DE MUSEUMKR@NT





Guernica: tijdloos monument tegen geweld?






Voorstudie voor 'Guernica' (1937)
potlood,
23 x 29 cm



Zelfportret met palet, 1906
olieverf op linnen, 92 x 73 cm
Philadelphia Museum of Art,
A.E. Gallatin Collection Otterloo





Pablo Picasso
Kunsthal Rotterdam
t/m 4 juli 1999

Op dit moment is in de Kunsthal in Rotterdam een grote tentoonstelling te zien met werk van Picasso. Een van zijn belangrijkste schilderijen ontbreekt echter, dat wil zeggen het is alleen in de vorm van een reproductie te bewonderen. De Guernica verlaat Madrid namelijk nooit, mede door zijn enorme afmeting. Picasso schilderde het doek naar aanleiding van de Spaanse Burgeroorlog. In dit artikel speciale aandacht voor deze indrukwekkende verbeelding van wanhoop en geweld.



icasso was tijdens de Spaanse Burgeroorlog een fel tegenstander van de fascistische leider Franco. Hij stond hierin niet alleen, veel kunstenaars zagen in dat het totalitaire regime een ernstige bedreiging vormde voor de artistieke geest. Een oorlog heeft dan ook zelden zoveel steun van schilders en schrijvers gehad. Op 26 april 1937 bombarderen Duitse bommenwerpers in opdracht van Franco het Baskische stadje Guernica, een soort van hoofdstad voor de Basken en dus van grote sentimentele waarde. Er vallen 1650 doden en 900 mensen raken gewond. Dergelijke aantallen waren in de moderne oorlogvoering nog nooit voorgekomen. En dat terwijl Guernica absoluut niet van strategisch belang was voor Franco. Picasso is razend en begint binnen een week aan zijn grote wandschildering. Hij schetst honderden voorstudies, waarvan er zo'n tachtig bewaard zijn gebleven, en binnen een maand is het werk af.

Een combinatie van stijlen en symbolen
De Guernica is misschien wel een van de meest gruwelijke en schokkende verbeeldingen van de verschrikkingen van een oorlog ooit. Om dit te bereiken gebruikte Picasso een combinatie van technieken die hij al eerder heeft toegepast. Het kubisme vinden we terug in de vlakke vormfragmenten en de verplaatsingen van ogen, oren, ledematen en profiel. Ook invloed uit de Afrikaanse kunst steekt de kop weer op, dit komt het best naar voren in de krachtige, abstracte vormen waaruit de figuren zijn opgebouwd. Bovendien komen er symbolen uit eerdere werken terug in de Guernica. Een voorbeeld hiervan is het stervende paard, dat zich in het midden van het schilderij bevindt en staat voor vergeefs protest. Verder zien we links van het paard een dode soldaat, het zwaard nog in de hand geklemd en daarboven een moeder, verscheurd van verdriet over de dood van haar kind. Een stier staart over dit tafereel heen in de ogen van de toeschouwer. Aan de rechterkant zijn twee figuren en een hoofd afgebeeld, alle drie hevig in paniek.

Picasso had niet de gewoonte zijn schilderijen uit te leggen, maar in dit geval heeft hij toch de twee belangrijkste symbolen verklaard. Hij vertelde een Amerikaanse militair dat de stier niet het fascisme verbeeldt, maar wreedheid en duisternis in het algemeen. Het stervende paard staat voor de mensheid. Als we het zo bekijken, krijgt het schilderij ook een meer algemene boodschap: Het kwaad overwint de mensheid, hij heeft hem overmeesterd, waardoor de mens wreed en hard is geworden.

Sommige critici menen echter dat de stier op het doek even onschuldig is als het paard en de overige figuren. Dat hij, met zijn blik in de verte, even verbaast is over de gebeurtenissen als de rest. In de arena van een stierengevecht zijn het paard en de stier de enigen die sterven zonder te weten waarom. In dit opzicht vormen ze een parallel met de inwoners van het stadje Guernica. Ook zij stierven zonder het te begrijpen en zonder dat het zelfs maar een doel had. Volgens deze interpretatie is de vijand dus helemaal niet op het schilderij aanwezig. Een angstaanjagend gegeven dat zou kunnen verwijzen naar het feit dat voor de slachtoffers van de moderne oorlogstechnieken de vijand anoniem blijft.

Kritiek van beide fronten
Toen het wandvullende schilderij eenmaal was opgehangen in het Spaanse paviljoen, werd het overspoeld door een stroom van kritiek. De aanhangers van Franco waren hierin uiteraard het felst, het was wel duidelijk dat de Guernica een protest aan hun adres was. Opvallender is dat ook de republikeinen van zich laten horen. Zij vinden dat Picasso zijn tijd beter had kunnen besteden aan een rechtstreekse oproep tot gewapend verzet. En ook in kunstenaarskringen klonken kritische geluiden. Men vond het werk een banale overdrijving en de personages op het doek werden aangezien voor vogelverschrikkers.

Maar kritiek of niet, de Guernica heeft zijn plaats tussen de belangrijkste werken van deze eeuw inmiddels verworven. Het wordt tot op de dag van vandaag gezien als een protest tegen het fascisme en tegen de moderne oorlog in het algemeen. In hoeverre dit de bedoeling is geweest van de schilder is natuurlijk de vraag. De betekenis van het schilderij is veranderd en uitgebreid door alles wat er na zijn voltooiing aan geweld in de wereld is voorgevallen. Het heeft betrekking gekregen op meer dan het bombardement op Guernica alleen, te beginnen met de Tweede Wereldoorlog die voor de deur stond. Toch geeft het schilderij nog geen letterlijke verwijzingen naar de moderne oorlog. Picasso vormt hierin een groot contrast met bijvoorbeeld zijn tijdgenoot Siqueros, die onder andere ook de Spaanse Burgeroorlog als onderwerp koos. Bij hem zien we wel alle materialen en voorwerpen die een moderne oorlog mogelijk maken en het specifieke verdriet dat dat met zich mee brengt. De soldaat van Picasso heeft nog gewoon een zwaard in de hand. Wat dat betreft kan het werk gezien worden als een protest tegen massamoorden op onschuldigen uit alle tijden.

Door de ogen van de meester
De Guernica is een afbeelding van hoe Picasso zich het lijden voorstelt en hoe hij het zelf ervaart, niet per se van hoe het in de werkelijkheid geweest is. Picasso hanteert deze methode altijd. Bij het schilderen van liefdesscènes bijvoorbeeld, kan hij geen verschil maken tussen zichzelf en zijn minnares. Daarom zijn zijn portretten van vrouwen zo vaak zelfportretten. In de Guernica weerspiegelt Picasso zijn eigen lijden bij het horen van het nieuws over zijn land. En dat is waar het werk zijn kracht vandaan haalt. Het is geen afbeelding van een reële gebeurtenis: er zijn geen vliegtuigen, geen explosies, geen verwijzingen naar tijd, jaar of eeuw, er is geen heldendom, en toch is het een protest. Het zit hem in de manier waarop het geschilderd is, in wat er gebeurd is met de ledematen, borsten en ogen. Picasso laat ons de pijn van de figuren voelen met de ogen. Hij rukt de angst en het lijden uit het verband van de geschiedenis. En juist daardoor concentreert alle aandacht zich op die angst en dat lijden.

De tentoonstelling 'Picasso, kunstenaar van de eeuw' is tot en met 4 juli te zien in de Kunsthal te Rotterdam.

 

Masja de Ree   






- 2 -