Pan en Syrinx Een onmogelijke liefde Ovidius Metamorphosen I 689-712 |
|||
Jean Babtiste Marie Pierre: Pan en Syrinx |
|||
Nicolaas Poussin Pan en Syrinx 1637-38 |
|||
Eén van de verhalen gaat over de rivier-nimf Syrinx, die door de god Pan wordt achtervolgd en net op tijd in riet verandert. |
|||
Volgens de schrijver Ovidius werd Syrinx bemind door de lelijke god Pan. Op een gegeven moment werd Syrinx achterna gezeten door een opgewonden Pan. Syrinx zette het op een lopen, maar strandde bij een rivier die zij niet kon passeren. Ten einde raad deed ze een gebed, dat werd verhoord en ertoe leidde dat Syrinx net op tijd veranderde in riet. Pan kon niet anders dan de hoop opgeven. |
|||
De
god vertelt hem: 'In Arcadië, in 't koud gebergte
bij Loonacties, woonde te midden van een nimfenschaar
een
veelgezochte nimf, Syrinx genoemd door haar vriendinnen. Al vaak had zij
opdringerige saters afgetroefd,
of
godenvolk dat graag verpoost in schaduwrijke bossen
en
vruchtbaar veld. Zij had haar kuisheid en haar levensstijl Diana
toegewijd. In jachtkledij, net als Diana,
leek
ze wel Leto's dochter zelf te zijn, ware het niet
dat
zij een hoornen hoog had en Diana's boog van goud was. Zij leek het
echt: toen ze een keer van de Lycaeus kwam
kreeg
Pan de nimf in 't oog en riep haar; sparrenpunten kransten zijn
hoofd...'-hij wil vertellen over Pan en hoe de nimf
doof
was geweest voor zijn geroep, gevlucht was door de velden tot zij de
zandbank in de vriendelijke Ladonstroom
bereikt
had; hoe ze was gestuit door water, had gesmeekt dat haar waterzusters
haar onvindbaar zouden toveren;
hoe
Pan, net toen hij had verwacht Syrinx goed beet te hebben, geen
nimfenlichaam, maar moerasriet in zijn handen hield en toen zó spijtig
zuchtte, dat zijn adem door de stengels een dun geluid teweegbracht, een
soort klagelijk gesuis,
en
door die nieuwe klank, die zachte toon zo werd getroffen dat hij haar
zei: 'Dit zal voortaan onze gesprekstoon zijn' en hoe aldus haar
meisjesnaam bleef leven in de rietfluit, stengels met bijenwas
aaneengevoegd, van groot naar klein...
Pan: god van de herders, uitvinder van de panfluit. Pan had bokkenpoten, horens en ruige haren en joeg reizigers schrik aan met zijn geschreeuw. (Paniek) |
|||
|