Tempel van Kandarija Mahadeo/Khajurako

De toren

Tijdens de hindoe-renaissance werden van de tempels niet alleen de buitenwanden en de voorhal met beelhouwwerken versierd, maar ook de toren die boven het eigenlijke heiligdom uitstak, werd rijkelijk van beeldhouwwerk voorzien.

Het meest in het oog springende kenmerk van de Noord Indische tempelbouw is de tot een toren uitgegroeide bekroning van de eigenlijke tempel. Die toren werd bovenaan enigszins afgerond en had een kussenachtig afdekstuk.

 

 

Tussen omstreeks 900 en 1100 maakte de kunst in India een nieuwe bloeitijd door, de hindoe-renaissance. Er ontstond een nieuwe stijl, die toch de hindoe-traditie bewaarde. Khajurako was het centrum van de beeldhouwkunst. Er werd zelfs een speciale school voor opgericht. In Khajurako werden tussen 950 en 1050 meer dan 80 tempels gebouwd. Ruim 20 ervan zijn bewaard gebleven.
   
Er werden tijdens de hindoe-renaissance tempels gebouwd die op bergen lijken. Een sprekend voorbeeld daarvan is de tempel van Kandarija Mahadeo, die omstreeks het jaar 1000 werd gebouwd in Khajurako. De tempel is gebouwd in de Nagara-stijl, zoals die in die periode in Noord India opgang maakte, en gewijd aan de god Sjiva.

Zoals de plattegrond laat zien, bestaat deze tempel uit een zaal met een plafond, dat wordt gesteund door zuilen (A). Achter deze zuilen-zaal ligt een vestibule (B) en daarachter komt het werkelijke heiligdom (C). Dit heiligdom wordt omgeven door een overdekte galerij, waarop ook de bij-kapellen uitkomen.

 

De buitenkant is helemaal versierd met beeldhouwwerken. Hier bereikte de beeldhouwkunst een duizelingwekkende hoogte. Mensen en goden komen met elkaar voor, dikwijls in erotische houdingen, als symbool voor het gevoel van opperste zaligheid van de ziel die zich met de godheid verenigt. 

Een wereldse godsdienst

De afgebeelde vrouwen drukken het ideaal uit van volle en rijpe schoonheid, vaak in de zogenoemde S-houding. Deze houding is een nabootsing van de sierlijkheid van de bloemen en de beweeglijkheid van de katachtige dieren. De voorstellingen op de hindoe-tempels lijken in tegenspraak tot de leer die werd gepredikt. Maar er blijkt tevens uit dat het hindoeïsme de wereld accepteerde, met alle verschijnselen die zich daarin voordoen. Er vloeide een kunst uit voort, waarin de grenzen tussen heilig en werelds minder scherp werden en soms helemaal vervaagden.

             

20-03-2010 CKV-1 West-Oost