Wie zich met de geschiedenis van de beeldende kunst bezighoudt, leest over steeds nieuwe stromingen en stijlbewegingen. Een van de meest ingrijpende ontwikkelingen deed zich voor in het begin van de 20ste eeuw. Kunstenaars lieten de uitbeelding van de werkelijkheid voor wat ze was en gingen abstract schilderen.

Piet Mondriaan

Zijn vroege werk is nog sterk gebaseerd op de waarneming van de realiteit: hij schildert wat hij ziet. Geleidelijk schildert hij steeds abstracter, totdat er alleen horizontale en verticale lijnen overblijven. De stappen die hij op weg daar naartoe zette, zijn vooral in het Gemeentemuseum te Den Haag heel goed te volgen

In Den Haag hangen drie schilderijen van bomen die duidelijk verschillende fases van Mondriaans ontwikkeling tonen.

 

Afbeelding 1: ‘De rode boom’ uit 1908


Zie afbeelding 2: (1911) ‘De grijze boom’ .  

In dit schilderij werkte Mondriaan de bij zijn ‘Rode boom’ al gebruikte vormprincipes verder uit. Je ziet hier aparte beeldelementen verschijnen die met het verloop van de echte boom niets meer te maken hebben. Tussen de uitstralende krans van takken zijn lijnen en vegen geschilderd waarmee de kunstenaar klaarblijkelijk niets natuurlijks meer wil aanduiden. Het is zijn bedoeling je blik, die de boom anders gestaag zou aftasten, door de compositie te sturen. Behalve beweging heeft de voorstelling zo ook een nieuw soort evenwicht gekregen. Want het gekronkel van de twijgen wordt door tegenkrommingen, zigzagjes en andersoortige verfhalen prachtig uitgebalanceerd. De lijnen en vegen van de ‘Grijze boom’ staan helemaal los van de waarneming en vormen een eigen beeldwerkelijkheid. Op het moment dat Mondriaan dit werk maakte, gaf het hem kennelijk geen voldoening meer alleen te stileren.

In plaats daarvan bepaalde hij de structuur van de boom nu liever helemaal zelf. In 1912, een jaar later, ging hij nog een stap verder. Toen schilderde hij een ‘Bloeiende appelboom’ die zich nauwelijks meer laat herkennen. Dat lukt alleen nog als je hem samen met de vorige voorbeelden bekijkt.

 

Bij dit lesje over de weg naar de abstracte kunst is het belangrijk te beseffen dat Mondriaan niet alleen maar origineel wilde doen. Het streven naar een eigen beeldwerkelijkheid op het doek was voor hem iets heel essentieels. Hij probeerde echt het diepere wezen van de werkelijkheid weer te geven en niet de natuur zoals die zich toevallig aan hem voordeed. Hoewel hij aanvankelijk uitging van de visuele waarneming, filterde hij langzaam maar zeker alles wat in zijn ogen niet essentieel was weg. Daardoor werd zijn werk steeds soberder en kreeg het uiteindelijk een volledig eigen voorkomen.

Dit verhaal over de manier waarop de schilder tot zijn karakteristieke stijl kwam, is heel mooi en leerzaam. Maar toch brengt het ook iets teweeg wat me minder goed zint. Het gevaar dreigt dat je je bij elk werk van Mondriaan gaat afvragen: 'Wat schilderde hij hiervoor en hierna ook alweer?' Dit maakt het bijna onmogelijk om nog onbevangen naar één schilderij van hem te kijken. Vandaar dat je in het museum alle kennis over de artistieke ontwikkeling van Mondriaan eigenlijk even zou moeten vergeten.

Zo af en toe kom je een schilderij van Mondriaan tegen waarbij je al het gepraat over ontwikkeling vergeet. Getroffen door de pure schoonheid kunnen alle weetjes je even gestolen worden. Voor de esthetische beleving doet het er immers niet toe of de voorstelling een gestileerde weergave van iets anders is en dat de kunstenaar later nog abstracter ging schilderen. Die ervaring had ik toen ik laatst in het Kröller-Müller Museum voor ‘Compostie 10 in zwart-wit; Pier en Oceaan’ uit 1915 stond

Compostie 10 in zwart-wit; Pier en Oceaan

Het tweede deel van de titel geeft aan dat Mondriaan in deze fase kennelijk nog wel een aanleiding in de werkelijkheid zocht. Maar voor je kijk op het werk maakt dat feitelijk niet uit. Want het beeld straalt bovenal zuiverheid uit en heeft een prachtig soort tederheid. Het gegeven dat de kunstenaar nu een pier in de oceaan schilderde en later kortweg ‘Compositie nummer zoveel’, voegt daar niets wezenlijks aan toe. Als je je dat eenmaal realiseert, ga je het schilderij met andere ogen aanschouwen. Je kunt je er beter op concentreren omdat je het niet in je geheugen met ander werk hoeft te vergelijken.

 

Als je aldus de rust gevonden hebt om het werk uitgebreid te onderzoeken vallen ineens de subtiele kleurverschillen op. Het doek is niet helemaal egaal wit geschilderd. De achtergrond waartegen de lijntjes afsteken, blijkt wat blanker dan het omringende gebied. Het schilderij heeft daardoor een heel eigen stemming en ook iets sferisch gekregen. Vanwege het contrast met de grijzig getinte hoeken doemt de voorstelling daarbinnen op als een soort bol of eivormig gegeven. Al kijkend begin je zo langzaam te begrijpen hoe ongelofelijk geraffineerd Mondriaan kon schilderen.

Voor de compositie gebruikte hij alleen nog maar staande en liggende lijnfragmenten, zwart van kleur. Door de manier waarop hij die plaatste en groepeerde, is opnieuw een grote horizontale en verticale stroom te herkennen. Tegelijkertijd ontleent het beeld zijn levendigheid aan het spel dat de schilder met de lengte van de lijnen en de kruising daarvan speelde. Het is riskant om beeldende kunst met muziek te vergelijken, maar hier ontkom je daar haast niet aan. De beweginkjes van de lijnen zijn dermate ritmisch dat ze sterk aan korte fuga's doen denken. Omdat de lijnen in de benedenhelft van het vlak iets langer zijn dan bovenin, veroorzaken ze bovendien een soort diepte-ervaring. Opmerkelijk is dat de lineaire opbouw van het schilderij het bol-effect van de achtergrondkleuren tegenspreekt.

In de ijle structuur van Mondriaans beeld kun je steeds nieuwe dingen blijven ontdekken. Door het vrijwel ontbreken van een herkenbare voorstelling roept het schilderij heel veel associaties op. Volgens de schilder zelf en volgens puriteinse kunsthistorici horen we die associaties ongetwijfeld niet te hebben. Maar in de praktijk blijken veel van Mondriaans schilderijen pas echt te gaan leven als je desondanks besluit er gewoon even je eigen gang mee te gaan.

Samenstelling met als bron: Beeldenstorm AVRO  

Vaklokaal CKV-1 digitale school

Samenstelling bronmateriaal uitsluitend en alleen ten behoeve van het nieuwe vak ckv-1 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum. Overnemen voor commerciele doeleinden verboden. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende.  Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.
07/28/2003 last update