CKV-1 in 2007

Op verzoek van het scholenveld stelde het Tweede Fase Adviespunt een overzicht samen waarin alle te nemen beslissingen in het kader van de veranderingen in de Tweede Fase per augustus 2007 op een rijtje werden gezet. Dit overzicht verscheen in april 2005 onder de titel “Op weg naar 2007, beslispunten voor de herinrichting van de tweede fase per 1 augustus 2007”. Met deze publicatie werd vooruitgelopen op wet- en regelgeving, die was toen immers nog in voorbereiding.

Inmiddels is een volgend stadium bereikt: het aanvaarden van het wetsvoorstel tot aanpassing van de profielen havo/vwo per 1 augustus 2007. Zoals kon worden voorzien, wijkt het uiteindelijke wetsvoorstel op enkele plaatsen licht af van de stand van zaken in april 2005. Daarom is – wederom mede op verzoek van het scholenveld – besloten voor een update van de publicatie met beslispunten rond de Tweede Fase van april 2005. Deze update is gebaseerd op de inmiddels aangenomen wet. Op onderdelen is de informatie daardoor afwijkend van die in april 2005.

[download de gehele update ] Bron: Tweede Fase Adviespunt.

Hieronder vind je de opmerkingen over CKV-1 uit deze update:

Vakbenamingen zijn gewijzigd:

Uiteraard als gevolg van de afschaffing van een structuur met heel- en deelvakken, maar ook op andere gronden zijn soms aanpassingen in de benaming van vakken doorgevoerd.

• CKV en lo krijgen geen 1 meer achter hun naam,

• Bij de kunstvakken doen zich de volgende aanpassingen voor: ‘handvaardigheid (handenarbeid)’ wordt vervangen door “handvaardigheid” en ‘handvaardigheid (textiele werkvormen)’ wordt vervangen door “textiele vormgeving”.

• De vakken ckv2,3 krijgen de volgende benamingen: kunst (beeldende vormgeving), kunst (muziek), kunst (drama) en kunst (dans).

• Bovendien komt er een vak genaamd “kunst (algemeen)”. Dat vak kan in het geheel vrije deel gekozen worden en is vergelijkbaar met het huidige ckv2 (het kunstgeschiedenisdeel van het ckv2,3-vak).

Studielasturen:

Voor havo gelijk aan de huidige regeling: 120 slu's en 6 culturele activiteiten. Voor vwo wordt de studielast teruggebracht van 200 naar 160. Het aantal culturele activiteiten kan dan van 10 naar 8.

Vwo-vakken op het havo:

Een havo-leerling mag in plaats van het havo-vak het overeenkomstige vwo-vak volgen, met dien verstande dat klassieke culturele vorming (kcv) als het overeenkomstige vak

voor culturele en kunstzinnige vorming (ckv) beschouwd mag worden. De school mag dus beslissen op het havo aan leerlingen de keuze te bieden tussen ckv en kcv.

Wat moet?

-          De school moet havo-leerlingen in de gelegenheid stellen de havo-programma’s te volgen. Dus ook ckv.

Wat mag?

-          De school mag de havo-leerling de gelegenheid bieden het havo-vak te vervangen door het overeenkomstige vwo-vak. Dus ook om het (vwo-)vak kcv te volgen in plaats van ckv en daarin examen te doen. Als de school de leerling deze gelegenheid biedt, wordt kcv met een cijfer vermeld op de cijferlijst en weegt het cijfer mee in het combinatiecijfer. Bij een eventuele overstap naar het vwo wordt de leerling vrijgesteld van examinering in kcv of ckv, ongeacht welke van deze programma’s de leerling op het havo heeft afgerond.

Wat mag niet?

-          Havo-leerlingen verplichten een vwo-vak i.p.v. een havo-vak te volgen (dus ook bijvoorbeeld verplichten kcv te volgen).

-          Een (eigen) havo-variant van kcv samenstellen.

Deze twee vakken zijn op het atheneum gelijkwaardig. De school kan er voor kiezen alle leerlingen ckv te laten volgen of de leerlingen een keuze te bieden.  

Wat moet?

-          De school moet de atheneumleerlingen het vak ckv óf een keuze tussen ckv en kcv aanbieden.

-          Atheneumleerlingen met Latijn moeten altijd kcv volgen, hetzij in het gemeenschappelijk deel, hetzij (als de school de leerling verplicht ckv te volgen) als onderdeel van het geheel vrije deel.

-          Als de school een leerling de gelegenheid biedt kcv te volgen, wordt kcv met een cijfer vermeld op de cijferlijst en weegt het cijfer mee in het combinatiecijfer (tenzij de klassieke taal en kcv worden geïntegreerd tot één vak).

Wat mag?

-          De school mag de atheneumleerlingen het vak ckv voorschrijven maar mag ook de leerlingen een keuze uit ckv en kcv bieden.

Wat mag niet?

-          Culturele en kunstzinnige vorming beoordelen met een cijfer voor de cijferlijst. Ckv krijgt geen cijfer op de cijferlijst, maar de beoordeling “voldoende” of “goed”. Het vak maakt dan ook geen deel uit van het combinatiecijfer. Kcv wordt juist wel becijferd en weegt mee in het combinatiecijfer (tenzij de klassieke taal en kcv worden geïntegreerd tot één vak).

Wat moet?

-          Leerlingen moeten (als onderdeel van het gemeenschappelijk deel) het examenprogramma klassieke culturele vorming volgen en daarin examen afleggen.

-          De school kiest er voor één cijfer voor kcv op de cijferlijst te plaatsen (voor de hand liggend als kcv als zelfstandig vak wordt gegeven) of de cijfers voor het schoolexamen kcv mee te wegen bij de berekening van een eindcijfer voor de verschillende klassieke talen (voor de hand liggend als er voor wordt gekozen kcv onderdeel te laten vormen van de verschillende klassieke talen).

Overigens, als er wordt gekozen voor een “zelfstandig” cijfer voor kcv dan wordt het cijfer voor het vak voor de uitslagbepaling opgenomen in het zogenaamde combinatiecijfer.

Wat mag?

-          Klassieke culturele vorming verzorgen in het kader van de betreffende klassieke taal. De school bepaalt de vorm van de toetsing en de becijfering (waaronder de wegingsfactoren).

-          Klassieke culturele vorming en de klassieke talen verzorgen als zelfstandig vakken. De school bepaalt de vorm van de toetsing; de school bepaalt de wijze waarop het eindcijfer tot stand komt, waaronder de wegingsfactoren.

05-04-2006