Madame Bovary

1857 

Gustave Flaubert

CKV-1 Wereldliteratuur

De boerendochter Emma Rouault verslond in haar jeugd, die zij doorbracht in het klooster, alle mogelijke bouquetreeksromannetjes. Als zij trouwt met de arts Charles Bovary, een goeiige en wat sullige man, denkt ze dat ze een leven vol geluk, passie en avontuur tegemoet gaat. Al snel blijkt dat het echte leven in niets lijkt op de wereld die Emma kent uit haar boeken. Ze vindt haar leven maar saai en gaat zich steeds meer ergeren aan de saaiheid en bekrompenheid van haar echtgenoot. Als Emma wordt uitgenodigd voor een bal op een kasteel, droomt ze opnieuw van een leven vol luxe en spanning. Het bal is echter slechts een tijdelijke onderbreking van de dagelijkse sleur en de terugkeer naar de saaie werkelijkheid valt Emma bijzonder zwaar.

Omdat Charles ook wel ziet dat zijn vrouw niet gelukkig is, besluit hij naar de wat grotere plaats Yonville te verhuizen, opdat Emma wat meer afleiding krijgt. Na een korte opleving zakt Emma echter weer terug in haar depressie. Ook in Yonville beantwoordt de werkelijkheid niet aan Emmas idealen. Het leven is er eentonig en de inwoners van het dorp zijn allemaal ontzettend bekrompen en burgerlijk. Om de verveling te verdrijven, gaat Emma met geld strooien en stort ze zich in de liefde. Ze heeft twee minnaars: Rodolphe Boulanger en Léon Dupuis. Door haar financiële uitspattingen raakt Emma diep in de schulden. De schuldeiser dreigt haar meubels in beslag te nemen. Als Emma voor financiële steun bij haar minnaars aanklopt geven die nul op het rekest. Wanhopig neemt Emma arsenicum in en sterft na een lange doodsstrijd. De volledig geruïneerde en ontredderde Charles blijft naïef in de onschuld van Emma blijft geloven en sterft niet lang na haar.

Zoals bekend waren weinig schrijverstalenten zo vroeg ontwikkeld als dat van Flaubert die al op de schoolbanken schrift na schrift volschreef. Toch had hij op zijn dertigste jaar, toen hij Madame Bovary begon te schrijven, nog niets gepubliceerd. Hij had wel in 1849 aan zijn vrienden een verhaal voorgelezen; de luisteraars hadden hem aangeraden een onderwerp aan te snijden dat dichter bij de gewone realiteit stond. Hij koos dan ook een bericht uit de krant als basis voor de intrige van een realistische roman, Madame Bovary. Het viel de schrijver buitengewoon zwaar dit gegeven uit te werken tot een roman, zoals blijkt uit de brieven die hij in die tijd schreef. Het schrijven ervan duurde vijf jaar, van 1851 tot 1856, en vormde tevens de mogelijkheid om zijn methode van romanschrijven nader vorm te geven.

Vertelperspektief = veelvoudig en verspringend

De publicatie van Madame Bovary in 1857 is van bijzondere betekenis voor de geschiedenis van de Franse roman, en wel omdat in deze roman niet de regels van de traditionele vertelkunst werden gebruikt.

Met name door meer variatie toe te passen in de keuze van het vertelperspektief verfijnde Flaubert de techniek zodat hij met dit procédé een andere visie op de werkelijkheid kon geven – niet zoals in de verhalen van Balzac de enkelvoudige visie van de alwetende verteller die de waarheid kent, maar een veelvoudige, verspringende, ingewikkelde en subjectieve visie. Juist door deze techniek kan de verteller de spot drijven met alles en iedereen, en in dit geval enerzijds wel bijzonder scherp de illusies en de banale dromen van Emma laten zien en anderzijds net zo bijtend ironisch de middelmatigheid en de zelfgenoegzaamheid aan de kaak stellen van de gewone burger in de provincie.

 

Er zijn meer dan 10 verfilmingen van dit verhaal. In deze verfilming van 1991 speelt Isabelle Huppert de rol van Emma Bovary. 
Leesfragment: 

Soms bedacht zij dat dit toch de mooiste dagen van haar leven waren, de wittebroodsweken, zoals dat heette. Om daar ten volle van te genieten hadden zij beslist een reis moeten maken naar zo'n land met een klinkende naam, waar het nietsdoen van de eerste huwelijksdagen zoveel zaliger is! In postkoetsen, achter blauw-zijden gordijntjes, rijdt men stapvoets de steile wegen op, terwijl het lied van de postiljon in de bergen weerklinkt, met het geklingel van de geitebel en het gedaver van de waterval. Bij zonsondergang ademt men aan de baai de geur van citroenen in; en 's avonds, op het terras van een villa, kijkt men samen, de handen ineengestrengeld, naar de sterren en maakt plan- nen voor de toekomst. Er waren bepaalde streken op aarde, meende zij, waar het geluk tot bloei komt, als een plant die speciaal aan die bodem is gehecht en die nergens anders goed gedijt. Kon zij maar in een Zwitsers chalet over het balkon leunen, of zich vol weemoed opsluiten in een Schotse cottage, met een echtgenoot in een zwartfluwelen kostuum met lange panden, die soepele laarzen draagt, een spitse hoed en kanten kragen. Wellicht had zij graag eens vertrouwelijk over dit alles gepraat. Maar hoe geef je uiting aan een vaag gevoel van onvrede, dat even veranderlijk is als de wolken en wervelend als de wind. Daartoe ontbraken haar de woorden, de gelegenheid, de moed. En toch, als Charles het maar had gewild, als hij het had aangevoeld, als zijn blik ook maar één keer haar gedachte tegemoet was gekomen, dan zou, meende zij, haar hart zich ineens hebben uitgestort, zoals een overvloed van rijpe vruchten uit de fruitboom valt zodra je je hand ernaar uitstrekt. Maar naarmate de intimiteit in hun leven vastere vormen aannam, vervreemdde zij innerlijk van hem, waardoor hij steeds verder van haar af kwam te staan. Charles' gesprekken waren zo vlak als de stoep in de straat waarover de ideeën van alleman kuierden in alle- daagse kleren, niet in staat om enige emotie te wekken, geen lach, geen illusie. Toen hij studeerde in Rouen, had hij, zei hij, nooit zin gehad om in de schouwburg te gaan kijken naar de toneelspelers uit Parijs. Hij kon niet zwemmen, niet schermen, niet schieten, en op een dag kon hij haar een ruiterterm, die zij was tegengekomen in een roman, niet verklaren. Maar een man diende toch juist alles te weten? Hij moest zich toch onderscheiden op velerlei gebied, je als vrouw inwijden in het spel van de hartstochten, in de genietingen van het leven, in alle mysteriën? Maar deze man leerde haar niets, wist niets, verlangde niets. Hij dacht dat zij gelukkig was; en zij nam hem deze bezadigde kalmte kwalijk, deze loodzware passiviteit, zelfs het geluk dat zij hem schonk.

Soms tekende zij; dan vond Charles het heerlijk om naar haar te staan kijken, zoals zij daar gebogen zat over haar papier, met toegeknepen ogen naar haar werk turend, of tussen duim en wijsvinger broodkruim tot balletjes draaiend. Als zij pianospeelde, groeide zijn bewondering naar- mate haar vingers sneller over de toetsen vlogen. Zij sloeg ze met kracht aan en haar handen doorliepen van hoog tot laag het hele klavier zonder haperen. Op deze manier door haar bewerkt was, wanneer het raam openstond, het oude instrument met zijn losgetrilde snaren tot aan het eind van het dorp te horen, en dikwijls bleef de deurwaardersklerk, die blootshoofds en op zijn sloffen voorbijkwam, op de weg staan luisteren met zijn dwangbevel in de hand. 

Anderzijds was Emma uitstekend in het huishouden. Zij verzond de declaraties voor het ziekenbezoek in goed geformuleerde brieven die niets van een nota weg hadden. Als zij op zondag buren te eten hadden, wist zij altijd iets bijzonders op tafel te zetten, bouwde op wingerdbladeren piramides van groene pruimen, diende de vruchtengelei, nog in de vorm van de potjes, in schaaltjes op, en sprak er zelfs over om vingerkommetjes voor het dessert te kopen. Door dit alles steeg Bovary heel wat in aanzien.

Charles ging zichzelf steeds meer achting toedragen dat hij een dergelijke vrouw bezat. In de grote kamer wees hij iedereen vol trots op twee schetsjes van haar, die hij in heel brede lijsten met lange groene koorden had laten ophangen aan de muur. Bij het uitgaan van de kerk zag men hem op fraai geborduurde pantoffels in de deuropening staan. Gewoonlijk kwam hij laat thuis, tegen tienen, soms rond middernacht. Dan wilde hij nog een hapje eten, en omdat de dienstbode al naar bed was, bediende Emma hem zelf. Hij maakte het zich gemakkelijk en trok zijn jas uit. Eén voor één sornde hij alle mensen op die hij had bezocht, alle dorpen waar hij was geweest, alle recepten die hij had uitge- schreven, en zelfvoldaan verorberde hij het restant van de haché, haalde het korstje van zijn kaas, at een appel, leegde zijn karaf, ging naar bed, strekte zich uit op zijn rug en snurkte...................

Kort na de publicatie van Madame Bovary werd Flaubert voor het gerecht gedaagd vanwege de immoraliteit van zijn roman. Vandaar dat Flaubert, na publicatie van Madame Bovary als feuilleton in de Revue de Paris, werd opgeroepen op 29 januari te verschijnen voor de arrondissementsrechtbank om zich teweer te stellen tegen de aanklacht van ongeloof en zedeloosheid. Men verweet hem dat hij het overspel van Madame Bovary verheerlijkte en dat hij een te negatief beeld van de kerk gaf. Flaubert werd vrijgesproken en zijn roman werd vooral hierdoor al snel een enorm succes. Meer over dit proces: http://auteurs.normands.free.fr/senard.htm
Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-1 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum.  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven
04/16/2010 update