George Breitner Hij noemde zichzelf 'Le peintre du peuple' oftewel 'de schilder van het volk' (1857-1923) Bekend om zijn impressionistische Amsterdamse stadsgezichten en zijn fotografie |
|
De Nederlandse
kunstschilder George Breitner werd in Rotterdam geboren. Op zijn veertiende
verliet hij de school en ging hij werken op een kantoor. In zijn vrije tijd
volgde hij tekenles bij de Rotterdamse tekenleraar Neurdenberg. In 1884
vertrok Breitner naar Parijs, waar hij werkte op het atelier van Cormon. Na
Parijs verhuisde hij naar Amsterdam, de stad waar hij tot zijn dood zou
blijven leven en werken. In Amsterdam ontstonden zijn belangrijkste werken,
waardoor hij de grote uitbeelder van de stad en het Amsterdamse leven is
geworden. Hij werkte hard en het succes bleef dan ook niet uit. Op veel van zijn werk is bedrijvigheid te zien. De stad breidde zich in snel tempo uit en Breitner schilderde veel taferelen, waarop dit te zien is.
|
|
Rechts:
Gezicht op de Dam te Amsterdam 1895
Bij de voorbereiding van dit stadsgezicht maakte Breitner gebruik van
fotografie. Dit is te zien aan de manier waarop het doek door de kunstenaar
is gekaderd. In of na 1898 veranderde Breitner een detail. Hij schilderde
het glas-in-loodvenster in de Nieuwe Kerk, dat daar was aangebracht ter
gelegenheid van de inhuldiging van Koningin Wilhelmina.
Links: Een frêle hoedenverkoopstertje uit de Jordaan, Geesje Kwak, en haar zusje Anna poseerden regelmatig voor Breitner, gehuld in rode, witte of blauwe kimono's. In zijn atelier aan de Amsterdamse Lauriersgracht schilderde de kunstenaar de tekeningen en foto's niet klakkeloos na. Hij koos regelmatig voor een andere pose van het model en experimenteerde met de formaten van zijn schilderijen. |
|
Ogenbliksfotografieën |
|
Zijn eerste foto’s dateren waarschijnlijk uit het begin van die Amsterdamse jaren. De camera zou hem zo’n 25 jaar lang blijven boeien en er ontstond al gauw een wisselwerking tussen zijn schilderkunst en zijn fotografie. De foto’s waren daarbij meer dan alleen een hulpmiddel. Rond 1900 begon de fotografie steeds meer een eigen plaats in te nemen binnen zijn werk. Zelden liet Breitner iemand poseren voor zijn stadsgezichten. Het zou niet passen bij zijn vluchtige momentopnamen, toen ‘ogenbliksfotografieën’ genoemd. Dat was nog niet zo gemakkelijk, want wanneer hij er met de glasplatencamera en statief op uit trok, was het moeilijk onopgemerkt te blijven. Dankbaar maakte Breitner dan ook gebruik van de net geïntroduceerde handcamera. Eindeloos en verdekt opgesteld kon hij zijn stadsgenoten fotograferen. Bovendien kon hij experimenteren met allerlei perspectieven, zoals goed te zien is in de serie rondom de Nieuwe Kerk. | |
|
|
Breitner heeft op
verschillende plekken in de stad gewoond en die buurten zijn ook terug te
vinden in zijn werk. Van 1893 tot 1899 woonde Breitner aan de Lauriergracht.
Aan het einde van die periode verhuisde hij naar het Prinseneiland. Steeds
weer trok hij eropuit om de aangrenzende Haarlemmerbuurt te fotograferen. Op veel van zijn foto’s is de stad bijna verstild, schijnbaar verlaten als een dorp. Het lijkt alsof het altijd slecht weer was in Breitner’s stad: mist, sneeuw, miezerig dooiweer, regen of schemer. Maar niet alleen die verstilling van de stad trok hem. Het zijn juist de foto’s van het winkelende publiek in de Kalverstraat of een dienstbode langs de grachten die Breitner bekend maakten. Ook de veranderingen in de stad, zoals de sloop van een huis en de bouwputten konden rekenen op zijn belangstelling. Nooit richtte hij zijn lens echter op de overal om hem heen verrijzende nieuwbouw. Dikwijls fotografeerde Breitner hele series van onderwerpen of buurten. G.H. Breitner, fotograaf en schilder van het Amsterdamse stadsgezicht. http://gemeentearchief.amsterdam.nl/schatkamer/breitner/introductie/index.nl.html
|