Doesburg speelde piano. Ten tijde van de veldtocht werd Moholy-Nagy aangesteld als docent aan het Bauhaus. Van Doesburg, die op dit docentschap had gehoopt, keerde in april 1923 naar Weimar terug om z'n koffer te pakken. Z'n nieuwe woonplaats was Parijs.

Sinds 1920 had Van Doesburg niet geschilderd. Hij achtte de schilderkunst niet meer adequaat om zijn visie op de werkelijkheid te vertolken. Gevoed door op Einstein gebaseerde populair wetenschappelijke lectuur interesseerde hij zich voor de waarneming als een van plaats en tijd afhankelijk fenomeen. De architectuur leek bij uitstek geschikt voor het tot uitdrukking brengen van dergelijk ideeën. Ook had hij in 1922 ruzie gekregen met Oud over de toepassing van kleur in architectuur - reden te meer voor Van Doesburg om zich in samenspraak met de jonge architect Cornelis van Eesteren te gaan verdiepen in architectuur.

In mei 1923 was Van Doesburg verhuisd naar Parijs en al snel kreeg hij kans om z'n ideeën uit te werken. Rosenberg stelde zijn Galerie Líeffort Moderne beschikbaar voor een tentoonstelling van Stijl-architectuur. De tentoonstelling werd gehouden in oktober/november 1923. Van Doesburg en Van Eesteren presenteerden drie ontwerpen: een huis annex galerie voor Rosenberg, een particuliere woning en een kunstenaarswoning. 

  • De ontwerpen zijn asymmetrisch en excentrisch

  • De ruimtes staan in open verbinding met elkaar 

  • Er is geen onderscheid tussen voor-, zij- en achtergevels

  • In plaats van achteraf toegevoegd, is de kleur vanaf het begin bij het ontwerpproces betrokken. 

 

Atelier Van Doesburg 29, rue Charles-Imfroit, Meudon  Théo Van Doesburg, 1931

Tot zijn grote teleurstelling leidde de tentoonstelling niet tot een architectuuropdracht en in 1924 ging Van Doesburg weer schilderen. Aanvankelijk had hij veel contact met Mondriaan maar al snel kwamen verschillen in mening en karakter naar voren die in de correspondentie niet belangrijk waren geweest. Als vervolg op de architectuurschilderingen, die Van Doesburg contra-constructies had genoemd, ontstonden de zogenaamde contra-composities. Met hun schuine lijnen onderstrepen ze het verschil tussen Mondriaan, die vasthield aan een universele waarheid en Van Doesburg voor wie beweging essentieel was. 

Vanaf 1929 tot aan zijn overlijden op 7 maart 1931, exposeerde Van Doesburg regelmatig, maar het surrealisme vierde hoogtij en het succes bleef uit. Wel kreeg hij in deze periode de aandacht van een jongere generatie kunstenaars. Met vier jongeren richtte hij in januari 1930 de groep Art Concret op. Aan het eind van zijn leven betrok Van Doesburg een atelierwoning naar eigen ontwerp in Meudon. Deze woning is nu, net als het Van Doesburg archief, eigendom van de Nederlandse staat en huisvest elk jaar een andere Nederlandse kunstenaar. 

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 voor havo en vwo in het profiel C&M..  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven:
05/02/2010 update