|
CASA BATLLÓ
Barcelona. Passeig de Grácia, 43 |
|
Josep Batlló i Casanovas gaf Gaudi de opdracht een huis aan de Passeig de Grácia in Barcelona totaal te verbouwen. De werken werden uitgevoerd tussen 1904 en 1906. De benedenverdieping en het gedeelte van de eerste verdieping dat uitgaf op de Passeig de Grácia werden uitgebroken. De achterkant van de eerste verdieping werd vernieuwd. Aan de voorzijde van het gebouw kwam een dubbele zolder, waarvan het gegolfde dak doet denken aan een drakenrug. In deze ruimte was ook plaats voor een watertank.
De voorgevel werd naar beneden gehaald en vervangen door een zacht golvende gevel. Hij werd daarna ingelegd met een mozaďek van stukjes glas uit verschillende kleuren en met schijven van gepolychromeerde keramiek. Onderaan werd een constructie aangebracht in Montjuicsteen , waarvan bepaalde delen organisch van vorm zijn. Op de balkons werden ijzeren balustrades aangebracht, golvend van vorm. |
| De parabolische
bakstenen bogen van de zolder werden buiten bekleed met keramiek van
verschillende kleuren. Aan de straatkant is het dak gemaakt uit pannen die
variëren van blauw tot roze en die als schubben over mekaar liggen. Op de
nokbalk zijn afwisselend twee soorten geglazuurde versieringen aangebracht. Hun
kleur verandert constant, maar er werd een harmonie in de schakeringen behouden.
Aan de zijkant is er een cilindervormige toren met binnenin een wenteltrap.
Het eindigt op een uivormig dakje uit Mallorcaanse keramiek waarboven een vierarmige kruis. Het achterste gedeelte van het dakterras is versierd met mozaďeken uit keramiekscherven. |
|
De opdrachtgever met zijn gezin: Josep Batlló i Casanovas/ De kinderen op het terras. |
| Ook op de muren van de vestibule van de
benedenverdieping en op de lichtschachten zijn keramiektegels gebruikt. Bovenaan
in de schachten zijn ze kobaltblauw en ze worden lichter blauw tot wit naar
beneden toe.
Op de schouw van het salon op de hoofdverdieping zijn vuurvaste keramiektegels aangebracht. Ook op het dakterras dat op dezelfde verdieping gelegen is en uitgeeft op de eetkamer achteraan het huis is gebruik gemaakt van polychrome bekledingen.
Een gedeelte van het terras, de achtergevel vanaf het terras, de eetkamer uitkijkend op het terras, doorkijkje op het dakterras. |
|
Het bouwwerk is een ode aan het licht: het wordt
niet alleen in de gevels en daken weerspiegeld, maar het is ook binnenin
overvloedig aanwezig. De schuiframen van het salon dat zich op de bel-etage
bevindt en uitgeeft op de Passeig de Grácia, hebben geen (zichtbeperkende)
raamstijlen en kunnen allemaal tegelijkertijd opengeschoven worden, waardoor er
een immense panoramische opening ontstaat die het licht vrijelijk de kamer
inlaat. Het geeft aan wie binnen is bijna het gevoel zich te midden van de
Passeig de Grácia te bevinden.
De salonramen, die deel voor deel naar boven opengeschoven kunnen worden en zo voor een onbeperkt uitzicht zorgen. |
 |
|
De gegolfde zolderingen, die soms grote
niveauverschillen vertonen zoals bij voorbeeld het geval is in het salon aan de kant
van de Passeig de Grácia, is een nieuwigheidje van Gaudi dat hij later verder
zou perfectioneren in de Casa Milá.
Op het dakterras dat boven de zolder ligt staan groepjes schoorstenen waarvan de schachten bedekt zijn met stukjes glas en de uiteinden (die op grappige hoedjes lijken) met geglazuurde keramiek. De achtergevel is ook versierd met keramiek, maar niet over de hele oppervlakte. |
|
Sinds de gevel van de Casa Batiló in 1984 werd
gerestaureerd, schoongemaakt en verlicht, straalt het gebouw als een kleurige
apotheose van Gaudi's architectuur, waarin meer dan in enig ander werk, gebruik
gemaakt werd van kleur, regenboogeffecten en reliëf. De schilderachtige gevel (Gaudi
zelf leidde vanaf de straat de inlegging van het gekleurd glas) is het meest
duidelijke voorbeeld van een perfecte integratie van kleur en schittering in de
architectonische ruimten.
De verbeeldingskracht die achter dit huis schuilgaat toont ons de meest briljante periode van Gaudi's loopbaan binnen de niet-religieuze architectuur en drukt een poëtisch gevoel uit dat grenst aan het toverachtig mooie. Voor de eetkamer van het appartement van de heer Batlló werden meubelen ontworpen die zich nu in het Gaudi museum bevinden.
Naast de grote scheppende verbeeldingskracht van Gaudi, toont de Casa Batlló Gaudi's meesterschap in zijn vak, alsook de kwaliteiten van vaklui als houtbewerkers, stucadoors en fabrikanten die met hem samenwerkten. |
Gaudi maakt bij zijn architectuur oa gebruik van:
|
| De lichtschachten in Casa Batlló worden afgedekt door een overkapping van glas. |
|
|
| De zolderverdieping met de nodige ventilatie openingen in de zijwand van de gangen. We vinden op deze verdieping oa een wasruimte en een ruimte waar men de was kon ophangen om te drogen. |
|
Een waaier van parabolische bogen van verschillende hoogte vormen deze buitengewone en zeer eenvoudig opgebouwde zolder. De breedte van elke kettinglijn varieert in functie van het licht tussen het latwerk van de bovenste verdieping; bijgevolg zijn ook de hoogten in verhouding hoger of lager. Het erboven gelegen dakterras neemt zodoende verschillende niveau's aan. De bogen vertrekken vanaf de vloer en zijn ook terug te vinden in andere gebouwen van Gaudi.
|
